vrijdag 27 maart 2015

Franse bijstand voor Dummies Fase 2

Terwijl we een kleine parkeerplaats opdraaien naast een rotonde een stuk buiten Rodez, om een overvol restaurantje binnen te stappen voor een makkelijke hap, vind ik eindelijk de woorden om mijn gevoel uit te drukken. Het is net of ik net weg rij van een indrukwekkende begrafenis. Maar het verlies dat ter aarde werd besteld is mijn soevereiniteit en vrijheid. In een democratie ben je vrij, suggereert men. Maar als je op het arbeidsbureau zegt een autonoom leven te willen creëren, dus geen tijd hebt om voor het minimum loon een flutbaan te accepteren (die er niet zijn), zegt de zuurpruim of jonge pik vanachter het lege bureau grof 'NON'. Wil je voor jezelf zorgen? Wat denkt u nou, mevrouw, meneer? Maar dat is toch niet mogelijk. Nee, dat blijkt.
Het restaurantje blijkt overvol met bouwlui die hun tientonners rondom het pandje hebben geparkeerd. We besluiten dan maar een pizza te kopen in het tentje tussen de wasserette en de hondentrimsalon, alwaar een telefonerende dame een klein hondje aan het trimmen is dat vastgesnoerd staat in een heuse hondensling. De koude harde wind laat me me ellendig voelen, het is het angstzweet dat me een ziek gevoel geeft. Marc heeft nooit in Frankrijk gewerkt, niet voor het systeem, die 3 maanden voor de couvreur blijken een soort van verjaard. Mijn paperassen zijn niet compleet en waar is je contract dat je nu hebt? Dat blijkt automatisch verlengd te worden en kan bewezen worden met het loonbriefje. Dat van maart heb ik natuurlijk nog niet. Dus inschrijving is wel gedaan, maar het felbegeerde formulier dat Aurelie nodig heeft om de bijstandsaanvraag compleet te kunnen maken helaas nog niet. 
Mijn oude zuurpruim heeft ze al 35 jaar voorbij zien komen; die kanslozen. Doordat de Aveyron leeg blijft lopen, zo wordt de lijst met vacatures ook steeds korter. Ik heb doodleuk gezegd dat ik full-time boomverzorger wil zijn. Dat is mijn vak naast hovenier. Maar mijn uurtarief is 8 keer het minimum loon. De man verschiet van kleur als hij dus mijn gewenste verdienste ingevuld ziet. Dan maar femme de ménage en hoeveel ervaring ik heb. Genoeg, maar ook daar is geen vacature voor vrij gezien het lijstje van 2 baantjes; onderhoudsmonteur voor agrarische machines en directeur bij een wasserette. Nope, ik ben officieel bestempeld als kansloos. Zoals ooit in Nederland 100% arbeidsongeschikt.
Zuurpruim ziet alles. Ook dat ik niet alle 'attestations destinee a Pole d'Emploi' bij me heb. Dat zijn de uitdraaien van al mijn klusjes voor ADEL. (Een bureau dat particulieren voorziet van personeel voor eenvoudig werk.) Ik krijg het Spaans benauwd. Zuurpruim ziet dit ook en vraagt tussen neus en lippen door, terwijl hij vakjes aan blijft vinken zonder me ook maar iets te vragen, hoe het leven is in onze uithoek. Dat het zo koud is 's winters, en zo stil en gesloten. Subtiel, het ontspant me. 
In de kamer naast me hoor ik Marc zijn poging doen zo goed mogelijk door het onderhoud heen te komen. Hij heeft een jonge enthousiaste medewerker getroffen die wel brood ziet in Marc zijn 3D skills. Dus blijft de jongen proberen om te kijken of er toch niet iets is in de automatisering. Marc blijft stug zijn krappe niche benadrukken. De lijst met vacatures is voor hem schrikbarend lang, dus ook Lief heeft reden voor het angstzweet. Hij staat relatief snel buiten met het begeerde formulier. Ik zal nog even door moeten naar de dependance om de onderste papieren steen boven te krijgen (wat volgende week pas gaat lukken).

De bevlogen pizzabakker stelt met een brede lach voor om 1 grote pizza twee smaakjes te geven, één voor de ene M en één voor de andere. Terwijl de pizza de 360 graden ingaat zet ik een grote mok gember-citroenthee in de Blauwe en kijk om me heen. De thee doet me goed, het om me heen kijken niet.
Het valt me opeens op hoe lelijk alles lijkt in stedelijk gebied. De auto's overal, de voorbij denderende vrachtwagens op weg naar een hapje midi, de strakke daken van lei met kleurloze hagen. De rotonde met wanstaltig monument dat voor authentiek door moet gaan. De winkels waarvan er 13 in een dozijn aanwezig zijn. Zelfs de plantsoentjes zien er vies en uitgeput uit, het gazon vol zwerfvuil en hier en daar een madelief. Ook de bloeiende rozemarijn naast de ingang van de wasserette heeft zijn beste tijd gehad.
Met de warme pizza op de knieën verlaten we de treurnis. 

