woensdag 29 mei 2013

De Franse droom

Ze zeggen vaak 'Zodra je in het Frans gaat dromen, komt het wel goed met de taalbeheersing'.
Nagoed, wat weken terug was het zover. Een niet zo heel bijzondere droom, maar wel volledig in het Frans, met de Fransen en in de volledige afwezigheid van ook maar één kaaskop. 
En ik heb nooit figuurlijk lopen dromen van een leven in Zuid-Frankrijk, echt niet! Ik kon me er geen voorstelling van maken. Naar mijn gedateerde idee was dit iets voor de rijken. Of voor mensen met een camping-ambitie die in het gelukkige bezit waren van wat centen en een partner die de droom moest delen, uiteraard. 
We zjoeven door het verregende landschap. We halen auto's in, op z'n Frans. Iets dat we met de Blauwe en met de Rode niet willen, niet kunnen, maar vooral niet durven. De radio staat aan en de verwarming verraad dat het weer niet meewerkt, de elektrische ramen potdicht. We kletsen heel wat af, in het Frans. Ook over mijn aller eerste droom in het Frans en hij begrijpt waar ik het over heb. Ook hier is de uitdrukking bekend. 
Ondanks dat ik me licht verslapen heb, gaat de conversatie spontaan en goed, Franse ditjes en datjes. Gespreksonderwerpen die ondenkbaar zijn in Nederland. Ik voel me een vis in het water en niet omdat ik goed kan zwemmen en me niet al te veel stoor aan zware langdurige regenval, maanden lang.
Bernard drukt op een knopje en een liedje overstemt plots de ruitenwissers en de banden die door het water ploegen; Israel met zijn Over the Rainbow. Ik zing en neurie mee zo hard ik durf. Verbaas me over mijn comfort-zone die ik niet zo snel heb in gezelschap, zeker niet om mee te zingen met de radio. Marc verkoos thuis te blijven, Bernard kan door het weer en zijn knie het dak niet op en heeft offertes nodig voor een gedeeld lapje grond met een dode boom erop.
Dat lied van Israel Kamakawiwo'ole gaat even via kippenvel en rillingen van geluk door mijn lijf, terwijl ik naar buiten staar en al neuriënd Bernards gezicht vermijd. Ik droom even, over een droom die ik leef en nooit gedroomd heb. Want wie droomt er nu van een leven met hard ploeteren, crisis-stress, regen in Zuid-Frankrijk en de haast onmogelijke opgave om een bedrijf te laten groeien met zo'n enorm gebrek aan taalbeheersing? 
Een geluksmoment dat bevestigt dat alle gemaakte keuzes ooit, goed zijn. Ze brachten me hier en nu, in de auto van een medemens. Samen dromen we. Hij van normaal werkweer, ik over het moment dat ik leef en tegelijk droom. Ik moet mezelf even knijpen, zachtjes maar. Om te weten dat ik niet droom, maar wakker ben en de droom leef.

Dromen lijken bedrog. Beter is eerst te leven en daar je droom van te maken. Dat droomt een stuk prettiger en het voegt veel toe aan je levensgeluk.

2 opmerkingen: