vrijdag 30 november 2012

Cijfers

Bovenstaande afbeelding is enkel van Open naar Frankrijk en geeft niet het complete beeld weer.

Ik blog al sinds mei 2008. Dat maakt meer als 4,5 jaar, 55 maanden en een kleine 2000 logs. Daarvoor schreef ik in schriften, op velletjes wc-papier, kleine notitieboekjes en verder op de achterkant van kassabonnetjes of andere stukjes onbeprint beschrijfbaar materiaal. Veel daarvan is zoek geraakt, verbrand, versnipperd of ligt nog in een kist tussen foto's en andere herinneringen als kindertekeningen, brieven en wenskaarten, artikelen en een enkel overlijdensbericht. Archief dus. Het archief van een weblog is niet tastbaar, maar moeilijk te verliezen. Of eind dit jaar moet internet verleden tijd zijn net als elektriciteit en andere moderne middelen die we als vanzelfsprekend ervaren. We zouden dan in ieder geval terug grijpen naar de drukkunst, echte boeken gemaakt van papier. (sorry bomen)
Maar even terug naar mijn archief van een kleine 2000 berichten al dan niet gepubliceerd of als concept nog steeds op het systeem. Ik gebruik sinds oktober 2009 Google Analytics. Een extra stukje software dat websites waar je de beheerder van bent analyseert met diepgang en accuratesse. Af en toe pittig de gegevens te vinden en te lezen, het programma wordt meestal gebruikt door bedrijven en hun eigen analytische breinen die de cijfers in de gaten moeten houden. Je kunt het zo gek niet bedenken of het wordt via dit programma bijgehouden en netjes voor je op een rij gezet. Ook de support en het hulp-forum zijn ongekend, snel en behulpzaam. Ik heb nooit langer dan 24 uur hoeven ploeteren om een probleem op te lossen. Nu scheelt het wel iets dat Blogger ook van Google is. Ik ben zo gezegd 'vergoogled'. Of dit zwart of wit is, slecht of okee? Geen idee.

Tot op heden;
Ik heb 96.644 bezoekers gehad
Waarvan 31.159 unieke IP adressen/bezoekers
Een 174.723 pagina's zijn bekeken
Men bleef gemiddeld 2,5 minuten plakken op mijn weblogs, per bezoek
69% zijn steeds terug kerende bezoekers
31% zijn nieuwe bezoekers

Ik kan met niemand vergelijken. Of dit veel, lang, triest of succesvol betekent weet ik ook niet. Dus eigenlijk zegt me dit overzicht helemaal niks, maar toch heeft het een stimulerende uitwerking om te blijven schrijven, ook voor mijn lezers. Een ruime 30.000 unieke bezoekers bevatten een hoog percentage aan steeds terug kerende lezers en zelfs relatief succesvolle magazineredacteuren zouden scheel zien van jaloezie bij deze aantallen.

donderdag 29 november 2012

Begane grond

Net voor ik weg ga bij Nadine vraagt JP me om de oude mevrouw Ravelac zijn vriendelijke groeten over te brengen. Net iets ouder als hij, maar uit een heel andere laag van de hiërarchie, zal ze dat wel heel leuk gaan vinden. Ik verwacht de no-nonsense dochter weer aan te treffen, maar het is stil op het erf. Zelfs de dikke witte eenden zitten bij het hekje naar de moestuin wat te suffen en de zwarte labrador is ook nergens te bekennen. Zodra ik om de Rode heen loop richting het bordesje zie ik achter het gebobbelde glas van de voordeur een kleine gestalte aan de deur morrelen. De oude mevrouw Ravelac is alleen thuis en is nog zenuwachtiger als ik dat ze 'haar' werk aan mij over moet laten. Ze voelt zich opgelaten dat er een klein briefje op tafel ligt met in wel heel korte bewoording de dingen die gedaan moeten worden. Verder is er geen teken van leven. Er staat een wel heel grote Karcher in de gang. Zo'n ronde hoge stofzuiger voor professioneel gebruik. 
'Die is beter', hoor ik haar zeggen. 
Ik was al heel content met die kleine gewone van vorige week, maar neem het zoals het komt. Eerst maar eens een stofzuiger door het benedenhuis jagen om te inventariseren of ik ook op deze woonverdieping net zo veel resultaat kan boeken als vorige week boven. Tussen de stekker van het moderne apparaat in het verouderde contact steken en op de aan knop drukken breng ik eerst in correct Frans haar de groeten over van meneer de dokter. Ze begint gelijk te stralen. Overwinning nummer 1 om haar opgelaten gevoel wat weg te nemen. Dan toch maar gewoon starten met werken. Ze blijft met haar oude bips tegen het bankje in de schouw leunen, pal naast de cuisinaire au bois die de woonkeuken netjes heeft opgestookt tot een luttele 25 graden, vergezeld van een enorme pan pot au feu die borrelt, maar waar geen geur van onder het deksel kan komen. Boeren winterkost. Uiteraard warme schoenen, dikke kousen, die eeuwige bloemetjesjurk waar franse boerinnen het patent op lijken te bezitten en een schort voor alsof zij de poets is. Haar ogen volgen me nauwkeurig en ik blijf ze voelen tot ik de hal op loop met de herriemaker achter me aan, reeds met de verlengde reikwijdte middels dat verlengsnoer. Ik vertrouw hier geen enkel stopcontact. In de hal trek ik de deur wat toe, dan kan zij rustig plaats nemen, verder met haar krant zonder dat die herrie doordringt. Bijna stokdove mensen zullen nog weten dat deze stofzuiger aan staat, wat een herrie!
Halletje snel gedaan, door naar het trappenhuis met het toilet dat een flauw peertje heeft en een dubbele wasbak met blijkbaar verweerd porcelein. Op dezelfde verdieping is een niet gebruikte slaapkamer die vol spulletjes staat die boven in de 4 kamers ontbreken, deze kamer mag ik overslaan. Achterin de laatste grote slaapkamer. Daar leeft het nog meer, de slaapkamer van de oudjes waar het zonlicht door de vitrages de zeegroene sprei laat baden. En verbleekt. Op de terugweg durf ik pas weer de badkamerdeur open te doen. Wat een stank! Piesvlekken rond de pot, de deur aan de achterkant vol bruine spetters, licht bruin moet ik zeggen, herkomst waarschijnlijk niet onbekend.... Even twijfel ik of ik de oude dame naar huishoudhandschoenen zal vragen, ik krijg al jeuk van de geur als ik de deur open doe. Onthand sta ik even te kijken naar de gelig aangekoekte wasbakken, het stof op ieder randje, plankje en riggeltje en het niet meer witte plastic van de verhoogde toiletbril. Gatver! Merde... andere koek. Dat stofzuigen was zo gedaan, ik neem mezelf voor dit smerige hok zo goed schoon te maken dat ik desnoods iets dat minder vuil is kan laten schieten. Twee uur is twee uur en gezien de dieselprijs geen kwartiertjes cadeau. Ik besluit niet te gaan zeuren om handschoenen, van die roze rubberen dingen. De dochter heeft me wel een plezier gedaan met een nieuw schuursponsje en super-chloor. Dat ze zelf niet zoveel huishoudelijke kaas heeft gegeten is duidelijk en ook niet erg. Haar man komt met vieze handen even om het hoekje kijken, leunt lekker tegen de toch al zwarte deurpost aan en vraagt me met een wel heel vriendelijk blij gezicht of het gaat terwijl hij zijn ogen over mijn handen laat glijden die dat vieze ding vasthouden in een heet al licht geel sopje dat sterk naar chloor ruikt. Zijn gezicht spreekt dankbare boekdelen, want zijn buitenneus die toch heel wat soorten stront en pis gewend is als boer, blijken blij met de frisheid die voor de verandering uit het toilet van zijn schoonouders komt. Dat ik al lang en breed bezig ben gewoon op de afgesproken tijd na de frisse nieuwe ervaring van vorige week doet hem goed. Je hebt ook geen kind aan me en kan net zo no-nonsense zijn als zijn vrouw. In de gang zijn ook twee inbouw kastdeuren die op slot zitten, maar wel van die vettige zwarte deurposten hebben. Bij zulke vage signalen slaat mijn fantasie op hol; wat zit er achter die vaak gebruikte gesloten deuren. Maar ik ben wel opgevoed en laat het bij wat filmische fantasieën.
Oude mevrouw Ravelac gaat bij de kippen 'kijken', maar vindt het veel te koud buiten, ze is in een mum weer terug. Ook de 25 graden binnen zijn niet warm genoeg en ze houdt voor de rest van het leunen naast het fornuis haar winterjas aan. Het is koud, ik geef het toe, toch zeker rond het vriespunt. Dat haar dochter gewoon thuis blijft wonen, met man, en het boerenbedrijf voort zet en voor haar ouders zorgt, vind ik heel gewoon. Toch besef ik me dat veel ouders, de mijne ook, dit niet eens zouden willen. Het oude dametje knijpt me bijna in de wangetjes en ze merkt dat een gewoon eenvoudig gesprekje best kan. Die badkamer kan nooit meer blinken. De WC-pot krijg ik nooit meer schoon, die is op z'n zachtst gezegd verweerd. Maar fris is hij wel en zoveel tijd kostte het ook niet. Ik hoor haar denken terwijl ze me gadeslaat als ik de ramen lap -met glasex en een stuk T-shirt- 'wat kan ik nou toch eens doen om mee te helpen?' Ze is lief, blij dat ik er ben. Ze is ook maar alleen. Te vaak, en ze zit en leunt en sloft maar wat, kan niet zoveel meer. Samen konkelen we over het beste goedje om de keukenvloer te dweilen met een borstel op een stok en een dweil. Ik zie St.Marc staan, een soort kruising tussen waspoeder en soda. Het is geweldig spul, zelfs cementsluier krijg je ermee weg, vet, aanslag, alles. Correctie; aangekoekte pies ook, maar de achterblijvende kleur niet- Maar dat is niet veel meer. Ze vraagt me of ik weet of er iets anders is. Ik zie de fel oranje fles vloerspul staan met het bekende zwarte kruis op de achterkant van het etiket. Onze blikken gaan naar het onbehandelde houten parket dat zij al duizenden keren gedweild heeft, haar huis. Dat er nu een vreemdelinge haar huishouden doet mag best onwennig zijn, daar heb ik veel begrip voor. Ik kijk haar aan met ogen die zeggen; geef mij maar een restje ouderwetse St.Marc mevrouw Ravelac, komt goed, uw poets houdt wel van de oude eenvoudige stempel die net zo goed is. Tevreden drentelt ze terug naar haar leunplekje bij het wel erg hete fornuis. (Deze op hout gestookte fornuizen zijn onverslijtbaar en doen ook vaak dienst als CV.) 
Ergens dacht ik bij binnenkomst dat het ondoenlijk zou zijn die ogen twee uur lang op me te voelen. Na twee uur ben ik aan het dametje verknocht. Ze mag in mijn wangen knijpen en mij vertellen hoe ze het hebben wil. Dat zal ze nooit doen, want ik ben de vriendin van de vrouw van de dokter en vreemdelinge bovendien. Het moet voor haar ook wel raar zijn; altijd een arme boerin zijn, je handen en rug stuk werken, in de koeienstront staan, je eigen beesten slachten en dan in de herfst van je leven een heuse hulp in de huishouding kunnen hebben die d'r ding doet alsof ze thuis is. 
Ik denk dat mevrouw en ik de beste maatjes worden. 

Een huisvriend

Er is maar één persoon in de hele regio wiens humor ik begrijp. Maar één persoon die me al wat plaagde om me op een leuke manier te provoceren en me dwingt Frans te spreken zonder al te veel handen en voeten. Eén man die zich ook verdiept in mijn komaf en me doodleuk op een leesstoel drukt met een internationaal wekelijks opinietijdschrift in het Frans om me te laten weten dat ik al best aardig begrijpend Frans kan lezen. De echtgenoot van Nadine, monsieur le docteur, le patron de la maison die zich geliefkoosd en verzorgd weet door de vaak hyper-actieve 26 jaar jongere Nadine. Op donderdag ga ik eerst naar de markt, loop dan door om bij Nadine het middagmaal te gebruiken, en koffie en een uurtje extra overbruggen om daarna het huishouden te doen van familie Ravelac. Ik heb vandaag niet zoveel zin in converseren, gezellig doen met de eeuwige glimlach op mijn gezicht. Ook is het somber, koud weer en het sneeuwt fijntjes. Een uitgelubberd theezakjesgevoel zeg maar. Ik bel aan, maar loop gelijk door. JP weet dat ik kom, hij ontvangt me als een vriendin en vraagt met interesse hoe het gaat. Die vraag retourneer ik altijd maar. Nadine verhaalt 's avonds altijd uitvoerig over mij en maakt verder reclame voor mijn multi-tasking kwaliteiten. Ook weet ik dat de 30 jarige zoon van Nadine zo goed als zich inwonend beschouwd en Nadine ontfermt zich ook drie weken over haar moeder die even bij moet komen van wat weken ziekenhuis. Dat valt niet mee voor Nadine, haar moeder blijkt een licht depressief handenbindertje, daarvoor alle begrip. Maar Nadine mag de zorg voor haar moeder alleen op zich nemen ondanks 2 zussen en een broer die allen dichterbij moeders wonen, maar het veel te druk hebben. Nu ben ik al gewend aan het tegen het lijf lopen van twee kanten van hun familie en mijn beeld ervan wordt steeds completer. Toch is het nog even wennen een huissleutel te hebben en er net zo binnen te kunnen lopen als hun schoonmaakster Danielle die zich heel onderdanig opstelt en knipt en buigt voor meneer de dokter. Eerst voor mij ook, ik was toch de vriendin van de vrouw van de dokter. Nu kind aan huis, ik eet zelfs mee en doe hetzelfde werk als zij. Ja, het schept een band. 
Nadine is nog even snel vis halen op de markt, haar zoon ligt tegen midi aan nog puberaal op zijn bed. Werkt zeker ook vaak 's nachts, net als dat ik tot in de vroege uurtjes prefereer te schrijven in alle stilte. Moeders is op de markt, ook haar zal ik wat later leren kennen en zo zitten JP en Nadine ook buiten het hoogseizoen aan tafel met 5 personen. Ik voel me een stuk beter na het begrijpen van wat volwassen artikelen in het magazine en JP en ik gaan een gesprek aan waar later op ingehaakt wordt door de rest van de aanwezigen. Moeders blijkt gewoon wat afleiding nodig te hebben en een klusje als het zoeken van de juiste knopen voor iets dat Nadine gaat verspijkeren. JP wil voor ons wat te drinken inschenken en komt terug met twee flessen; water dat ik uit onze kraan tapte, echt bronwater, citroensap, een zeer sjiek glas -om me te plagen, want voor de anderen pakt hij gewone glazen- en een citroen. Die is voor de vis, dus loop ik met alles lachend naar de keuken om de citroen daar aan Nadine te geven en te verifiëren of het klopt dat hij me loopt te plagen, zoals gebruikelijk. Uiteraard!
Het plagen wordt voortgezet tijdens de maaltijd. Ad rem ben ik nooit geweest en zeker in het Frans lukt dat natuurlijk niet. Maar blozend en al schenk ik mijn tafelgenoten een veel betekenende pokerface en laat me niet van de wijs brengen. Lol hebben we en verse vis met rijst, een voortreffelijke tonijn-pompelmoessalade en fruit toe -na de kaas uiteraard-. Alsof het vanzelf gaat, ben ik afgelopen jaar huisvriend geworden. Ik ruim mee af, biets een sigaret van JP voor tijdens de koffie, laat iedereen zijn ding doen en ga ook mijn eigen gang om na half 3 iedereen gedag te zeggen om te gaan soppen. Ik ben nog nooit een huisvriend van mensen geweest. Het is apart, voelt haast speciaal, terwijl het zo normaal voelt.

Uitgelubberde theezakjes

Met valse trots kan ik u melden, ook M&M hebben heibel over irrelevante dingen. Afgelopen dagen is het begonnen en het gaat over, ja echt!, uit gelubberde theezakjes.
Sinds een aantal maanden drinken we één keer per dag koffie, 's ochtends om wakker te worden. Die goedkope koffie die toch wel smaakt, omdat we hem zetten met bronwater in een cafetière. In plaats van decaf in de avond doen we nu thee. En niet een zakje in een mok, we zetten een heuse pot thee waar 4 flinke mokken uit komen. Lief houdt de 3 zakjes per pot, met op de labeltjes een tekeningetje dat het zakje voor 1 kop thee bedoeld is, er 3 of 4 dagen in. Na de tweede dag is het geen thee meer. Het smaakt naar heet water, de zakjes zijn uit gelubberd en hij vindt het een andere manier van bezuinigen. Met creativiteit heeft het weinig van doen, maar vooruit. Ik heb het even een paar weken aangezien en gewacht met de mok thee terug de pot in gieten om er één nieuw zakje in te hangen, 10 minuutjes te wachten om vervolgens minder hete echte thee in te schenken. Ik dacht slim te zijn door halverwege de dag tijdens het passeren van de theepot op tafel de zakjes eruit te halen en weg te gooien. Maar dat viel hem 's avonds al gelijk op om pissig maar een halve pot thee te zetten met 1 zakje erin en zelf maar een glas water te drinken en om half 9 naar bed te gaan. Zucht.
Waarom 'we' dan niet ook twee dagen gaan doen met die drie schepjes koffie? Beetje slappere koffie om de dag is toch hetzelfde als een beetje slappe thee? Maar dit zie ik natuurlijk helemaal verkeerd en het is de trigger voor een supersjagrijnige man die loopt te stressen op de lange klus om de bovenkamer van een halletje te voorzien. Om de rommel uit mijn kamer weg te krijgen op een goede manier zonder dat het wordt opgegeten of verrot. Om mij lekker aan de schrijverij te krijgen. De klus duurt hem te lang, hij moet te veel improviseren, komt simpele materialen te kort en scheldt en tiert steeds meer met als resultaat; gestreste katten die overal piesen en poepen.
Waar gaat dit om?? Uit gelubberde theezakjes? Niet helemaal natuurlijk. 
De verkopen in de virtuele wereld zijn gedaald naar nul, waardoor we de server die onze winkel daar openhoudt niet meer kunnen betalen, wat betekent; weg inkomsten waar hij zo enthousiast en hard voor werkt en studeert, al 5 jaar. Paniek, ook om theezakjes die per stuk verpakt worden in cellofaan en per doosje nog geen 1 euro en 30 centimes kosten. Om de paar maanden is zijn emmer vol, maar om dat nou op theezakjes te gooien die maximaal 2x mee gaan?

Ik heb vandaag ons abonnement op het tijdschrift Genoeg stop gezet. Een besparing van een kleine 40 euro per jaar. Lijkt niks, maar samen met geen Wereldkrant (abonnement is 100 euro per jaar waar we bijna het hele jaar van kunnen koken (gas)). Googlen op het hergebruik van theezakjes leverde me de volgende website op als favoriet; Vrekkenpagina. Ik doe wel mee met zijn strijd voor minder, maar heet water met een vies flauw smaakje gaat er bij mij niet in. Dan maar geen thee, water vers en fris uit de bron.

woensdag 28 november 2012

Wedstrijden

Ik ben niet meer zo van de wedstrijden. Gokken hekel ik ook. Het is dat Marc al heel zijn volwassen leven aan de Staatsloterij meedoet en nooit meer won als 35 euro, maar van mij had hij dit af mogen zeggen. Ik zwom op landelijk niveau, wedstrijden, getuige een grote zware schoenendoos vol medailles en bekers, een knipselschrift met alle behaalde hoogtepunten. Ik had het in me om een hele goede te worden, maar de competitiedrang ontbrak me. Die ontbreekt me nog steeds, waarom zou ik me willen bewijzen dat ik ergens de beste of de snelste in ben? Ook turnen deed ik op een leuk niveau, ook daar stopte ik mee toen ik op een niet christelijke vereniging clubkampioene werd van de 'gewone groep', niet 1 keer, nee twee jaar achter elkaar. Gebrek aan concurrentie was met zwemmen en turnen de nekslag, het motiveerde niet meer. De selectie trainde op landelijk niveau en met 13 lentes zou ik dat nooit meer halen. Laat maar, dacht ik gelijk. Vriendschappelijk een wedstrijdje doen vind ik leuk, dan hoef ik tenminste niet te winnen en kan ik mijn inzet tonen voor de vriendschap, het goede doel. Maar nu komen er ineens twee wedstrijden op mijn pad op 1 dag die ik niet wil laten schieten; Een schrijfwedstrijd waar ik wel gat in zie met als prijs dat het korte verhaal gepubliceerd wordt in de uit te geven Schrijversbijbel. Dat zou leuk zijn, meer ook niet en ik oefen zo eens wat. Ik mag namelijk een overdosis additieven/bijvoeglijke naamwoorden gebruiken en daar ben ik goed in, zeggen 'ze'. Marc plaagt me ermee, een beetje om te testen of ik tegen de gegeven kritiek kan. Hij is opgelucht; 'ze kan er tegen', goed! 
De andere wedstrijd is er 1 van Photobucket. Een foto-site waar je je foto's en video's op kunt slaan, kan delen en meer features (extra's) om wat te doen met je beeldmateriaal. Fikse geldprijzen. Ik reken me niet rijk, maar ga er toch aan mee doen wat veel tijd kost. Want een picture-story in elkaar zetten is met een archief van duizenden foto's geen makkie. Welke wel en niet? Ook het uploaden gaat ontzettend traag , want onze verbinding is idem dito. Het is even zwoegen en dient een doel. Ik ga nergens vanuit, reken me niet rijk of publicaties toe, maar het hebben van doelen kan nooit verkeerd zijn, zeker deze niet.
Gebrek aan concurrentie zal ik met schrijven en fotograferen nooit hebben, dus waarom niet eens één keertje meedoen?

Marc ziet hoort me tot twee keer toe mijn hoofd stoten tegen de wand boven het deurtje dat toegang geeft tot mijn slaapkamer. Ik kan me dan soms vereenzelvigen met de speelse maar alles behalve domme ezels; maar ik stoot me dus wel twee keer aan dezelfde steen wand. Lief toch hoe hij een 'AUW-ZONE' markeert, for the time being. Die deur gaat eruit of wordt verbouwt tot degelijke-deur-op-hoogte voor een noord Europeaanse die doorgaans langer zijn als Franse boeren uit begin vorige eeuw. Hij houdt van me, kan niet anders.

Sinterklaas



Postbode Phillipe begreep het niet,
Een doos van ene Sint & Piet?
Ook M&M waren verbaast,
Hun postbode zo gehaast.
Om een doosje te bezorgen,
Vanuit Spanje, via Nederland,
Wat brengt M&M de dag van morgen?
Wat is toch die Spanje-Holland band?
Echte rookworst, speculaas,  taaitaai en een boek,
Dat is wat anders als de Franse koek.
Een tijdschrift of twee, letters van ‘chocolat du Verkade’,
En nog meer kwam er mee.
Ja, eens in het jaar,
Zijn ze ook daar.
In het land tussen Nederland en Spanje,
Met het gevoel van huiselijk Oranje.
Om vergevingsgezind de stoute kind’ren van de Sint
Te laten weten dat de liefde wint.

full moon

tis weer zover; volle maan
ben niet moe te krijgen
bleef wakker voor een eventueel laat telefoontje van een vriendin
ontwerp een tuin in Photoshop voor een kennis
ga uitgebreid kip zitten marineren in groene curry voor morgen...eters
midden in de nacht, so what?
schenk nog eens in
geniet van een knapperent haardvuur en een wijntje
antwoord eindelijk een bericht van een vriend sinds we-ken
schuif de katten een stukkie kip toe
en leeg het pakje cocosmelk op de tegelvloer; katten vinden dat zalig
probeer te bedenken of ik slapen kan
lukt niet
probeer me voor te stellen dat de Duivelsverzen van S.Rushdi zullen helpen om in slaap te komen
tijdens volle maan? No way!

bijna 1 uur in de ochtend
op facebook gebeurd nu ook niks meer
(behalve dan vrienden van overzee die typisch amerikaanse dingen plaatsen, niet echt mijn ding)
kan toch moeilijk die twee wassen af gaan halen en een nieuwe ophangen in het zwembad
met koplampje op? koud, nat en hilarisch
het zou Castel wakker maken en haar morgen een wrak (ook honden kunnen slaapgebrek hebben)
Cros is zwaan kleef aan de laatste dagen
de kleintjes zijn ondeugend, meer als voorheen, net pubers
de kippen leggen niet, niks an

en spontaan komt 'a thousend beautiful things' van Annie Lennox voorbij, oefff
soms
lijkt het leven een droom, een fantasie, een boek, een film, niet hier en nu en toch
is het nog steeds wel heel vroeg in de ochtend
en zit ik hier
in een onwerkelijk klein lieflijk huisje
dat warm is, droog
gezelschap met en zonder vacht

ik ben een rijk en gelukkig mens
mindfullness, volle maan


dinsdag 27 november 2012

Geduld

De nieuwe zijkamer met de kledingkast en de deur, nu de rest nog; Wandje dicht timmeren, gordijn voor de kast, het raam erin dat ik opknap. Het was het raam van de zijkamer beneden dat nu dubbelglas heeft. Het viel zowat uit elkaar, zo rot. Voor een raampje binnen is het nog net te doen. Alleen dat opknappen!!.... Ach, heeft deze leerling huisschilder wat huiswerk.
 Mijn kamer.... de foto zegt genoeg :-( Ik begin al niet eens aan opruimen,zinloos. Marc voelt zich ook verantwoordelijk voor deze toch grote klus. Als ik niet lekker werken kan, wat inhoud dat ik kan lezen en schrijven in stilte, ben ik net even minder te genieten. Mijn kamer is ten strengste verboden van kattenspul jonger dan een jaar. DQ deponeert graag zijn enorme drollen in de meest onmogelijke hoekjes, voor de leut, want voor zijn plas gaat hij keurig naar buiten, al stroomt het van de regen. Het kleine deurtje links op de foto wordt de hoofddeur om vanaf het halletje op mijn kamer te komen. Ook die moet nog verhoogd worden, ik stoot nu mijn hoofd. 
Geduld maar weer.


maandag 26 november 2012

De Internet-Generaties

Dato 1990; ik krijg op de havo computerles. Beetje tekstverwerken staat me nog bij, in MS DOS; zwarte achtergrond, witte letters en wat primaire kleuren, dat was alles. Het jaar erop kregen we 'internetles. Ja heus, in-ter-net! Met een grove beige kleurige telefoonhoorn op een houder die je ernaast moest leggen, of er juist op??? -vergeten- en dan een lang nummer invoeren. Daarna hoorde je een halve minuut de meest verschrikkelijke bliepjes en tonen alsof je met een fax aan het telefoneren bent. Wat er destijds mee gedaan kon worden ben ik vergeten door de enormiteit van het huidige internet. Maar de geboorte ervan staat me nog duidelijk voor de geest. Ook mijn eerste computer thuis met webcam en chatboxen, chatrooms, oeverloze lijsten met geile mannen die alleen hun toetsenbord lieten zien of een niveau verder onder het bureau. Ik was rap afgekickt. Mijn toenmalige echtgenoot niet, maar dat is een ander verhaal. Het gaat me nu even om de ontwikkeling ervan, mijn generatie die de geboorte ervan mee heeft gemaakt, de generatie voor mij die het rauw op hun dak kreeg en het zelf maar uit moest zoeken en de generatie na mij die niet beter weet. Met de paplepel ingegoten, u weet wel.


Het moet voor de generatie voor mij niet meevallen praktisch gebruik te maken van internet. Ook ik en met mij een gedeelte van mijn generatie vindt het niet altijd even gemakkelijk. Dat ongrijpbare zich in rap tempo ontwikkelende communicatienetwerk dat inhaakt op 'app's', games, gebruikerstoepassingen als online shoppen en betalen en weet ik veel wat al nog niet meer. Internet-bankieren kan niet met onze Franse bank, maar deden we natuurlijk wel in Nederland. App's geschikt voor draagbare gadgets gebruiken we niet bij gebrek aan die gadgets, we hebben ze ook helemaal niet nodig. Net als dat de generatie na mij op eigen wijze gebruik maakt van het internet, maar vaak al wel die gadgets heeft. (Gadgets als Iphone, Blackberrie of weet ik hoe het allemaal heet of eruit ziet.) Een heel nette samenvatting wordt in de volgende website gegeven; Beknopte geschiedenis van het WorldWideWeb (helaas in het engels, excuses).
Ik moet toegeven mezelf tot een unieke generatie te kunnen rekenen. Tuurlijk, iedere generatie is uniek, maar met betrekking tot het WWW zeker niet. 'Wij' zagen ze nog; de enorme kamers gevuld met computers die nu als usb'tje in je zak passen! De koude oorlog, dat tijdperk met zijn super spannende spionnen en draadloze netwerken terwijl nu de nano-technologie oprukt alsof het niks is. Ik geef toe; je kijkt er dwars over heen, of langs, die nano-oorlogvoering. 
Ik word ermee geconfronteerd van drie kanten; 1 De ouderen waarvan de helft DE WAARHEID verwacht te vinden op internet of er zo bang voor zijn dat geld in klinkende munt en briefjes nog in een oude sok of het matras verdwijnen. 2 Mijn generatie die vaak het evenwicht zoek is tussen 1 en 3. En 3 De jongeren die niet beter weten, hun hebben en houwen op het net smijten als fantatieke exhibitionisten zonder grip of het effect van hun delen en liever disconnecten om te connecten (lees; verbinden) met wie hen lief is of wie ze denken dat hen lief is. 
Ik heb met alle drie de generaties van doen. Ik ben afhankelijk van het internet, denk ik. (In geval van nood kan ik zonder, ik ben niet van de wereld of god los en communicatief vaardig genoeg het te omzeilen.) Gelukkig behoor ik tot een tussengroep, niet 1 en niet 3, maar er fijn tussenin. Ik kan de keuze maken van wat wel en wat niet, kende de wereld zonder en ken de wereld met. Ik laat me even niet uit over welke van de werelden beter zou zijn, dat is vadertje tijd die het eindoordeel bepalen mag. 
Ik maak me wel zorgen om generatie-voor en generatie-na. 
Generatie-voor is vaak panisch voor internet; want het rooft je bankrekening leeg, ook al staan er wat centjes op waar de echte internet-criminelen echt geen belangstelling voor hebben. Verder is het Sodom en Gomora, sex is (te) vrij en het verziekt 'de jeugd'. Verder is men begaan met De Waarheid, of die nu bestaat of niet. Het brengt hen duidelijk in opperste staat van verwarring en richt zich dan maar op de TV, want dat is tenminste nog 'waar'.... Ik zeg niks, ze hoeven ook niet meer zo lang mee. Zo lang als in; carrière opbouwen, gezinnetje stichten en kinderen opvoeden om ze zo mogelijk veilig los te laten in deze echt giga-geworden wereld. (Vroeger... was de wereld niet groter als de gemeentegrenzen, want met de fiets kwam je niet veel verder en met de trein was per definitie een wereldreis. Het vliegtuig was voor de rijken of de bankdirecteur.)
De generatie-na weet niet beter. Je mobiel heet Iphone of 'Pad' en je bent 24/7 bereikbaar. Echt tijd voor je vrienden en familie heb je niet meer, want dan mis je een hoop. Vraag me niet wat je dan mist, ik heb geen idee! Contact met mensen op straat? Doodeng, je houdt je oordopjes in en de blik niet meer op oneindig maar op je 'device'. Hoe je met een app om moet gaan hoef je hen niet meer uit te leggen, het is alsof de jonge hersens al reeds volledig geprogrammeerd zijn voor het ontvangen van digi-info. Ik steek er bleek bij af, een app? Bedoel je een apparaat? Met of zonder snoer? Want ook dingen met een afstandsbediening gaan me al boven de pet. Ik kan me zorgen maken om de generatie-na, maar zal me eerst maar even op die van mezelf moeten focussen. Dat gaat in mijn nieuw gekozen wereld best makkelijk. Geld gaat nog in een sok, een fles melk en een brood reken je af met een cheque als je je sok vergeten bent en de postbode stopt midden op de weg voor een praatje ook al is er geen post voor je die dag. Maar de generatie-voor.... Daar heb ik vaak een beetje medelijden mee. Ze willen nog mee, meedoen en meetellen. Doen hun best met een mobiel uit het jaar nul -in dit geval doe ik mee- en schudden meewarig hun hoofd als ze hun kinderen en kleinkinderen op bezoek hebben die het hoofd gericht hebben naar beneden op hun Iphone en -pad om maar niets te missen terwijl dat wat ze missen hen een glaasje fris en een toastje aanbiedt in de hoop op (oog)contact. 
Mijn ouders doen ook mee, met email, de vakantieveiling en een mobiel die vaker vergeten wordt of doodleuk uitstaat. Allerlei onzin komt binnen en slaat per ongeluk de spamfolder over en om het jaar moet er een dure knul komen om het systeem te ontsmetten, want niet alleen zij worden ziek, maar de pc ook. Mijn schoonouders verwachten niets anders dan DE waarheid net als op TV. Dat ook de TV veel onzin bevat en het nieuws op z'n zachtst gezegd niet objectief is om van DE waarheid maar niet te spreken krijg ik hen niet duidelijk. 
Ik geef het op! Laat de generaties zichzelf maar zijn, blijven en ontwikkelen. Ik gebruik het www voor mijn schrijven, voor het delen, voor de broodnodige communicatie, voor de fun en om een beetje wakker te blijven. Eigenlijk alleen omdat ik geen boerenbedrijf heb met 50 koeien, ik ervoor koos lekker geïsoleerd in het bos te wonen en mijn geest zelf te laten bepalen wat erin komt en eruit gaat, merci!

Overzicht ?

Speciaal voor Zuster_Klivia en nieuwe lezers; een foto overzicht van ' ons spulletje'. Stal, zwembad met geïmproviseerde overkapping voor het opslaan van hout, ijzer en waslijn en 'chateau'  passen niet op de foto.
Een overzichtsfoto vanaf de overkant van de rivier cq het meer. Links naast en boven de Rode (Def 110) de schuur, links midden het benedenhuis waarvan het dak de 1e verdieping is met de grote slaapkamer cq de masterbedroom. Achter de bomen het bovenhuis met de huiskamer cq woonkeuken, kantoor dat direct aansluit met de woonkeuken. Goed zichtbaar er tussenin de secadou, het drooghuisje voor kastanjes dat nu dienst doet als hondenvilla (1e etage) en tuinhok (begane grond). Achter het huis de kleine keuken en het voorradenkot.

 Het woonhuis met de voordeur. Dat kleine bovenraampje geeft wat licht in het toekomstige halletje dat Marc nu verklust. Mijn raampje valt net achter de acacia, is net zo klein. Het innimini-dakkapelletje bevind zich op zolder die nu leeg is en opnieuw geïsoleerd met glaswol, dat ik moedig ter hand nam zomer 2011. Of was het 2010? Time flies!!!
 De schuur die net een 7 meter van het woonhuis afstaat met het kippenhok aan de rechterkant. Twee verdiepingen, op begane grond heeft het alleen een klein raamkozijn zonder raam, daar waar je de schoorsteen naar buiten ziet komen. De bovenverdieping kreeg aan de noord kant de golfplaten waarvan er twee doorzichtig zijn voor het licht.
 De secadou, het drooghuisje, recht tegenover het terras van de voordeur waar we in de lente vaak zitten en tijdens de mooie dagen van de herfst genieten van de laatste zonnewarmte zonder parasol.
 Het benedenhuis met onder het dak de masterbedroom, rechts daarvan de middendeur met ruitraampje en kattenluik. Op begane grond de 'bar'. De vorige eigenaar plaatste er een houten barretje uit een Parijs' bordeel, vele flessen drank inmiddels over de datum, tafeltjes met stoeltjes, bar-spelletjes en een jukebox die door hem verhuisd en verkocht is.
 Foto boven en onder; De aangebouwde keuken met eco-grasdak. Smal en functioneel. Marc verhoogde het werkblad en plaatste een afzuigkap.

Het kot voor de vrieskist en andere voorraden eten en drinken.

Leven & Licht

Alles heeft licht nodig om te leven, dat is een duidelijk gegeven. Plantjes, bomen en dieren, ook de meeste schimmels, dat worden vaak lekkere paddenstoelen. Mensen hebben ook licht nodig, want verworden tot een Gollum is nu ook niet echt een aanrader. Veel oude huizen in het zuiden van Europa hebben gek genoeg kleine raampjes en nog luiken ook. De vaak bijna een meter dikke muren absorberen de buitentemperatuur. Als je tijdens 'lekker weer' die luiken open laat, wordt het ook binnen strand-temperatuur en 's winters bevriest je keukenvoorraad. In geval van stroopwafels; die worden oneetbaar en breken af als je je tanden erin zet. Mits het je tanden zelf niet zijn die breken. Nu hebben ze hier geen stroopwafels, dus dat scheelt. Toch gaan de luiken hier dicht, we zijn blij dat we ze hebben, tegen de hitte maar ook tegen de kou. Pas na een jaar of twee dat ik hier woon begrijp ik de verschrikkelijk lelijke TL-lampen in woonkeukens, die geven tenminste voldoende licht om wat bij te doen. Mijn vader heeft zich echt zorgen gemaakt. Dacht dat ik iedere winter depressief zou worden van het binnen zitten gedurende de donkere dagen. Nog niet één keer heb ik me ook echt depressief gevoeld, hooguit wat te neergeslagen, maar dat is van alle seizoenen gezien de zorgen. Ik schreef hem toen een brief met de hand over dat we meer buiten leven dan binnen, misschien weken de zon niet zien, maar wel voldoende licht tot ons nemen in combinatie met frisse lucht. Ze gaven ons zo'n Venetiaanse lamp voor boven de eettafel waar 100 Watt in kan, maar die lamp haalt het nog niet bij een TL-lamp. De donkere tijden zijn hier al aangebroken. Bijna ieder jaar hebben we twee regenseizoenen; één in april en één die altijd start in november en pas rond de kerst ophoudt. Donker dus, buiten en binnen, met de luiken open en de meeste lampen aan. Kunstlicht blijft rotlicht, onze koplampjes verslijten we in een twee jaar en nu komt het; Om ons Leven op te waarderen is Licht in huis en schuur een must. 
De meeste lezers weten al dat de renovatie van het schuurdak een project van jaren is. De meest rotte kant ligt op het noorden tegen de helling aan die uitkomt op het bospad. Geen zonlicht resulteerde in rotte lauzes, rotte balken, verteerde planken en vermiste balken op de muur die het dak droegen. Omdat het dak deels toch niet zichtbaar is en het een hels karwei is voor een Hollander om ruim 70 m2 te voorzien van op maat gehakte lauze stenen, besloot Marc om het deels te dichten met golfplaten. Geen onderhoud en esthetisch verantwoord. Die golfplaten zijn er ook als doorzichtig, eureka! Zo was hij afgelopen weekend eindelijk toe aan het plaatsen van deze platen. Overdag nooit meer wachten tot de TL-lampen aanfloepen om dat ene schroefje te vinden of de meetlat. Wat een verademing. Ook de lekkages zijn foetsie. Dit net voor de regen, of sneeuw die verwacht is volgens Meteo France.
En binnen? Daar wordt hard aan gewerkt. We sloopten al een gehele houten tussenmuur weg, de enorme trap van bijna zwart geworden hout. De middendeur verving Marc door een nieuwe in stijl te maken met een ruitraampje. (Ook de katten hebben een luikje dat licht doorlaat.) Boven is de zijkamer nu meer een hal geworden waar we weer een zijkamertje van willen maken en een halletje. Ter isolatie en om een extra slaapkamertje te behouden voor de onverwachte gast. Die kamer gebruiken we ook voor spullen die niet meer in de bar kunnen en niet op zolder in verband met de muizen en pak gemak. I-kea kasten passen hier nergens, plafonds te laag of verfraaid met balken die het dak steunen, muren allemaal schuin, want ze zijn deels daken. Marc heeft gewacht op de regentijd. Wat hij buiten kan doen als het droog is, gaat voor; het schuurdak. Pas als die koude neerslag zijn tijd neemt is het een juist moment binnen te klussen. Helaas voor mij; Mijn kamer ligt nu he-le-maal vol met alle spullen uit die zijkamer zodat hij er kasten kan maken, een wandje met deur en oud raam om de logeerkamer zo functioneel mogelijk te gebruiken en van daglicht te voorzien. Maar in de tijd die hiervoor nodig is kan ik niet werken aan mijn cursus. De klusherrie is ongekend, ik zit er precies onder en de vloer zijn wat planken. Uiteraard heeft Lief om de paar minuten een 'handje' nodig en ben ik die zin kwijt. Katjes die oh zo graag op mijn onderarmen komen liggen, de vliegen op het beeldscherm willen vangen of met 10 scherpe nagels in mijn benen hangen als ik probeer te voorkomen dat ze op schoot springen voor een spin- en kroelmoment. Mijn kamer is een vol hol waar ik geen kant op kan met laptop of stofzuiger -vies en stoffig-. De bar, de kamer onder de masterbedroom van het benedenhuis, is als een cave vol met dozen en tassen met boeken en ook weer spullen waar we niet buiten willen of kunnen. Het huis ziet er groot uit, maar met dikke muren blijft er al snel niets van over. De bar is trouwens ook erg koud en ik zou er op bed moeten werken, het enige object dat vrij is van dozen en spullen. (Ooit komt er een boekenkast gemaakt van oud hout, ooit.) Ik help Marc met klussen, zo zijn we sneller klaar, is er sneller orde en kan ik sneller verder met mijn ding, hij met het zijne.
Ook is er goed nieuws over extra lampen. Er staan in Nederland wat felle lees- en werklampen klaar, van mijn overleden tante ons gegund door mijn ouders die weten hoe donker het hier kan zijn in huis. P&W komen met de kerst en kunnen de lampen voor ons meenemen. We zijn nu al dankbaar! Leven en Licht. Ze gaan zo mooi samen!

zaterdag 24 november 2012

Vaste lasten

Ieder jaar maak ik toch weer een lijstje met onze vaste lasten om een idee te krijgen. Kunnen we nog verder 'krimpen'? Waar kunnen we op bezuinigen? Is het verstandig om op een houtje te bijten, omdat het ook te duur lijkt om in de super ver door de knieën te gaan en de goedkoopste niet zo gezonde voedingswaren zuchtend in het winkelwagentje te leggen? Marc durft geen chips meer te kopen, ook al zijn die eigen merk zakken nog geen euro. Ik koop goedkope wijn in kannetjes waar steeds meer lucht bij komt wat de wijn zuur maakt, toch gooi ik er geen slok van weg op straffe van geen kus, want Lief vindt dat het enorm stinkt.
Elke keer komt mijn rekensom per maand uit op minder dan 1000 euro.

88 euro is voor de EDF                       puur elektriciteit, ons water is een gift van de natuur
39 euro is voor France Telecom           mobiele telefoon is een prepaid die we doorgaans niet gebruiken
10 euro gaat op aan gas om te koken
100 euro aan verzekeringen                  wonen, 2 auto's, rechtsbijstand
100 euro diesel per maand                    door zo weinig mogelijk weg te gaan en ritten te combineren
600 euro boodschappen                       daar zit ook dierenvoer bij en roken

Nu mist u misschien bepaalde vaste lasten als hypotheek of huur en de zorgverzekering. Een hypotheek hebben we hier niet, huur net zo min. Die zorgverzekering is in principe gratis door de zelfstandige onderneming die ik startte eind 2010. Er is weer wat veranderd in de Franse wet, dus of dit zo kan blijven weet ik niet. Ook de bedragen voor de belasting zijn nihil te noemen, misschien een 20 euro gemiddeld per maand. Dat mag wegvallen bij onze inkomsten die ook nihil zijn, we betalen 21 % over wat we verdienen. Ik met de klussen, Marc met de virtuele wereld. (Dat fluctueert enorm en het gaat slecht met de virtuele business.) Onderhoud van de auto's is een dure post en onvoorspelbaar bovendien. Verkeersboetes; zelden. Vakantie's? Dat zit er niet echt in. Even los van Marc's reis van van de zomer gaan we samen nooit,want we hebben beesten en niet zo'n behoefte aan de heisa terwijl we hier zo mooi wonen. We hebben toch eigenlijk iedere dag vakantie als je kijkt naar de vrijheid.

Daarnaast doen we zoveel mogelijk aan 'home-improvement' zoals dubbel glas, isolatie en de reparatie van de daken waar we hout voor moeten kopen, zwart papier voor onder de lauzes en cement voor de nok. 
Zunig an doen, daar worden we experts in. Altijd de lichten uit als we een kamer verlaten. De droog-functie van de wasmachine wordt misschien 2 keer per jaar gebruikt, omdat het buiten te nat is en beddengoed een flinke lange drooglijn nodig heeft. Ook het gebruik van de combi-magnetron vermijden we door op tijd vlees en brood uit de vriezer te halen. Met wat kunst en vliegwerk hebben we het voor elkaar geen kijk- en luistergeld te betalen, we kijken en luisteren tenslotte niet. Marc kan ik een verzamelaar van rommel noemen, maar hij weet wel bijna alles te gebruiken, tot op oude verkeersborden aan toe die we vonden. Het is nu het luikje van de kippen dat we met een touwtje open en dicht kunnen doen. Aan dat touwtje zit een knoopje dat achter de klauw van een kromme hamer klemt. Die hamer was stuk, maar doet nu in de muur van het hok dienst als klem voor dat touwtje, geniaal. 

Ik mis in essentie niets. Wil ik weer 5 katten? Een vriendin bezoeken die op afstand woont? Een tegenbezoek brengen aan John in Londen of een schrijfcursus? Ik ben verhuizer, schilder, tuinvrouw en onhandig boomaapje met kettingzaag, poets, en hopelijk ooit wat extra's met de eerste echte ambitie die ik ervaar; schrijven. Ik hoef geen luxe vakanties, geen Iphone of nieuwste 'Tablet'. Ook geen mooie modieuze kleer of dure make-up of de hort op in de Blauwe die ook niet op water wil rijden. Als ik weer eens onze vaste lasten en het uitgavepatroon onder de loep neem, besef ik me dat verder interen niet meer kan. 
Toch hè, zou ik wel eens in de supermarkt wat hoger willen kunnen grijpen. Naar kwaliteitsproducten, een dikke mooie Aubrac-biefstuk, echte chocolade en mezelf een etentje kado willen doen. Boeken willen kopen of die stereo vervangen die stuk is. Maar goed. Ik mis nog steeds niets; we hebben het doorgaans niet koud en heel veel truien. We wonen in een (arbeidsintensief) sprookjeshuisje op een ongekend mooie locatie in een heel mooi gebied. Water en brood in overvloed en goed gezelschap. Wat wil ik nog meer?

Vanmiddag weer die maandboodschappen. Zal ik stiekem één keertje niet ver door de knieën gaan?

Tot slot een filmpje  "What if money was no object"

vrijdag 23 november 2012

feedback van de meester

Vorige week vrijdag verzond ik de slotopdracht van module 1 naar docent Frans. Buiten vakanties om behoudt hij het recht 10 dagen te doen over een beoordeling of beter gezegd terugkoppeling over het gemaakte huiswerk. Een kwestie van geduld dus en het wegdrukken van mijn idee over mijn eerste huiswerk sinds 1992. Ik was ronduit nerveus afgelopen week en hield me voor dat ik dinsdag aanstaande pas zou gaan zeuren na het nagaan wanneer de vakanties in Nederland vallen. Niet nodig, de email kwam een 10 seconden voor ik het eten op tafel zette tussen de middag. Ik open even snel de eerste bijlage die geen cijfer zal bevatten, maar wel kritiek. Ik krijg natuurlijk geen groene krullen achter de alinea's of plakplaatjes. Ook geen rode strepen onder of over de zinnen.
In die 10 seconden lukt het al zijn feedback te lezen. Het zijn maar een paar zinnen die kort en bondig alles zeggen, een goed voorbeeld van hoe het moet. Want inderdaad; Ik geef te veel informatie (erfenis NL? ;-), gebruik te veel additieven (bijvoeglijke naamwoorden) waardoor de zinnen te lang worden. Ook de dialogen kloppen grammaticaal niet. (Dat wist ik, maar 'hoe dan wel?') Dialogen uitschrijven heb ik eigenlijk nooit gedaan en is een stukje techniek waar ik op vast liep en waar ik werk van ga maken om dit te leren, net als die te lange zinnen. Gelukkig krijg ik als bijlage daar een aparte les over.
Dat was dus echt alles en vind ik een goed teken. Hij haalt mijn verhaal dus niet onderuit, wat natuurlijk had gekund. 
Het aller leukst was toch wel de bevestiging waarmee hij zijn evaluatie mee startte. Eén aparte zin; "Een intrigerend verhaal." , voor zover dit een zin genoemd mag worden. Ik vat het op als een dik compliment en een sterke motivatie om rustig verder te gaan met module 2. M&M moeten toch even naar boven om latten te halen voor het maken van een nieuwe tussenwand tussen de zijkamer en mijn kamer en de doorzichtige dakplaten voor het schuurdak. We rijden even door naar het pole d'emploi voor het uitprinten van die 2e module en nog voor we bij de Gedimat (Franse doe-het-zelf winkel) parkeren voor dat timmerhout ben ik al op pagina vijf. Oef, wéér heel pittig. Deze les is vooral gericht op Conflict. Niet dat dat nou zo moeilijk voor te stellen is in verhalen, zonder conflict heb je geen verhaal, zo simpel is het. De eindopdracht is helemaal geweldig. Die is kwa opzet al klaar tussen mijn oren en luidt 'Schrijf een vrijscene in het bos die gezien wordt door drie verschillende personages.' (personages zijn als plat karakter al door hem bepaald!) Ik proest het uit van de lach en lees de opdracht aan Marc voor. Onderweg naar de dakdekker voor die platen gaan we samen al aan het brainstormen. Frans zal het misschien niet weer intrigerend vinden, maar gaat wel plezier beleven aan de komende 1000 woorden!
Kortom, ik ben tevreden! Ik heb zijn aandacht, de feedback die ik nodig heb en de bevestiging.

Net als deze kat trouwens ook heeel tevreden. Merlin, door Nadine Pyama genoemd, door Marc Sjakie en door mij Pollewop en Wuppie. 


Gisteren trof ik een artikel uit het Magazine van de Volkskrant aan in de brievenbus. Mij toegezonden door m'n penvriend.  Het verhaalt over de anderhalf miljoen amateurschrijvers in Nederland die graag hun schrijfsels uitgegeven zouden willen zien maar ook vastlopen op de schrijver- en uitgeverskliek waar je moeilijk tussen komt, gebrek aan techniek en talent en lef om de manuscripten op te blijven sturen naar uitgevers. Vijf schrijvers die nog niets hebben weten te publiceren gaan een Masterclass volgen ergens in een B&B bij twee hoog aangeschreven literaire agenten die wat in de pap te brokkelen hebben. En op het onderwijs voor volwassenen mag je geen groene krullen en plakplaatjes meer verwachten, dus krijgen de cursisten onderbouwde kritiek die de vinger op de zere plek leggen. Daar moet je tegen kunnen. Doorgaans ben ik niet zo sterk in het incasseren van kritiek, maar als het om mijn schrijven gaat blijk ik het te slikken als lekkere roze koek. Zeker omdat het goed onderbouwd is. Aan meer-meer-meer heb ik een broertje dood, maar in dit geval; MEER-MEER-MEER.

De Poets

In een andere tijd, toen ik ook nogal krap zat, plukte ik van het prikbord in de grote supermarkt een strookje met een telefoonnummer voor het verrichten van huishoudelijk werk. Ik werd officieel op sollicitatie-gesprek genodigd en kwam terecht bij een oudere man, een rasechte schapekop die ik een jaar later adopteerde als zijnde 'opa'. Naast hem op de oude versleten leren bank die later inderdaad van straat bleek te komen, ooit door hem zelf er nog vanaf geplukt, zat een hittepetit, met hoogblond haar, sjiekdefriemel te wezen met gelakte nagels en een pruimenmondje om echt u tegen te zeggen terwijl ze mijn jongere zus had kunnen zijn. Een vreemde combinatie in de bedompte huiskamer van het monumentale pandje uit 1760 met een bijeen vergaard meubilair, een stokoude TV en een stinkende gaskachel onder een echt antieke schouw waar een ketel aan een ketting hing voor de Delfts blauwe tegeltjes die een kapitaal waard bleken. -Opa vertelde dat er al wat zogenaamde kenners waren langs geweest die zijn pand wilde kopen, want die tegeltjes waren echt origineel. Na de derde ' kenner' liet hij onbekenden niet meer binnen.-
Ik ging er iedere week een ruime 4 uur heen, deed zijn boodschapjes -lekker happies- bij de Aldi en kocht altijd gegrilde kippetjes of kibbeling om samen aan het formica tafeltje in de keuken op te snoepen samen met B-merk oploskoffie tijdens de pauze die ik mezelf toestond. Verder sopte ik zijn huisje van boven tot benee, hielp ik hem met het zoetjes aan uitzoeken en opruimen van de spulletjes van zijn overleden vrouw. Dat lag te verteren in de kasten na het 'maar bewaren', 12 jaar lang. Ik heb geen smetvrees, ik verlang in eigen huis en tuin terrein alleen enige orde en netheid, dus ik ben ook niet zo'n poetsmadam. Ook hier word ik ieder jaar wat makkelijker, zeker afgelopen jaar. Van de zomer had ik minder tijd en durfde van al mijn gasten te vragen erop te letten dat het kleine huisje niet hetzelfde werd als de composthopen in de moestuin. Nu vraag ik Marc hier en daar de handen uit de mouwen te steken in huis, want ik heb het net zo druk en meer tijd nodig voor mijn ding; werken voor dat minimale loontje en schrijven. Bij opa zat het ritme er wel in en had ik steeds meer tijd voor de man zelf, steeds minder poets en steeds meer kleindochter. De hittepetit die me zo officieel op gesprek vroeg was een buurvrouw van drie panden verderop, ze voelde precies hetzelfde voor opa, noemde hem ook zo, en deed alles om de man van de eenzaamheid en vervuiling te redden. Maar zelf Poets worden ging hittepetit natuurlijk te ver in haar posh gerenoveerde monumentale pand. Deze rij oude panden staan aan het zo lieflijke oude pleintje dat langzaam maar zeker zijn identiteit verloor door wat lage nieuwbouw voor de werkende klasse. In opa's ogen alleen maar vreemdelingen en die mochten zijn huis niet soppen. "Hij mos geen hoofdoekie met een brabbeltaal". Ook de 'kinderbewaarplaats' was een teken des tijds voor de oude man en hij zag met lede ogen aan hoe hij als enige z'n stoepie veegde en de deur gewoon open liet staan, wat resulteerde in een leeggeroofde hal waar wat aardige prenten hingen en een antieke kandelaar. Hittepetit bleek best een aardige meid, maar hittepetit is ze al die 5 jaren gebleven. Ik was volgens haar zeggen opa's poets, niks geen interieurverzorgster, kom op zeg, gewoon 'de poets'. Ik stopte bij opa toen ik bij Marc in ging wonen en inmiddels een full time baan als hovenier had, de zwemvereniging en het koor, het was niet meer te combineren. Ik heb opa nog wel geholpen met het krijgen van thuiszorg, uiteraard een rasechte Dordtse, geboren en getogen, die ook wat medische zorg kon verlenen. (Gouwe meid, ze houdt me nog steeds op de hoogte van zijn wel en wee.)