We zoeken een pad de Causse Comtal op en duiken een bos in met enkel jeneverbessen. Maken de pizza soldaat, stress maakt hongerig. De wind blijft hard en koud. Ik bespeur natuurlijk gedroogde jeneverbessen. Goud waard, ze zijn geneeskrachtig, onmisbaar in bepaalde gerechten en te duur om te kopen. Ik verlies mezelf in het verzamelen van een halve mok geurige besjes en realiseer me dat stad en drukte, de idioterie waaraan we ons soms moeten conformeren ons niet goed doet. Terug naar de eenvoud, het oer-gebeuren wrikt me wat los van de stadse stress. Ook al is de Causse leeg, kaal en alles behalve mooi, het is puur, natuur(lijk) en eerlijk. Dit terwijl ik de naaldjes uit mijn handen en vingers trek, jeneverbesstruiken zijn venijnig. De zon schijnt, de lucht is blauw en ook fase 2 van Franse Bijstand voor Dummies is achter de rug.

Terwijl ik me in groener gebied waag richting de dependance zie ik steeds meer bloesem en groene velden. Zelfs een enorme oude Magnolia. Nog snel even de brievenbus openen om te zien of mijn verjaardagscadeau van mijn ouders al is gearriveerd; Een doos met 22 verschillende soorten zaden voor groenten van Vreeken Zaden. Maar helaas, de post is me ook vandaag net niet snel genoeg. Leegte, vol bomen, houtwallen, stroompjes, ravijnen, rotspartijen en bossen met hier en daar een dorpje met de geliefde lauzes op de daken, grove stenen muren en hier zonder stucwerk in alle kleuren geflankeerd door reclameborden. De jonge knul ziet me bezweet met de dikke map het kantoor binnen stappen. Alleen de schoonmaakster is er en verder bemant hij de boel alleen. Wat een extra gedoe, maar ook hij is een doorzetter en legt me uit dat zuurpruim de werkwijze van ADEL niet snapt. 'Hij belt maar' krijg ik als advies en noteert dat ik volgende week 3 andere 'attestations destinee a Pole d'Emploi' kan komen halen.

Dan op de vrijdagmiddag door naar de familie Ravelac; Poetsen. De stokoude labrador blaft niet, ligt te soezen in de zon. Meneer zit zijn pruimpjes te eten, want die darmen willen niet meer zo. Ook getuige de staat van het toilet iedere week. In het schriftje heeft het inmiddels lieve ijskonijn (de nog thuiswonende dochter) genoteerd dat haar vader vandaag wel wil wandelen. De man durft alleen niet meer, te bang om te vallen. Het erf is alles behalve plat, dat heb je met die Limousin-koeien, eenden, konijnen, katten en 60 hectare weiland. 
Maar meneer zegt met volle pruimenmond 'nee' als ik hem vraag of we een stukje over het erf gaan wandelen. Ik veronderstel dat 'ie geen vreemden mot' en ga stofzuigen, maak de bedden op, poets het toilet weer blinkend en haal een lap door de kleine badkamer met plastic douchecel. Terug beneden in de woonkeuken om de spullen op te ruimen zit de oude boer op de bank voor zich uit te staren. Ik stel een 2e keer voor een ommetje te maken en zeg hem dat de koude wind is gaan liggen. Warempel  lijkt de man op te veren om de half slof half schoenen over de hielen te trekken. Hij wil, eindelijk, nadat ijskonijn al maanden hem meer wil zien bewegen. Jasje aan, ik spoed me naar de hal voor de schoenlepel en zijn stok. De hond is dolblij dat er gewandeld gaat worden, de katten kletsen me de oren van de kop terwijl meneer Ravelac voetje voor voetje het grove stenen pad afloopt. Ik kan nu eindelijk de dikbillen zien. Die prachtige Limousin koeien die met kalf op stal staan. Al 3 jaar zou ik meer van de boerderij willen zien dan alleen dat sobere woonhuis met 3 ongetrouwde inwonende kinderen. Jean komt ons tegemoet, schudt me ongegeneerd de vuile hand en lacht. Eén van de eenden die een pauze neemt van het broeden op 18 eieren vergezeld ons ook een stukje. De oude stal met het lage plafond herbergt 7 koeien waarvan 2 met een week oud kalfje. Twee e-n-o-r-m-e stieren van een 600 kilo staan er zoetjes bij, strak aangebonden middels een ketting. Voor de heren en de moeders vinden de Ravelacjes het nog te koud op de weide. In de grote stal is een dame die zich wel wil laten aaien en ze maakt grappige bewegingen met de imposante kop. 
Ik houd van dieren, alle dieren, maar nog het meest van de dieren die de mensen na staan; boerderijdieren.
Een cadeau na deze rotdag waar M&M zich moedig -of met de moed der wanhoop- doorheen slaan. 

Thuis ga ik snel mijn eigen beestjes verzorgen. Varkens een emmer, ezels een plak hooi, de hond haar brokken na een dag alleen en waken, de kipjes een extra graantje voor het op stok springen, dit terwijl wat katers ons nalopen. Terwijl Marc vuur maakt in de schouw en een lange warme douche neemt, neem ik de berichtjes van de dag door. Een groot cadeau in de vorm van een donatie. En dat van een onbekende, die ik gelukkig wel kan leren kennen de eerst volgende keer ik een rondje zuiden doe. Pleisters op de wonde, dat verzacht.
Fase 2 is achter de rug. Leuk of makkelijk zal het nooit worden. Maar het ons gesteund weten is een enorme troost.

1 opmerking: