zondag 2 februari 2014

natuurlijk weer

Tijdens mijn afwezigheid heeft het zo ongeveer non stop geregend. Daarvoor ook. En daarna ook.
Het is dus rotweer. Of toch gewoon weer weer. 'Gewoon' zeg je? Ja, gewoon.
De winters zijn niet Zuid Frans. Het blijkt hier wel kouder te zijn voor die vast geroeste begrippen. Maar dat is inherent aan het wonen in de bergen. We denken na een heuse moesson altijd dat het niet erger kan. Ondanks fikse bosbranden aan de overkant, ieder jaar wel landverschuivingen of ter bescherming tegen minus 21 alle kranen op drup en 's nachts eruit om de kachel te vullen, in de schuur. 
Marc heeft na 3 weken de modder & drek in zijn up trotseren helemaal gehad. Op afstand begreep ik het. Voelen doe ik het nu. Aan een knie die 4 keer per dag op en af door de modder moet waden om bij de stal te komen en te kijken of er nog landverschuivingen zijn of omgevallen bomen van formaat.
Het regent, non stop. 

Marc heeft ondanks de nattigheid doorgewerkt aan de bandenmuur om de grond van de oprit een degelijke opsluiting te geven, als basis zo'n eeuwenoud droog gestapeld stenen muurtje. Het is geen schoon gezicht, maar voor ons de ideale oplossing om toch een groentetuin aan te leggen die niet uit- en wegspoelt en qua onderhoud te doen is. Ook verbreed het de oprit.
Vorige week zaterdag was de zwaarste van 3 aardschokken. Het was donker, de muziek stond hard en ik zag 5 vlekken opstuiven, wegschieten en in het tochtgordijn hangen. Ook denk ik Castel te horen blaffen en vlieg naar buiten op mijn sokken. Het gerommel was dus niet onderdeel van de muziek die gestopt is. Afstandsbedieningen zijn ideaal.
Boven is het af en toe sneeuw, die regen. Maar overdag is dat al snel slush puppy wat het hier laat bulderen in het ravijn, zomers een miezerig straaltje net genoeg voor het slurpen van Sarko. De beek barst vertrouwd uit zijn voegen, gevallen bomen vormen eekhoornbruggen over het ravijn en zonder kaplaarzen aan kom ik buiten nergens. Flarden wolk blijven hangen in de gorges, druppels aan de kale takken. Van een afstand zijn de loofbomen nu zacht ingepakt in heksenvingermos, in ochtendlicht een verfijnd spel van fosforescerend licht.

Tijdens de regen doen de katers niet veel anders dan slapen, knus.

Spul te koop als off-grid object.

En tja, aardschokken kracht 3.9 op de schaal van Richter, de hoeveelheid regen en een net iets te snel gebouwde muur resulteert in onderstand beeld. Foetsie zijn de maanden handwerk. Daar wordt een mens treurig van. 

De rode lijn is een breukvlak met scheuren, de blauwe lijnen de oprit...
Het regent nog steeds.

Deze machine is van plastic, helaas.

We noemen het natuurgeweld. Misschien alleen maar omdat we het niet de baas kunnen. Of tegen beter natuurlijk weten in toch onze plaats op aarde opeisen alsof het allemaal van ons is. Plak er maar een geldelijke waarde op, dan is het duidelijk. Moeder aarde is een stuk duidelijker. Die zucht en beeft, spuugt uit en verzwelgt. De scheuren in de zanderige aarde en het verzakte stenen bankje op de rand van de oprit spreken boekdelen. Dat bankje moet weg, misschien dat die anderhalve meter oprit er toch wel aangaat. Want de bandenmuur, het werk van zovele maanden, is volledig in elkaar gedonderd. Drie banden liggen tussen rivier en moestuin in spe. De stenen muur waarop een deel van de bandenmuur rustte is bezweken, een flink zanderig spoor trekkend over alle oude terrassen die zich uitstrekken tot aan de oevers van de rivier.



Wie niet sterk is, moet slim zijn. Een bandenslee voor over de modder, ideaal. De entourage is nat en somber. Laat me dat nou weinig kunnen schelen. Ik struin ploeg door de natte bossen en geniet volop van wat ik zie en ruik, hoor vooral; water. Wat nou 'natuurgeweld'. Niks ervan en het weer is niet in de war. Het weer is de stem van de aarde en luisteren blijkt lastig!
Zodra ik me verzoen met lange regenperioden, zolang ik de bulderende rivier en de modder voor lief neem en gezamenlijk met modderneuzen het stalpad nog verder omploeg, voel ik een vrede met wat er is. Niet met wat komen gaat. 

Modder, niets aan te doen


Ook bij de goot, de enige toegang tot het bos met het stalletje waar veel van onze droge voorraad hout ligt, ligt een verzakking in het verschiet. De cementen goot met ijzeren roosters is geknakt en naar de helling toe aan het verzakken. Ook weer een erg oud muurtje dat toen misschien een pad voor zwaar belaste ossenkarren moest houden. Geen Defenders vol eikenhout of een kubje zand. Ik prop het geduldig vol met lauzes in alle maten en diktes. De overloop van de bron kan zo niet stuk gaan, doekje voor het bloeden. Het zoveelste doekje.

En Sarko? Die is waterdicht.