dinsdag 31 maart 2015

praatjes & plaatjes

Oerdegelijk. Nu nog 2 veertjes voor in het pedaal, goed smeren, de juiste V-snaar en wat gebruikshulp van Nadine.
De V-snaar voor de Bernina heb ik dringend nodig. Ik wil dolgraag deze degelijke naaimachine opknappen en kijken of ik hier makkelijker dikke stoffen mee kan naaien. De naaimisschiene uit Taiwan gaf de geest zoals u weet. Een juist V-snaartje bestellen blijkt weer een rotklusje te zijn. Met heen en weer gemail met een erkende firma in Nederland, die prat gaan op hun uitstekende internationale kennis en service, liep het teleurstellend af. Ze konden mij per telefoon niet vertellen welke maat snaar erop moet. Het contactformulier op internet werkte niet naar behoren en per email krijg ik een bericht terug van de serviceafdeling hoe ik de snaar op moet meten. Vandaag de levering; te klein! Ik had de buitenmaat moeten nemen in plaats van de binnenmaat. Wat extra gedoe om hem 'even' om te ruilen. Benieuwd of dit per paypal te verreken valt en dan maar hopen dat mijn meetkunsten nu wat beter zijn.
Je zou toch verwachten dat zo'n service-afdeling direct kan vertellen wat er op zo'n gouwe ouwe moet? Tja.

alle waterbakken in de moestuin herbergen wel een tiental baby-vuursalamanders, rovertjes
Het is en blijft hier komende weken koud en nat. De miezer bekoort, de wolken en diens flarden die rustig door de gorges deinen. Sarko wordt er sjacherijnig van, dat is een echte warmteminner. Het lijkt Ollie en de varkens niets uit te maken. De sering heeft ontluikend blad, de esdoorns langs de oprit lijken de grove snoeibeurt vergeten te zijn en ook de perzik staat vol in bloei. Dit na volledig uit zijn fatsoen gescheurd te zijn door een ware overload aan perziken tijdens een flinke storm en het verplanten. Vele bloemen geven hier en daar al kleur, de peterselie komt sterk terug. Ik kon niet wachten tot donderdag om de brievenbus te legen. 
En jawel hoor; alle zaden zijn binnen. Dit jaar dus wat nieuwigheden in de moestuin erbij. Patisson, Hysop, Onsterfelijkheidskruid, blonde Japanse munt, Pastinaak en veel bloemen waarvan we hopen dat ze uitzaaien. Ik vind het weer moeilijk om te wachten, maar de kou dwingt geduld af.

Alles buiten wil zo graag, staat op knappen, wil warmte en licht. Maar binnen zijn de lichten aan overdag, het vuur in de schouw brandt goed en we maken onze dagen veelal binnen vol met administratieve klussen. Heb nu ook de tijd om Marc wat meer te helpen met het Kastelen-Bouwpakket als nieuw mooi product in Secondlife. 

overal en nergens de verwilderde blauwe druifjes

nog in diepe slaap in het vooronder van de broodoven

perzikbloesem
Morgen is het april. Het seizoen zal hier dan starten. Al merkt de toeristische industrie er nog niets van. De natuur en wij wel. Veel afspraken, veel voorlopige afspraken. Kitten erbij. Misschien zelfs wolvarkentjes later deze lente. Zonder Valonne en Cros en maar 2 kipjes voelt het zo incompleet, niet fijn. Paar dagen erop uit deze maand. Morgen vroeg weer een consult PRI met mijn coach. Het wordt steeds leuker, die methode. En makkelijker. Je wordt er 'zen' van zonder onverschilligheid. Meer grip, op alles en vooral op mezelf. 


 Er sneuvelde een plastic afzichtelijk prullenbakje een maand geleden. Ik besloot van hout een nieuwe te maken en deze te beschilderen. Voor het gebruikte toiletpapier. Dit willen we namelijk niet doorspoelen, staat zo slordig op de helling onder het huis. Het ding vordert gestaag. Nog een bloempje of twee en een vlinder. Dan mag de post uit darmstad op de bus.
Het is prettig en nodig om in alle rust creatief te zijn, buiten, binnen en digitaal.

vrijdag 27 maart 2015

Franse bijstand voor Dummies Fase 2

Terwijl we een kleine parkeerplaats opdraaien naast een rotonde een stuk buiten Rodez, om een overvol restaurantje binnen te stappen voor een makkelijke hap, vind ik eindelijk de woorden om mijn gevoel uit te drukken. Het is net of ik net weg rij van een indrukwekkende begrafenis. Maar het verlies dat ter aarde werd besteld is mijn soevereiniteit en vrijheid. In een democratie ben je vrij, suggereert men. Maar als je op het arbeidsbureau zegt een autonoom leven te willen creëren, dus geen tijd hebt om voor het minimum loon een flutbaan te accepteren (die er niet zijn), zegt de zuurpruim of jonge pik vanachter het lege bureau grof 'NON'. Wil je voor jezelf zorgen? Wat denkt u nou, mevrouw, meneer? Maar dat is toch niet mogelijk. Nee, dat blijkt.
Het restaurantje blijkt overvol met bouwlui die hun tientonners rondom het pandje hebben geparkeerd. We besluiten dan maar een pizza te kopen in het tentje tussen de wasserette en de hondentrimsalon, alwaar een telefonerende dame een klein hondje aan het trimmen is dat vastgesnoerd staat in een heuse hondensling. De koude harde wind laat me me ellendig voelen, het is het angstzweet dat me een ziek gevoel geeft. Marc heeft nooit in Frankrijk gewerkt, niet voor het systeem, die 3 maanden voor de couvreur blijken een soort van verjaard. Mijn paperassen zijn niet compleet en waar is je contract dat je nu hebt? Dat blijkt automatisch verlengd te worden en kan bewezen worden met het loonbriefje. Dat van maart heb ik natuurlijk nog niet. Dus inschrijving is wel gedaan, maar het felbegeerde formulier dat Aurelie nodig heeft om de bijstandsaanvraag compleet te kunnen maken helaas nog niet. 
Mijn oude zuurpruim heeft ze al 35 jaar voorbij zien komen; die kanslozen. Doordat de Aveyron leeg blijft lopen, zo wordt de lijst met vacatures ook steeds korter. Ik heb doodleuk gezegd dat ik full-time boomverzorger wil zijn. Dat is mijn vak naast hovenier. Maar mijn uurtarief is 8 keer het minimum loon. De man verschiet van kleur als hij dus mijn gewenste verdienste ingevuld ziet. Dan maar femme de ménage en hoeveel ervaring ik heb. Genoeg, maar ook daar is geen vacature voor vrij gezien het lijstje van 2 baantjes; onderhoudsmonteur voor agrarische machines en directeur bij een wasserette. Nope, ik ben officieel bestempeld als kansloos. Zoals ooit in Nederland 100% arbeidsongeschikt.
Zuurpruim ziet alles. Ook dat ik niet alle 'attestations destinee a Pole d'Emploi' bij me heb. Dat zijn de uitdraaien van al mijn klusjes voor ADEL. (Een bureau dat particulieren voorziet van personeel voor eenvoudig werk.) Ik krijg het Spaans benauwd. Zuurpruim ziet dit ook en vraagt tussen neus en lippen door, terwijl hij vakjes aan blijft vinken zonder me ook maar iets te vragen, hoe het leven is in onze uithoek. Dat het zo koud is 's winters, en zo stil en gesloten. Subtiel, het ontspant me. 
In de kamer naast me hoor ik Marc zijn poging doen zo goed mogelijk door het onderhoud heen te komen. Hij heeft een jonge enthousiaste medewerker getroffen die wel brood ziet in Marc zijn 3D skills. Dus blijft de jongen proberen om te kijken of er toch niet iets is in de automatisering. Marc blijft stug zijn krappe niche benadrukken. De lijst met vacatures is voor hem schrikbarend lang, dus ook Lief heeft reden voor het angstzweet. Hij staat relatief snel buiten met het begeerde formulier. Ik zal nog even door moeten naar de dependance om de onderste papieren steen boven te krijgen (wat volgende week pas gaat lukken).

De bevlogen pizzabakker stelt met een brede lach voor om 1 grote pizza twee smaakjes te geven, één voor de ene M en één voor de andere. Terwijl de pizza de 360 graden ingaat zet ik een grote mok gember-citroenthee in de Blauwe en kijk om me heen. De thee doet me goed, het om me heen kijken niet.
Het valt me opeens op hoe lelijk alles lijkt in stedelijk gebied. De auto's overal, de voorbij denderende vrachtwagens op weg naar een hapje midi, de strakke daken van lei met kleurloze hagen. De rotonde met wanstaltig monument dat voor authentiek door moet gaan. De winkels waarvan er 13 in een dozijn aanwezig zijn. Zelfs de plantsoentjes zien er vies en uitgeput uit, het gazon vol zwerfvuil en hier en daar een madelief. Ook de bloeiende rozemarijn naast de ingang van de wasserette heeft zijn beste tijd gehad.
Met de warme pizza op de knieën verlaten we de treurnis. 

We zoeken een pad de Causse Comtal op en duiken een bos in met enkel jeneverbessen. Maken de pizza soldaat, stress maakt hongerig. De wind blijft hard en koud. Ik bespeur natuurlijk gedroogde jeneverbessen. Goud waard, ze zijn geneeskrachtig, onmisbaar in bepaalde gerechten en te duur om te kopen. Ik verlies mezelf in het verzamelen van een halve mok geurige besjes en realiseer me dat stad en drukte, de idioterie waaraan we ons soms moeten conformeren ons niet goed doet. Terug naar de eenvoud, het oer-gebeuren wrikt me wat los van de stadse stress. Ook al is de Causse leeg, kaal en alles behalve mooi, het is puur, natuur(lijk) en eerlijk. Dit terwijl ik de naaldjes uit mijn handen en vingers trek, jeneverbesstruiken zijn venijnig. De zon schijnt, de lucht is blauw en ook fase 2 van Franse Bijstand voor Dummies is achter de rug.

Terwijl ik me in groener gebied waag richting de dependance zie ik steeds meer bloesem en groene velden. Zelfs een enorme oude Magnolia. Nog snel even de brievenbus openen om te zien of mijn verjaardagscadeau van mijn ouders al is gearriveerd; Een doos met 22 verschillende soorten zaden voor groenten van Vreeken Zaden. Maar helaas, de post is me ook vandaag net niet snel genoeg. Leegte, vol bomen, houtwallen, stroompjes, ravijnen, rotspartijen en bossen met hier en daar een dorpje met de geliefde lauzes op de daken, grove stenen muren en hier zonder stucwerk in alle kleuren geflankeerd door reclameborden. De jonge knul ziet me bezweet met de dikke map het kantoor binnen stappen. Alleen de schoonmaakster is er en verder bemant hij de boel alleen. Wat een extra gedoe, maar ook hij is een doorzetter en legt me uit dat zuurpruim de werkwijze van ADEL niet snapt. 'Hij belt maar' krijg ik als advies en noteert dat ik volgende week 3 andere 'attestations destinee a Pole d'Emploi' kan komen halen.

Dan op de vrijdagmiddag door naar de familie Ravelac; Poetsen. De stokoude labrador blaft niet, ligt te soezen in de zon. Meneer zit zijn pruimpjes te eten, want die darmen willen niet meer zo. Ook getuige de staat van het toilet iedere week. In het schriftje heeft het inmiddels lieve ijskonijn (de nog thuiswonende dochter) genoteerd dat haar vader vandaag wel wil wandelen. De man durft alleen niet meer, te bang om te vallen. Het erf is alles behalve plat, dat heb je met die Limousin-koeien, eenden, konijnen, katten en 60 hectare weiland. 
Maar meneer zegt met volle pruimenmond 'nee' als ik hem vraag of we een stukje over het erf gaan wandelen. Ik veronderstel dat 'ie geen vreemden mot' en ga stofzuigen, maak de bedden op, poets het toilet weer blinkend en haal een lap door de kleine badkamer met plastic douchecel. Terug beneden in de woonkeuken om de spullen op te ruimen zit de oude boer op de bank voor zich uit te staren. Ik stel een 2e keer voor een ommetje te maken en zeg hem dat de koude wind is gaan liggen. Warempel  lijkt de man op te veren om de half slof half schoenen over de hielen te trekken. Hij wil, eindelijk, nadat ijskonijn al maanden hem meer wil zien bewegen. Jasje aan, ik spoed me naar de hal voor de schoenlepel en zijn stok. De hond is dolblij dat er gewandeld gaat worden, de katten kletsen me de oren van de kop terwijl meneer Ravelac voetje voor voetje het grove stenen pad afloopt. Ik kan nu eindelijk de dikbillen zien. Die prachtige Limousin koeien die met kalf op stal staan. Al 3 jaar zou ik meer van de boerderij willen zien dan alleen dat sobere woonhuis met 3 ongetrouwde inwonende kinderen. Jean komt ons tegemoet, schudt me ongegeneerd de vuile hand en lacht. Eén van de eenden die een pauze neemt van het broeden op 18 eieren vergezeld ons ook een stukje. De oude stal met het lage plafond herbergt 7 koeien waarvan 2 met een week oud kalfje. Twee e-n-o-r-m-e stieren van een 600 kilo staan er zoetjes bij, strak aangebonden middels een ketting. Voor de heren en de moeders vinden de Ravelacjes het nog te koud op de weide. In de grote stal is een dame die zich wel wil laten aaien en ze maakt grappige bewegingen met de imposante kop. 
Ik houd van dieren, alle dieren, maar nog het meest van de dieren die de mensen na staan; boerderijdieren.
Een cadeau na deze rotdag waar M&M zich moedig -of met de moed der wanhoop- doorheen slaan. 

Thuis ga ik snel mijn eigen beestjes verzorgen. Varkens een emmer, ezels een plak hooi, de hond haar brokken na een dag alleen en waken, de kipjes een extra graantje voor het op stok springen, dit terwijl wat katers ons nalopen. Terwijl Marc vuur maakt in de schouw en een lange warme douche neemt, neem ik de berichtjes van de dag door. Een groot cadeau in de vorm van een donatie. En dat van een onbekende, die ik gelukkig wel kan leren kennen de eerst volgende keer ik een rondje zuiden doe. Pleisters op de wonde, dat verzacht.
Fase 2 is achter de rug. Leuk of makkelijk zal het nooit worden. Maar het ons gesteund weten is een enorme troost.

zondag 22 maart 2015

Franse Bijstand voor Dummies

Daar zaten we dan, om 9 uur in de ochtend, op van die aan elkaar geklonken stoelen die aan de vloer bevestigd zijn. In het lelijkste gebouw in het stadje, omdat men hier geen geld heeft om oude gebouwen in ere te herstellen en ze ook nog eens te laten voldoen aan de regels van brandveiligheid met diverse uitgangen en vluchtroutes, ooit bepaald in Parijs of zelfs nog verder weg; Brussel. Want ook de dependance van het arbeidsbureau is er gevestigd, jeugdzorg, het kinderdagverblijf, de dierenartsenpraktijk naast een klein hok bekleedt met bruin geverfd glasvezelbehang van het dikste soort om eens per week op afspraak de inwoners van het canton te helpen met allerhande uitkeringen.


Hoe meer mensen in een regio, hoe hoger de werkeloosheid, hoe meer mensen die niet aan de bak komen, hoe meer mensen hun hand op moeten houden. Geen pretje en ik heb me ervan weten te verschonen in Nederland.
In een regio die enkel verder leeg loopt dan dat de Aveyron al bekend staat, is de werkeloosheid zo ongeveer net zo groot. Schrijnende toestanden, want al eeuwen bedropen de kleine communes zichzelf wel. Dat noemt men nu heel hip 'zelfvoorzienend' en het klinkt goed, maar wederom vallen velen buiten de boot als er gesproken wordt over een bestaansminimum. Veel kan en mag niet meer en anders zijn er eenvoudigweg te weinig mensen die de juiste kwalificaties hebben, volgens de wetten en regels dan. 
(Er wonen bijvoorbeeld meer Aveyronnais in Parijs dan alle inwoners van dit grote departement bij elkaar.)
Toch blijkt het gezichtsverlies om gebruik te maken van de Franse bijstand. Het is sociaal nog wel één voor allen, allen voor één, maar financieel gaat die vlag niet meer op.
Nu zijn we toch al geaccepteerde vreemdelingen die ook nog eens op de grens van het canton ergens verstopt in een bos wonen, dus die schaamte gaat aan ons voorbij. Men wenst ons niets dan goeds en ook aan de hulp van de dependance van het arbeidsbureau zal het niet liggen.

Toch die zenuwen op de vroege ochtend in het halletje op die massa geproduceerde stoelen. De dame komt enkel op afspraak van een kantoor een uurtje rijden verderop, voor ons. Het afsprakenbureau zei 9 uur, maar er hangt een briefje dat de consulent vanaf half 10 zitting heeft. Dan eerst maar zenuwen afblazen op de markt. We vertonen ons er zelden samen, dus is men genegen om een praatje; Er speelt wat, anders vertonen M&M zich er niet. Dat moet uitgezocht worden...
Om half 10, geen consulente. Ik blijf zenuwachtig naar de tijd op mijn mobieltje kijken, doe nog maar eens een plas, Marc gaat er nog maar 1 roken buiten en bestudeert het vluchtplan in geval van nood dat pal naast de ingang hangt tegenover een vrolijk beplakte deur met raam van het gevulde kinderdagverblijf. Gevuld; drie volwassenen en 5 kinderen.
Aurelie komt om kwart voor 10 luid babbelend binnen met een knullerige stagiaire van, wat zal ik hem geven, 19 jaar. Het ventje kent zijn plek, maakt zich onzichtbaar. Wijs, wat weet hij nu van het leven om 2 buitenlanders te helpen het systeem binnen te halen. Ik ben opgelucht dat onze consulente een leuke jonge meid is. In geval van een 'zure tang' die ons wantrouwend aan zou horen en enkel de maren en verplichtingen zou benadrukken, was Lief na enkele momenten naar buiten gestoven om nooit meer ook maar één stap richting hulp van de overheid te zetten. Dan eet ie nog liever bonen uit pot en bekwaamt hij zich in de stroperij.
Aurelie was te laat en heeft maar 30 minuten per cliënt. Ze inventariseert onze informatie op sublieme wijze, vat op tijd samen en bekent dat ze niet goed op de hoogte is van RSA. Ze heeft weer een ander specialisme, maar kan ons wel als vaste consulente verder helpen zodat we niet zo ver hoeven rijden voor a-l-l-e afspraken om ten kantore te verschijnen.
Dat is nog eens een voordeel, 1 consulent die half-wijs in zo'n uithoek ons gaat helpen. Ander voordeel is dat Marc in dienst is geweest van de dakdekker en dat ik al ruim 2 jaar werk voor ADEL. (Een bureau dat personeel verschaft voor eenvoudig werk voor particulieren; schilder- of verhuisklussen, babysitten, eenvoudig tuinwerk, schoonmaken, gezelschap of boodschappen doen.) Het lijntje met de meiden van ADEL en Aurelie is net zo kort als de trap die beide kantoren verbindt.
Ze spelt ons de lijst uit met papieren die we nodig hebben. Daar zit ook de verplichte inschrijving bij als werkzoekende bij het Pole d'Emploi, te Rodez. "Dat wil Julie wel voor jullie regelen, de afspraak en voorlopige inschrijving. Dat scheelt weer een berg tijd voor jullie in Rodez."

Aurelie nam 3 kwartier om ons traject op te starten, een vervolgafspraak gemaakt. De inschrijving via internet als voorbereiding voor de officiële inschrijving in Rodez kost ook 3 kwartier, per persoon. Van rustig 'markten' kwam dus niets.
Volledig van alle energie voor die dag ontdaan gaan we naar huis na het haastig boodschappen doen. 
We zijn de rest van de middag stilletjes. Ik ben bang dat Marc z'n kont in de krib gooit nu hij de lange lijst met benodigde paperassen heeft om te laten beoordelen of we überhaupt ergens recht op hebben.
Loonbriefjes, 3 maanden bankafschriften van alle rekeningen die we hebben, belastingopgaven van 2 jaar, bedrijfspapieren van M&M Creations, kopieën van paspoorten en de carte vitale (Met misschien het drama-traject van het aanvragen van een kaart voor Marc die nu bijgeschreven staat op de mijne. Een carte vitale is de Franse Sociale Verzekeringspas.), contracten van werkgever(s), de toekomstige inschrijvingen als werkzoekende en nog wat papier, papier, papier.
U mag weten, Marc gooit het liefst alle post na lezen de schouw in. Opgeruimd staat netjes en wat heb je eraan? Ik weet dat dat not done is in dit land en ben zeer georganiseerd om problemen te vermijden. Ik heb de stress gezien van mijn vader die 2 keer per jaar een week moest gaan zitten om de post eens op te ruimen. Deze eigenschap komt me goed van pas.
Maar afgelopen donderdag deed ik niets. Een siësta mondde ook uit in het 30 minuten Donald Duck's lezen en verder bij de ezels zijn. Beetje babbelen met de jongens terwijl Marc een wandeling maakt met de hond. 


Nog even over het werkzoekende zijn.
Onze kansen op een baan zijn nihil. Dit niet omdat we niets kunnen of vreemdeling zijn, alhoewel dat laatste wel meespeelt, maar meer omdat de werkeloosheid in het canton erg hoog is. Part-time banen zouden wel kunnen. Die heb ik dus al en zeker meer van de zomer. Strijken en poetsen, misschien 'iets' in het toerisme. Maar ik ben de enige niet die dit kan en wil doen en ik sta onderop de lijst. Marc wil die tijd niet missen en kosten maken om elders het werk te doen dat hij thuis zou moeten doen. En dat weten de dames op de dependance. Alle begrip is reeds ontvangen en zo worden dus ook de voorlopige inschrijvingen als werkzoekende voor ons ingevuld. Onmogelijke beroepen, naar waarheid, die hier niet te krijgen zijn. Wil wel, kan niet. Op voorhand voel ik me niet gecriminaliseert als anderen bijdragen aan een paar honderd euro per maand, meer zal het niet worden.
We worden hier niet gezien als uitkeringstrekkers die niet willen. Maar erkennen wel dat we wat terug moeten doen. Meer poetsadressen in de buurt zijn altijd welkom. Voor Marc ziet het werk vinden er somber uit en dat stelt gerust. Zij handen zijn schuurpapier en niet meer schoon te boenen. 24/7 werkt hij, 's nachts noemt hij dat 'ver'werken. Gelijk heeft hij.
Toch voelt het voor hem als een gevang. Dat hele gestructureerde overgeregelde systeem van sociale 'zekerheid'. Zekerheid wordt met een bedrag per maand dichtgetimmerd, maar bevat nogal wat gaten.

Om de rompslomp compleet te maken moet ik me ook nog wentelen in hoe ik mijn rijbewijs verlengd en omgezet krijg naar een Frans rijbewijs. Ik heb het roze papiertje nooit nodig gehad afgelopen jaren en vergat dat het ding geldig was tot juni vorig jaar. Papieren uitdraaien van internet. De printer bij de dependance draait komende tijd overuren. Ik mag sinds een jaar niet meer betalen voor mijn printjes, één voor allen en allen voor één. De boel opsturen naar de prefectuur. De boel weer terug krijgen na een telefoontje van de prefectuur dat ik een 'avis medicale' nodig heb om te beoordelen of ik fysiek nog wel in staat ben auto te rijden. Deze medische keuring moet gebeuren bij een onafhankelijke huisarts en ik begrijp waarom. De mijne is goed en bevriend met JP, de man van mijn vriendin. Dus die vullen alles in zonder naar me te kijken, te luisteren of de test met de pollepel. Ook moet er bloed geprikt worden, dus afspraak maken met de verpleegkundige. Dan de factuur thuis krijgen en apart betalen, van het laboratorium dat mijn bloed onderzocht. Terug naar de arts om die test verklaard te krijgen. Mijn bloed blijkt op alle fronten keurig in orde. Dan een afspraak maken bij die arts die pas ergens in april de 'avis medicale' doet. Onderwijl rijd ik rond met een kopietje bestempeld en getekend door de secretaresse van de burgemeester. (Kunt u het nog volgen?) Daarna kan het dossier weer naar de prefectuur en dan is het afwachten...

Onderwijl de afspraken van Franse bijstand. Ergens die zure appel en is het het allemaal wel waard?

de dakdekker

 "trapje op, steen passen, past niet, trapje af, hoekje eraf hakken, trapje op, passen, wiebelt, trapje af, slijptol pakken, met slijptol trapje op, slijpen, passen met slijptol tussen knieën, lijkt te passen, trapje af, slijptol wegleggen, trapje op, passen, past nog niet, even hakken met de hamer, passen, grijp in heuptasje, spijker te pakken, spijker valt, trapje af, spijker zoeken in de goot gevuld met steengruis, moed verliezen, trapje op, andere spijker, spijkert steen vast, gloeiende; er glijden 4 oude stenen het dak af, trapje af, stenen rapen in de goot, trapje op, extra gat in de bedekking (betekent extra dag puzzelen), stenen schoon schrapen en borstelen, trapje op, hamer vergeten, trapje af, gelijk steen meenemen, passen, past niet, trapje af, slijptol pakken, trapje op, slijpen, passen, past, hameren... dat was 2...."


het bleek nutteloos
nooit geen ruimte op het noorden



niet volgens de regels der kunst, wel waterdicht voor Castel
Een verkorte weergave van mijn privé-dakdekker die ik gadegeslagen heb op het staldak. Dit gaat al stukken professioneler en sneller als project nummer 1, te weten;
De secadou, nu villa van Castel en tuinhuisje. De gehele nok en de noordkant moest gerenoveerd. Zodoende nummerde Lief alle lauzes om ze na het vervangen van draagbalken en planken niet meer op dezelfde plaats terug te krijgen, want zonder onderhoud maken mossen de stenen broos en kun je ze met de hand verpulveren. Laat staan op maat hakken.

door en door rot

 Project 2 was een stuk dak van het woonhuis. Het keukentje met plat grasdak had eens een nette dakgoot die aansloot op het dak van het woonhuis, maar tijdens regen was de ingang naar de keuken alleen te doen met een regenjack aan. De doorgang te smal voor een paraplu. 
Lief begreep er in het begin niets van. Als die stenen schubsgewijs over elkaar heen liggen als een slangenhuid zo één geheel, hoe kun je dan één steen vervangen? Ra ra, die stenen kun je op hun spijker wegdraaien. Ook hout bewerken voor draagbalken en verbindingen werd een autodidactisch traject. Meten is nooit zijn sterkste kant geweest, u begrijpt; het heeft de vogels in het bos leren vloeken, op z'n Nederlands.
Later op z'n Frans, want Marc ging officieel en betaald in de leer bij Bernard. De uiterst bekwame vakman die het altijd te druk heeft, want hij kan geen personeel vinden. Het jonge spul wil geld verdienen en verlaten en masse de regio zodra ze van college af komen. Vakman of niet, hier verdient iedereen zo ongeveer iets meer dan het minimum loon. Om een couvreur het werk te laten doen kost ongeveer 120 euro per vierkante meter. Dit zonder het houtwerk dat eronder ligt. Met 9 daken te onderhouden zag Marc de bui al hangen.
Als leerling hield hij het 3 maanden vol. Toen was het zomer en gingen zijn hersenen koken op de daken beschenen door de Zuid Franse zon, de blaren bleven open gaan op zijn handen, hij miste de benodigde zeeën aan tijd voor het werk thuis en als ex-directeur had hij moeite de vaak inefficiënte orders op te volgen.
Bernard heeft altijd bewondering gehad voor hoe snel Marc het vak onder de knie kreeg, hoe knap het is om lauzes te kunnen leggen met het gevoel van een geoefend puzzelaar. (Wat Marc ook altijd graag gedaan heeft, maar leg dat maar eens uit in steenkolenFrans.)
Maar de gedane daken waren nieuw. Met strakke nieuwe planken eronder zonder rotte stukken. Met reeds op maat gehakte, gesorteerde nieuwe lauzes, op een nette steiger met vangnet. Niet voor de stenen maar voor de dakdekker! 
Marc nam afscheid als medewerker. Was een vriend rijker. Kreeg een heus certificaat mee naar huis waar hij mee voor de dag kan komen.

vochtig houtloos drama
de aanhouder wint


hoge mannen vangen extra veel wind
Project 3 diende zich aan; de schuur. Een flink gebouw. Aan de noordzijde volledig weggerotte lauzes, draagbalken en de liggers in de muur, de laatste ontbrak, volledig. Geen goot, een gebouw tegen de rotsen aangebouwd. Geen drainage. Geen ruimte om erachter te lopen, maar een rotswand met overhang. 
Helaas hadden we niet voldoende goede lauzes om de soms enorme platen te vervangen. Ook vonden we het wel erg donker in de schuur met aan de zuidzijde maar een klein plexiglas raampje. De oplossing waren niet zo fraaie golfplaten waarvan 1 doorzichtig. Deze klus had 3 jaar nodig, er is nog meer werk te doen.


Project 4 waren wat kleine reparaties aan de broodoven. Ook weer de noordkant waar het mos welig tierde. Nu weer liggen er gescheurde lauzes op een half vergane houtconstructie op de rand van de oven zelf. Je kunt er niet staan, het is weer ladderwerk.



Project 5 was de nok van het bovenhuis. En 1 steen weghalen betekent bij daken in slechte toestand altijd 10 stenen vervangen. Tijdens het wegdraaien breken ze, ze glijden van het dak af omdat de lauze rond het spijkergat verteerd is of de spijkers die de vorige eigenaar gebruikte verroest zijn, niet gegalvaniseerd.
Wel prijkt er een windwijzer op het dak van een vrij wild zwijn dat de wind najaagt. Het ding werkt natuurlijk niet, we wonen in een kloof waar de wind in 2 minuten alle richtingen aangeeft, maar 'soi'.

de stal lente 2008
Dak-Pleisters
Wat moet dat moet!
drainage en goot voltooid

tobben
En toen kwamen er varkens. En ezels. Dus de stal, die natuurlijk ook in de helling is gebouwd en deels ondergronds ligt, mist drainage en was bijna volledig verzwolgen door het groen.
Project 6 werd relevant.
Dus eerst drainage na het handmatig uitgraven. Toen de liggers en draagbalken vervangen. Toen nieuwe planken over de balken heen, asfaltpapier op het aangedane hoekje en wachten op tijd. 
Af en toe hoor ik Lief dus slijpen, timmeren en kan ik de ezels rond hem zien dralen. De werkplek is afgezet met schrikdraad, want varkens wroeten alles stuk dat met bloed zweet en tranen geconstrueerd is.
Van de week zakt Lief somber en stilletjes op de bank. Ik vraag naar de reden, zoals ik (te) vaak doe. Een relaas als waar ik deze log mee startte is het gevolg... Dus hielp ik vanochtend mee.
Hij opperde nog; "Misschien kun je vast wat takken verbranden als as-bad voor de ezels, dan ben je in de buurt."
Ik nam mijn fototoestelletje mee en een aansteker. Maar van fikkie stoken kwam niets. De fotoreportage moest tijdens een korte pauze in scene gezet worden. Verder was ik continu bezig met balanceren op de rand van de muur, over de goot heen de slijptol of hamer of staalborstel of een lauze aan te geven, om te passen, en het zoeken naar een andere, een betere, een dikkere, een rondere, een dunnere, een langere, een gekke qua vorm of de varkens aan het wegjagen en Castel trainen om dat voor ons te doen. Mijn nek brekend over die schrikdraadjes -zonder schrik tijdens werkuren- en de snoeren slijptol en verlengsnoer. 
In 1 ochtend wel 10 lauzes gelegd en naarmate de ochtend vorderde, hoe vrolijker Marc werd. Het getob alleen is van de baan, het kan niet meer. 

Mijn man is couvreur, helemaal privé voor onze gebouwen, voor ons comfort, brood, droge voeten en vloeren en dat van onze dieren.

vrijdag 13 maart 2015

Frans kwaad bloed



Een vervolg op de brief van Madame uit Parijs.

De brief waarin glashard gesuggereerd wordt dat wij diegene zijn die dakstenen hebben gestolen van een ruïne gelegen aan het openbare bospad, moest eerst een weekje of twee liggen smeulen. 
Marc nam een korte vakantie en ik de kans schoon een bevriende Franse journalist om raad te vragen. Naast Nadine was hij de 2e Franse persoon die hem las en mij zijn interpretatie gaf die iets pittiger uitviel dan Nadine, die me enkel wilde sussen, wetende dat ik genoeg aan het hoofd heb en sommige zaken neig groter te maken dan ze zijn. Maar Thomas  schat mijn andere kant en positie wat anders in en begreep mijn opwinding iets beter. Zodoende stuurde ik hem het korte oppervlakkige antwoord waarmee Nadine me geholpen had en wachtte geduldig op zijn antwoord. Die bleek te bestaan uit een brief a la Martine met een gepeperde ondertoon. Hij kent me beter dan ik dacht...
Ik verheugde me er al op deze met de hand aangetekend te versturen, maar voor ik zoiets doe, mogen de woorden, door een ander geschreven, eerst nog even indalen en lees ik de prachtige volzinnen nog eens wat keren door. Ik gniffel en vertaal ze met behulp van google translate, een keer of zes.
Madame te Parijs heeft geen aangifte gedaan. Madame in Parijs beschuldigt ons niet letterlijk, maar de toon is gezet. Zo ook de mijne, met hulp, maar dat laat me koud in deze.
Op een subtiel moment laat ik de brief van Madame aan Marc lezen. Ook hij leest hem tig keer voor hij reageert. Zijn agitatie is flink, maar zegt haar naam niet te kennen en denkt dat de ruïne ergens vorig jaar verkocht is aan deze dame. Eind november vorig jaar bracht hij namelijk een bezoek aan de veldwachters gendarmerie voor een ander akkefietje en terloops meldde de heren in blauwe pak op kistjes dat we gebeld zouden gaan worden door een dame. Waarover of waarom werd niet gezegd, daar was het moment blijkbaar niet voor. Maar geen telefoontje en nu opeens die brief. Bij Marc vielen de kwartjes en van binnen kan hij verontwaardigd koken. Van buiten zie je niets, maar ik kan u melden; de hitte straalt er dan vanaf.
Ik biecht op te hebben gewacht op een beter moment, valt even in verkeerde aarde, maar a la, jammer dan. De intentie was goed. Ook als ik hem meld dat ik met behulp van Thomas en Nadine een antwoord heb geschreven, met de hand, en deze aangetekend naar Parijs zal sturen. Wat denkt Madame wel.
Hij stelt ook voor de brief te lamineren en deze op het prikbord te hangen die de parkeerplaats van het kasteeldorpje flankeert. Goed idee. Want haar woorden zijn in principe aan alle omwonenden gericht, onze namen staan er niet eens boven. Ook een tikkeltje onbeleefd en onzorgvuldig gezien de brief geschreven is op een vel dik papier met watermerk en voorzien is van een mooie sticker met haar naam en adres.
Dus op de drukke donderdagochtend, marktdag, regeldag, haal ik het hand beschreven vel door het apparaat. Er komt een prachtig leeg vel in plastic tevoorschijn met een sjiek watermerk in het midden. Ook dat nog. Inkt dat verdwijnt als het warm wordt. Nu had ik de brief natuurlijk gescand, dus prijkt de brief in vol ornaat toch op het prikbord. Daar waar de mensen wonen die ik gisteren altijd op de markt begroet en een kopie ervan liet lezen.
Roger, Gigi, Andre, Felix, Georgette die eerst haar bril onderuit de enorme handtas diept, verontwaardigd zijn ze allemaal. Gescholden wordt er direct, op die Parijzenaren die het in hun arrogante hoofd halen om diefstal te suggereren van een gebouw dat al uit elkaar aan het vallen is, waar Madame nooit naar omkijkt, die Madame die haar gezicht ook nooit laat zien, nergens niet, Madame die onze namen niet eens gebruikt in de aanhef, Madame die het lef heeft zo'n brief naar ons te sturen. We wonen afgelegen, maar zijn wel betrokken en begaan met iedereen. Echt geaccepteerd, geïntegreerd. Conneries!! Idioterie inderdaad.
Roger geeft me als laatste de print terug en zegt op zachte toon dat ik er echt even mee naar de gendarmerie moet. Ook omdat Madame aangeeft de gendarmerie op de hoogte gesteld te hebben over ons, inclusief suggestieve verdenking en het verzoek deed vaker 'te patrouilleren' op de piste, het 5 kilometer lange bospad, deels geasfalteerd, waar enkel wij wonen, helemaal achterin.
Dus bel ik aan bij de gendarmerie. Geen zaken die ochtend, het hek zit zelfs nog op slot. De chef aldaar, die één keer bij ons langs kwam om eens kennis te maken met de nieuwe inwoners, staat met vriendelijk gelaat achter de balie van zeggen en schrijven 60 centimeter breed. Het is een grote kerel, met lichtblauw kogelvrij vest over het uniforme shirt. Kort grijs haar, hij zal zeker dicht tegen zijn pensioen aanzitten en dient zijn tijd in alle rust uit. Dit getuige 'het grote boek' met alle bezoeken en meldingen van afgelopen 2 jaar. Dat boek zijn een 30 A3 vellen aan elkaar geniet waarop met potlood rasters zijn getekend met vakken voor datum, naam melder, de melding zelf, bijzonderheden en contactgegevens. Misschien dat er 8 vellen zijn vol gekalkt in de twee jaar. Zo word ik bevestigd dat er hier dermate weinig gebeurt dat zijn kogelvrije vest ietwat overdone aandoet. Maar goed, dienaar der wet doet netjes mee, neemt geen risico en hoort me geduldig aan terwijl zijn ogen over de brief glijden.
Marc benaderde Madame twee maal om een gedeelte van de dakstenen te kopen die in 1 van de gebouwen opgestapeld liggen tot aan de draagbalken van het dak dat aan het instorten is. Twee maal kreeg Marc een dikke 'non'. Ook kochten we 3 hectare terrein van een man die boven ons huis wat land bezat met daarop een halve poging tot het bouwen van een vakantiehuisje. Te klein om te wonen, gewoon voor de fun. Die dakstenen van dat gebouwtje was een dure aanschaf, maar wat eiken erbij voor de kachel kan nooit kwaad.
De gendarme krijgt versterking van een collega die de brief ook leest en zijn wenkbrauwen hoog optrekt. 
Ja, suggestieve beschuldiging. Nee,niet letterlijk. Nee, er is geen aangifte gedaan. Wat wij doen? Nouhou.... Mijn antwoord is zojuist aangetekend verstuurd, geen ontkomen aan. De chef voorziet problemen en klimt in de bic. Maakt een kopie van haar brief en vraagt om mijn legitimatie. Oei.
Het enige dat ik bij me heb is een kopie van mijn sinds juni 2014 verlopen rijbewijs met vele stempels, krabbels en een handtekening van de secretaresse van le marie dat er een nieuw rijbewijs onderweg is. Ik zweet even peentjes, maar na speuren in de computer, een belletje of drie, kan het legitimeren ermee door. Hij vraagt me om een kopie van mijn antwoord. Nog eens 'oh la la', want het is pittig, denk ik.
Thuis verhaal ik mijn avontuur bij de dienaren van de wet, hoe dat er dan aan toegaat. Marc knikt en vraagt me ook om 'onze brief'. 
Hij vindt hem veel te soft, veel te netjes, wellicht ontgaat hem het cynisme. Maar kans bestaat dat Madame haar gezicht niet meer kan laten zien als ze op vakantie is hier in het canton. In haar mooie keurige nieuwe vakantiehuis dat spik en span gehouden wordt door onze vriend de dakdekker. Ze zal voor het vervangen van die paar stenen per jaar onderaan de lijst verdwijnen. Sorry, geen tijd.
Misschien kan ze doen zoals thuis, in Parijs; een sierlijk smeedijzeren hek om het hele perceel met bewegingscamera's. Ziet ze nog eens wat mooie wilde dieren voorbij paraderen en het ontlast de trouwe veldwachters die het toch al zwaar hebben met de extra beveiligingsmaatregelen uit diezelfde stad die pretendeert Frankrijk te zijn. 
Kwaad bloed zetten kun je doen, maar haar dakstenen zullen verdwijnen. Niet door ons, wij hebben al eerder gepast voor de eer. Maar door onze dorpsgenoten, al was het maar om Madame een hak te zetten, want de loyaliteit gebiedt hier nog; een voor allen, allen voor een.

zondag 1 maart 2015

Verhoor op DoomsDay



Dat de dag zou komen wist ik wel. Niet dat m'n Lief exact deze dag uit zou zoeken. Rationeel gezien de enige dag, de laatste van de eerste maand dat er een rood stipje verschijnt op een lange lange lijst van hypotheek-eigenaren die aan het einde van de maand de hypotheek automatisch af laten schrijven. Wel betaald, voldaan, ook betaald, gewoon betaald, check, groene stip, check, groene stip, betaald, voldaan, vold... .... Rode stip + uitroepteken!? M&M, rode stip, niet voldaan.
Gelukkig is het zaterdag, maar dat hindert zo'n geautomatiseerd systeem niet waarnaar gekeken wordt vroeg op de maandagochtend door een gestropdaste medewerker die net een eerste bakkie pleur uit het DE-automaat heeft getrokken. In een sjieke keramieke mok met logo, dat dan weer wel.
Lang heeft Marc het kunnen rekken en redden. Huurder hier, inloop-motel daar, vertrouwend op dees en gene. En samen werkten we hard aan een herstel of nieuw begin. Maar...
Eén dag zou de eerste zijn. De laatste in 15 jaar a 12 maandelijkse termijnen. 28 Februari, doomsday, het gordijn sluit. 
Ik zag de dag al jaren aankomen. Gaf de tijd, vrienden, ja iedereen het voordeel van de twijfel. Ook mezelf en maatje Marc. Dat het ons zou lukken, dat het wel los zou lopen. Hoop doet leven. 
Ik had het dus niet in de gaten. Ik genoot van een beterende knie, liet de ezels al vroeg in de ochtend vrij op de piste. Sarko nam puberaal afscheid door te bokken, te briesen en schijnheilig richting de twee eiken te rennen met Ollie in zijn kielzog. Ik kookte krabbetjes uit om ze te marineren voor de nasi en sopte na de maaltijd de keuken.
Op verzoek ga ik de schuur in, zet helm met gehoorbescherming op, want tijdens het schoonmaken van de kettingzagen wordt ik horendol van de herrie van de compressor.
Marc al ontstemt omdat hij 2 lange wandelingen moest maken om de ezels terug te halen. Ze waren er dit keer echt vandoor, het voetpad op richting het kasteeldorpje. Op dat steile paadje kun je ze niet inhalen, met de auto terugdrijven alsof je een gemotoriseerde schaapherder bent en voor je het weet ben je 20 km aan de wandel. 
Terwijl ik de 2e ketting van de zagen aan het slijpen bent, voel ik weer ogen priemen. Die zeggen alles. Dat ik het niet goed doe. Al slijp ik scherper dan hij, toch niet volgens de boekjes. Na jaren kreeg ik daar mijn eigen handigheid in en Marc vindt het niet zo leuk om te doen. Laat hem maar zagen en kloven. Maar toch, die blik met vleugje angst, ik begreep het niet, ik was niet op de hoogte van de door hem zelf gecreëerde doomsday, nog niet.
Al weken, maanden, jaren houd ik het hoofd zo relativerend en koel mogelijk. Doe wat ik kan, borduur ik voort op het zijn van een zonnetje in huis, de optimist die weerom die pessimist nodig heeft om niet alle 'doom' van tafel te vegen. Het hoort er immers bij. 
Maar dat zonnige lijntje aan het einde van de winter is ook verzwakt. Verwoed en zo reëel mogelijk geef ik hem een weerwoord. Dan barst er een bommetje, stilletjes, enkel de bekende opgeheven vinger, van de achterkant getoond. Nog geen tijd genomen om me te verschonen (ongesteld), eerst die ketting scherp, dan de douche opzoeken. Boos is Marc weer een kilometer lopen in de miezer, de ezels weer thuis. Vooral Sarko is een puber en los van dat; Die maakt misbruik van zijn verzorgers op hun zwakke momenten. Ik duik, ook boos, de badkamer in, kalmeer.
Stel Lief daarna voor 4 keuzes, 2 daarvan betreffen een knuffel, te krijgen of te geven. Eén voorziet in het bedekken met de mantel der liefde, de moods, doomsday zelf. Waar ik nog steeds niet precies van op de hoogte ben, dat het hem juist deze dag zo zwaar te moede is geworden. Hij is vrij te delen, of juist niet. Als we met elkaars stemmingen meegaan wordt het helemaal een tranendal, dus doe ik mijn ding, zo goed mogelijk.
De 4e keuze is een noodsprong. Tas pakken en 'naar boven', het koude appartement met zijn elektrische radiatoren en tuinvogeltjes in de kersenboom achter het balkon. De kerkklok die een horloge overbodig maakt, het trieste weer en de mist die het uitzicht weg neemt. Hij kiest; Ik mag er even tussen uit.
Lichtelijk ontzet, maar met respect voor zijn keuze, huis en haard voor zich alleen en het zonnetje in huis verdreven, rijd ik met een bijna lege tank naar boven. Ren de super in voor noodrantsoen, waaronder wijn en chocolade, en moet wat locals groeten en vriendelijk zeggen dat het goed gaat met het makkelijke 'Mais oui, ca va, ca va!' 
Vijftig meter verder zie ik de koppen achter het raam van de kroeg. Die blauwe Def Campingcar is een blikvanger (understatement) en mijn route bekend, zo ook de roddels op de drukke zaterdagavond met de pizza-kar net in bedrijf. 'Negeren', neem ik mezelf voor en kies voor het kleinste parkeerterreintje achter de pastorie. 
Ik sta nog niet naast de auto of heb al spijt van het willen verstoppen van de auto, om me volgende week niet te hoeven verantwoorden op de markt. U mag weten; Zo'n klein canton, ze kennen je allemaal.
De pastoor roept me. Zonder jas, een tricot trui, rond gezicht met de heldere blauwe ogen, een gouden ketting op de borst waar een opzichtig kruis aan bungelt. Ik loop maar even naar hem toe, maar ben allerminst in de stemming om een stichtelijk gesprek te gaan voeren.
Hij verhaalt; Dat de parking niet voor iedereen is. Dat de auto wel erg groot is. Waar komt u vandaan? En wat komt u hier doen? En nee, die parkeerplaatsen zijn voor de kerkgangers. Onderwijl roept hij zijn twee katten tot de orde die de geuren van onze 4 inspecteren op de Blauwe. Tot aan het dak toe moet geroken en bezichtigd worden. Dus stap ik over alle reserves heen. De pastoor is wel wat gewend met in totaal 60 kerken in het hele canton. Hij maakt nu kennis met 1 van zijn schaapjes, een van huis uit protestants schaapje. 
Ik schraapte afgelopen jaren al wat witte voetjes bij elkaar zo her en der. Het bleek handig, waardevol en eindig op Marc's doomsday niet voor niets in een veilig, bijna altijd beschikbaar appartement, van alles voorzien dat ik in geval van nood nodig heb. Beter als creperen in een landrover zonder badkamer of internet. Dus die pastoor 'd'ici' kan er ook nog wel bij, zeker vandaag.
In gebrekkig Frans, nog steeds, is het de beste herder al snel duidelijk dat ik even ben gevlucht om erger te voorkomen. Dat ik zelfs een sleutel heb van een dame gelieerd aan de oud burgervader van de grootste gemeente van het canton. Dat ik toch echt 'uit het zicht' wens te blijven en daarom koos voor 1 van de 4 vakjes op zijn pastorie. Ik ben nu eenmaal ook van hier, ik lach hem vriendelijk toe en laat ze doorschemeren wat hij denkt te willen zien.
Terwijl ik de tas met spullen voor 2 dagen en een doosje boodschappen uit de auto hijs hoor ik hem nog roepend vragen naar mijn naam. "Martine, meneer de pastoor, en u?" "Marc, roept hij, van Marcus."
Een verhoor van de pastoor, op doomsday. Dat kon er ook nog wel even bij.

24 Uur later ben ik weer prettig thuis. Om de knuffels te geven. De groeten van meneer pastoor over te brengen. Dezelfde naam, dezelfde ogen. En een wit voetje op een parkeerplaats voor zijn schaapjes.