Een nieuwe tijd en weer wat krap bij kas, om het zachtjes uit te drukken. Ik ben hovenier, heb mijn certificaten als boomverzorger, ben autodidact-leerling huisschilder en verhuis meubels als het moet. Maar ook voor een promotie als poets draai ik de handen niet om. Twee weken terug liep ik en passant het pole d'emploi (arbeidsbureau) binnen en viel ik met mijn neus in de poetsboter. Voor 2 uur per week aansluitend op het ritje naar de markt.
Vandaag mijn eerste dag poetsen, de eerste kennismaking en alles te nieuw in een zo andere setting dat ik geen tijd had voor bovenstaande herinnering; ik ben weer poets. Nu zou ik het in Nederland voor geen goud meer gaan doen. Ook niet zwart, zoals voor opa. Ik zou het nooit meer zo treffen als bij hem. Maar hier? Ik had geen idee. Kom ik bij sjiekdefriemel terecht? Ga ik poetsen voor een hittepetit? Ik probeer tijdens het zoeken naar het gehucht me er allemaal geen voorstelling van te maken, meestal werken verwachtingen nogal averechts. (Aanrader als u veel verwachtingen hebt, met name van uzelf; gooi ze allemaal overboord, er gaat een heerlijke en mooie wereld voor u open!)
Het huis vinden is al een halszaak. Als je hier de gemeente binnen komt wil dat niet zeggen dat je er bent. Een gemeente kan veel dorpjes bevatten, de mijne kent er 6. Rondgestrooid lijken de boerderijen die misschien wel bij een gehucht horen, maar in de buurt hoeven ze niet te liggen. Zoals ons huis hoort bij een gehucht 4,5 kilometer verderop op het plateau. Zo ook moet ik het gehucht zien te vinden dat een huis heeft, ergens, met haar eigen naam. In het dorp vraag ik een man waar ik het gehucht kan vinden, hij vraagt of ik bij mevrouw Ravelac moet zijn, ons kent ons, ja, daar moet ik heen. Verbaasd kijkt hij niet, de Rode met die blonde erin is een bekende verschijning. Dat ik klusjes doe ook, dus ben ik voor die man al gelijk de gevraagde hulp-in-de-huishouding. Voor alsnog heet ik nog geen poets, naar dat ik weet hoor, hou me ten goede. Ik rijd spreekwoordelijk het dorp uit, de polder in. Het plateau is heuvelachtig en er wordt hier echt alleen maar in het klein geboerd. 'De bordjes volgen en na een grote stal aan je rechterhand links aanhouden.' Die stal was makkelijk met zijn in zeegroen verpakte strorollen voor de enorme schuifdeuren. Maar zodra ik langs een laatste boerderij rijd, ben ik de bebouwing voorbij. Op het ho-ijzer dan maar en even keren, waar ik bij die laatste boerderij op het bordesje een dame zie staan. Tis toch een vrouw? Ja. Ik draai het raampje open van de Rode en roep vragend "Madame Ravelac?", ze wuift me knikkend toe. Gelukt! Hier zijn geen straatnamen met huisnummers en de boerderijen liggen verspreid in het landschap, vaak onttrokken aan het oog door een heuvel, een bocht in de weggetjes of een plukje bos. Een adres zien te vinden is vaak geen makkie, op de eerste werkdag permitteer ik me niet om te laat te komen en een routebeschrijving in het Frans aan de telefoon sla ik voorlopig even over. Die gaan altijd gepaard met van die aanwijzingen als 'bij de grote eik rechts, na het gebouw met de bruine deuren links, rechtdoor na de schapenwei, na het 3e karrenspoor aan uw linkerhand rechtdoor blijven rijden tot het eerste bospad aan uw rechterhand, bij het stenen kruis links, daar is het.'
Dikke witte eenden scharrelen wat rond, een zwarte stok oude labrador blaft me een welkom -als ze kwispelen is het meestal wel ok, maar eerst wordt er gevoeld wat de baas voelt- de moestuin is zo goed als leeg en ligt er strak onderhouden bij en de rest ontgaat me, want ik moet naar binnen om het onbekende aan te gaan; werken bij de mensen thuis. De boerin, mevrouw Ravelac, is no-nonsense, zij regelde mij en zij is de baas, terwijl ik onder contract sta bij het arbeidsbureau. Het kleine halletje heeft links en rechts een deur en rechtuit is de trap naast een tafeltje met kunstbloemen, er ligt een krant naast. Ik volg mevrouw de woonkeuken in. Die is gigantisch groot met een traditionele schouw die de hele achterwand beslaat waar het fornuis in staat. De andere wand heeft boven het aanrecht ramen met vitrage ervoor. Links de ramen met zicht op het erf dat met ronde keien is bestraat waar fijn kort gras tussen groeit, er staan twee bankjes tegenaan waar een oude man op zit, onderuit gezakt, maar hij komt overeind als ik de keuken binnen kom. Op het puntje van een lage bank, die altijd bij zo'n enorme eettafel passen en een zitplaats bieden aan de hele familie, zit een oud dametje in bloemetjesjurk, duidelijk pa en ma, tegen de tachtig schat ik zo. Handen worden geschud, namen gegeven, het contract vouw ik uit op tafel en het urenbriefje. Heel kort neemt de boerin het door en troont me mee naar boven, laat me 1 kamer zien en zet me aan het werk. Heerlijk, no nonsens. Ik neem wel de vrijheid mijn schoenen uit te trekken, die modderdingen aan en een badkamer schoon maken lijkt me wat vreemd. Maar ik zie dat ze dat toch wel erg raar vinden, jammer dan, ik werk op m'n sokken. De stopcontacten werken niet allemaal, dus de stofzuiger heeft een verlengsnoer. Wel logisch als ik naar de contactpunten laag bij de hoge plinten kijk. Die zijn allllang verboden in Nederland. Net als de gedraaide elektriciteitssnoertjes van de lampen aan de plafonds. Er is niets te veel. Bedden met lakens en dekens, zelf gebreid vermoed ik. Op iedere kamer een bed, een nachtkastje, een kledingkast, een stoel, dat is alles. Op 1 kamer ontwaar ik een wekker, een moderne met digitale weergave en een radio. Juist dat nachtkastje met die wekker stoot ik om, klabam. Niks erg, de wekker geeft nog steeds de juiste tijd aan. De facetramen met stokoude maar oerdegelijke verf zijn ook vies te noemen. Ze verstoppen zich achter vitrage die niet zijn gestikt aan de onderkant, ach wat geeft het, no nonsens. Onder de bedden is het grijs van het stof, de wolken verdwijnen in de gretige stofzuiger en beneden kunnen ze iedere stap die ik zet volgen. De enige kamers die gebruikt worden verraden zich door de deuren die rond de klinken zwart zien. Als je katten hebt die deuren van hun kier afhalen door ze met de kop open te duwen krijg je dezelfde zwarte vette aanslag. De leukste ontdekking zijn de lampen aan het plafond. De eerste die ik onder handen wil nemen lijkt van porcelein. Zo'n bloemvorm op z'n kop, beschilderd met bloemen op een witte ondergrond. Ik pak een stoel om erbij te kunnen en pak zo voorzichtig mogelijk de kap vast. Plastic! Ideaal en functioneel, no nonsens. De kamer in, kleren uit, onder de wol, licht uit en slapen. Waarom moderne spullen als dit gewoon werkt en voldoende is? Ook de geribbelde bolletjes in de gang boven blijken van plastic, wat een poetsfeest, makkie.
Toch werk ik me twee uur een slag in de rondte. Ze woont in bij haar ouders, heeft een groot boerenbedrijf, werkt zich een slag in de rondte en komt aan het huishouden niet meer toe. Om zo bij de mensen thuis te komen, hen ook thuis te leren kennen in plaats van opgedoft tijdens een dorpsfeest, is een leuke kant aan het werken voor het arbeidsbureau. Zo'n eenvoudig huishouden komt me vreemd voor. Er is niets aan tierlantijntjes, niets aan schilderijtjes, aandenken of decoratie, niets! Het maakt van het huis bijna een filmdecor, maar zelfs dan zou je denken dat er iets niet klopt. Toch leeft het huis, woont er een complete familie, heeft het een lange geschiedenis dat alleen uitgeademd wordt door de muren, het zeil op de badkamervloer, de plastic lampen aan de gedraaide verouderde snoeren en de gebreide kleden op alle bedden. Ondanks dat ik een buitenlander ben die de rotklusjes mag opknappen tegen een laag loon dat voor de helft op gaat aan diesel naar die veraf gelegen adressen, voel ik me gepromoveerd tot Poets.

woensdag 21 november 2012

Einde werkvakantie

gisteren....
De zonsondergang gisteravond belooft al regen, vandaag. Maar eerst nog ontwaken met een zacht oranje hemel waardoor ik me naar beneden haastte en in badjas naar buiten rende om die zonsopgang te fotograferen achter de al bladloze bomen. Maar de andere kant van de vallei leidde me af, dat uitzicht dat afgelopen weken is gaan wennen, daar stond namelijk een regenboog perfect 180 graden rond met daaronder twee stipjes in de bossage op zoek naar de pot met goud, schuin achter een lieflijk wit huisje. De regenboog bleek dubbel en klik-klikker-deklik-klik, snel foto's maken, want het gaat al druppelen. Ik was net op tijd wakker, eruit en buiten. Nog geen 3 minuten later is de hemel zwaar bewolkt en regent het koude druppels wat niet meer opgehouden is tot het moment dat ik de foto's op mijn systeem zet, thuis. Koude vingers en een bah-gevoel dat Marc er vergeefs uit heeft proberen te schudden door me over zijn schouder te leggen en op en neer te springen. (Wat heb ik toch een sterke vent!!) 


Ik ruim het huis en de gite van H&T op, zet de volle vuilniszakken buiten, was het beddengoed, doe het aanrecht, laat me even zien op facebook, ga stofzuigen, maar voel me ' bah' worden waar ik bij sta. Ik ben het een beetje zat hier. Afgelopen weken ging ik iedere woensdag en zaterdag naar huis, katjes knuffelen en maisonneriën, misschien een bah vandaag omdat het woensdag is? Ik blijf het koud hebben terwijl ik de hele gite stofzuig en me rot voel dat ik de energie niet had en heb om alle badkamers te soppen, de vloeren te dweilen en nog meer om H&T de eerste weken vrij te maken van huishouden. Ik weet heus wel dat ze dit niet van me verwachten, al blij zijn dat er iemand was voor de katten en mij een plezier konden doen met een werkvakantie dicht bij huis, maar toch.
Met dat bah-gevoel komt het wel goed. Zo even lang warm douchen, DQ vervelen met mezelf (kroelen met dat stoicijnse beessie, vindt toch alles best), wat spullen uitpakken, eigen brood eten, kacheltje aan en filmpje kijken. Die TV-troep-input moet er blijkbaar uit. De oorlog(en), de idioterie van mijn eigen soort (de mens), een dag die zo onwerkelijk begon en in 3 minuten verzandde in kou en regen en het verlangen om thuis te zijn, terwijl ik juist daar amper tijd heb voor mezelf, c'est la vie.


dinsdag 20 november 2012

Zaadjes

Iedereen weet wat er gebeurt als je eind april een zonnebloemzaadje in de grond stopt op een zonnig plekje en het regelmatig water geeft; Het zal ontkiemen en van heel klein plantje uitgroeien tot een hoge sterke plant met een enorme bloem, of meer. Mits je de plant in de gaten houdt en zo nodig steunt. Net zo'n voorspelbaar effect hebben andere zaadjes. Nu doel ik niet op die tastbare kleine natuurlijke dingetjes die je letterlijk in de (pot)grond moet stoppen. Meer op de ontastbare vorm van zaaien met hetzelfde voorspelbare effect van relationeel oogsten. Door een twee en een halve week ergens anders te vertoeven, andere dingen te zien, te eten en te doen dan ik normaliter thuis doe, kom ik op allerlei ideeen die gerelateerd zijn aan mijn relaties; zaadjes!. Ik heb veel relaties, want Marc is natuurlijk niet de enige. Denk nu niet dat ik er een rij mannen op na houd, dat zou wat zijn. Maar mijn echtgenoot is natuurlijk niet de enige met wie ik een relatie onderhoud, misschien moet ik die andere relaties vriendschappen noemen, maar dat vind ik wat flauw uitgedrukt. Nee, ik voel me gerelateerd aan veel andere mensen en eigenwijs als ik ben heb ik dus veel relaties die een zeker onderhoud nodig hebben. Dat onderhouden doe ik graag met zaadjes zaaien wat soms het product storm tot gevolg heeft. -Wie wind zaait zal storm oogsten.- Nu hoor ik een paar lezers al denken; noem het liever knuppels in het hoenderhok smijten! Ook goed, ik heb de pest aan aanpappen en nat houden en schep mijn eigen duidelijkheid op mijn moment, ik aanvaard de verantwoordelijkheid van de consequenties, ik was degene die dat zaadje in de grond heeft gestopt. Maar dit zijn de zwarte zaadjes die alleen zichtbaar worden, omdat er ook witte zaden zijn. Daar wil ik me even op richten in deze log. 
Ik stuurde Marc afgelopen weken een paar van die veel belovende zaden, ik weet dat hij nieuwsgierig is naar de bloem, of wordt het een struik, een boom misschien die pas schaduw geeft als we oud en versleten zijn? Vaak groeit er gras over zaailingen, niks erg, ik heb wel geleerd aan wie ik zaden geef voor een gewenst effect, want sommige zaden hebben gewoon jaren nodig om rustig te rijpen onder de grond om soms als een irritante paardenbloem in een strak gazon de kop op te steken. Zeer aantrekkelijk voor insecten om van 1 bloem hele velden te creeeren die op een afstand het oog zo strelen kunnen. Zaden die de neiging hebben lang latent te blijven vind ik iets leuker, spannender, je weet maar nooit wanneer de aarde vruchtbaar genoeg is en de weersomstandigheden net in balans zijn met de aarde om het onverwacht te laten ontkiemen. 
Onbekende zaden die er vreemd uitzien en waarvan ik echt niet weet wat voor iets eruit komt, zijn het aller leukst. Wat, hoe, wanneer? Spannend. Wat dat betreft kan ik een secreet zijn, want windzaden vallen ook onder deze categorie en ik ben een liefhebber van stormen. Onstuimig, natuurlijk, onvermijdelijk om rommel op te ruimen, mee te laten spoelen door een modderstroom die vele zaden bevatten kan. De windkracht 9 of harder die alles afstoft en samen met de regen grote gebieden opfrist en natuurlijke selectie toepast door zieke en zwakke bomen om te laten vallen. De kringloop der dingen betreft niet alleen de natuur. Ook relaties, vriendschappen, stappen die de mens durft te zetten, of juist stevig blijven staan als die storm over je heen raast.
Zo kreeg ik van de zomer een email van een via-via-kennis in Nederland over het blijven volgen van mijn weblog Deel 2. Hieruit kwam een briefwisseling voort -klinkt beter als het heen en weer sturen van emails en ze hebben allemaal een nette aanhef en afsluiter- die ik ervaar als een flinke zak met gemengd bloemenzaad, geschikt voor zware kleigrond of arm zand en alles daar tussenin. We blijven zaden uitwisselen en weten dat we nooit samen naar de bloemenzee zullen kunnen kijken of onder dezelfde boom van de schaduw zullen kunnen genieten. Maar dat blijkt er in deze 'relatie' niet toe te doen, het gaat om het uitwisselen van, het delen. De penvriend, zo, das een oude, zette me aan tot het vinden van nieuwe zaden, dit keer een website die ik sprankelend en fris vind en met jan en alleman delen kan, en wil. Vol Lust is een leuk zaadje dat nu rijpt in beide M-en ennuh.... Geduld is een schone zaak.

maandag 19 november 2012

Wat je geeft - Krijg je terug

Wat ik in Nederland gaf;
Openheid, enthousiasme, ontvankelijkheid, mezelf.
Wat ik ervoor terug kreeg was veel, met name zaken waar voor mij te voor stond. Een te veel aan keuzes, een teveel aan vooroordelen, een te veel aan verwachtingen en eisenpakketten, een te veel aan betutteling en bemoeienis. Een tijdje volledig arbeidsongeschikt verklaard worden. Wonen in een stad en geen zorgen om elkaar, de buren of een matige sociale controle. Die wereld was voor mij te hard, te meedogenloos, te onnatuurlijk, te snel met te veel straat en asfalt, te veel schreeuwerige kleuren, te veel, van alles.
Wat ik hier geef;
Dezelfde openheid, enthousiasme, ontvankelijkheid, kwetsbaarheid, mens-zijn.
Wat ik ervoor terug krijg is heel erg veel en zonder dat er te voor staat. Ook al word ik niet altijd even goed begrepen en gehoord. Dat ligt aan mij, want ik ben hier degene die de taal nog niet goed spreekt, niet in de lokale cultuur is opgegroeid en de gebruiken niet kent. Geloof me, die zijn erg anders al is het Europa en geen bananenrepubliek. 
Hier wordt er niet gekeken naar wat je doet, wat je bereikt hebt, hoe je je gedraagt, wat voor auto je rijdt (Behalve dan om je te groeten als je elkaar passeert en om te waarschuwen voor de gendarmerie die een hoek verderop staat te controleren.)en of in wat voor huis je woont.
Hier kijken ze naar wie je bent en dat wordt gedaan met boeren wijsheid. Ook een beetje naar wie je vrienden zijn, als je die al hebt als vreemdeling, dat is een pre in mijn geval. Zonder Nadine was het minder snel zo goed verlopen. De essentiele drama's in het leven zijn hier niet anders, Marc ging weg en er bleken opeens twee kampen; De echt oude garde keurden me geen blik meer waardig. Als je je vrouw daar in haar up laat zitten ben je een heks en hoer of er is iets heel anders verschrikkelijk mis met die vrouw. Maar geen uitgesproken oordelen of afwijzingen, meer het iets minder vriendelijk begroeten op de markt. Het andere kamp was meer bezorgd en wisten (knap, maar toch, ze waren er zeker van, allemaal) dat Marc wel weer terug zou komen, dat bleven ze me zeggen met een hand op mijn schouder en gezichten waarop te lezen viel dat ze het echt heel zeker wisten. Hij is inderdaad terug, en we verschijnen nu iets meer als eenheid op de markt. 
Het afwijzende kamp in de zo kleine gemeente is blij, voor hem en voor mij en alles is weer als vanouds. Het kamp dat mijn lot hen aantrok is opgelucht en ze zien hun eenvoudige wijsheid bevestigd. Nog meer betrokkenheid valt me ten deel, nog meer acceptatie, want hun wijsheid, hun weten en levenservaring bevestigd maar weer dat M&M ook gewone mensen zijn. Zo 'vreemdeling' zijn we dus niet meer. 
De openheid die ik hier geef wordt beantwoord met Franse boeren openheid, het duurde even, maar toch. Ook mijn zo kenmerkende enthousiasme wordt gelijk beantwoord, de gesprekjes op de markt gaan dieper, de interesse wordt steeds groter, men vraagt altijd naar Marc en ik krijg vragende blikken over de liefde die ik zonder woorden met een blik kan beantwoorden. Het leven is hier eenvoudiger, de liefde blijkt net zo simpel te zijn en maakt veel woorden overbodig. Dit doordat de mensen hier de tijd hebben voor zichzelf en voor elkaar. 
Dat druk-druk-druk en het streven naar meer-meer-meer heeft meer verziekt in mij dan ik dacht. Ik heb altijd geloof gehecht aan wat je geeft krijg je terug. Maar in Nederland ging die vlag gewoon niet op, misschien door het simpele feit dat als je heel druk bent met meer en vergaren, je ook minder te geven hebt en dus minder terug krijgt, geen tijd, toch? Tijd voor een beetje zelf-reflectie nam ik ook niet. Want ik moest toch op de hoogte blijven (TV) van de grote wereld waarop ik probeerde een leven op te bouwen. Hoe minder ik daar tijd aan besteed, hoe meer ik tot mezelf kom, hoe meer ik de ander juist te bieden heb. Best raar, de wereld op z'n kop en toch ook weer niet.
Ik kan hier niemand voor de gek houden. Marc en ik elkaar ook niet, het is me een zegen. Ik merk nu dat we elkaar heel erg veel te bieden hebben, toch individuen kunnen blijven en ook de mensen om ons heen laten zien dat we de lokale cultuur begrijpen zonder onszelf te verloochenen.
Nederlanders die klagen over de Fransen, of ze hier nu wonen of niet, hebben het nog niet begrepen dat we allemaal mensen zijn. Wat je geeft, krijg je terug!

Ik ben het snoertje vergeten dat mijn camera nodig heeft om foto's te uploaden naar mijn labtop laptop (ja ja anoniem, ook ik heb ingesleten domme taalfouten) na het weekend-bezoek en lekker werken thuis, dus geen foto's van de zonsondergang of het uitzicht..... Woensdag ben ik weer thuis en ga ik de uitdaging aan het schrijf-werkritme voort te zetten dat ik hier heb laten groeien.

zaterdag 17 november 2012

Oud ijzer

Het tijdelijk latten heeft voor mij een bijkomend voordeel; het thuiskomen. Ik zou er bijna vaak voor weggaan voor enkele dagen. Het thuis komen is heel fijn, het bos ruikt naar bos, alle dieren komen me begroeten in plaats van zich amper te laten zien, om tegen me te klagen en na het eten weer weg te wezen, zoals de katten van H&T. Het huis is geen bende, de was wordt gedeeld, eten koken en de afwas doen we opeens samen als ik er ben, we gaan meer ons eigen gang en we hebben het extra fijn samen. Ik spreek dit even uit naar hem en het lijkt hem ook goed te bevallen. Maar voorlopig kunnen we dit niet echt goed in de praktijk brengen, want 3 huizen en 2 aparte huishoudens past niet in het budget en de zorgen. We zijn in een andere balans gegroeid die erg goed aanvoelt. Niet echt man en vrouw, maar maatjes door dik en dun die een standaard huwelijk nooit iets gevonden hebben. (Wat is standaard in deze eigenlijk? Het heeft M&M nooit gepast en dat zal het nooit gaan doen.) Dus richten wij ons leven in zoals ons het beste bevalt. Dat dit juist in onze turbulente omstandigheden wekelijks aan verandering onderhevig is, klinkt onevenwichtig, maar past ons blijkbaar goed. Ik kan er wel mee omgaan en ook blijkt het Marc goed te doen. Alle ooit zo vervelende klachten als een verschrikkelijke huiduitslag of migraine zijn als sneeuw voor de zon verdwenen, al jaren.

Vandaag had ik de afspraak met Marc voor het opruimen en herinrichten van de lauze-werkplek. De lauzes moet je niet buiten laten liggen, dan verteren ze door het weer en mos en verworden ze tot een soort papier. Die moeten droog opgeslagen worden. Het met de hand uitzoeken, schoon maken en op maat hakken is een arbeidsintensieve klus, iedere dag een uurtje en de eerste speciale lauze-hamer is al versleten. Pierre gaf ons een oudje uit zijn schuur, oer-degelijk zwaar klein hamertje waar Marc heel blij mee is, want die nieuwerwetse moet je slijpen en de zijne is al op, na een luttele 3 jaar! Voorin het chateau, dat eigenlijk bedoeld was als garage zit hij droog, heeft hij voldoende licht en in principe.... genoeg ruimte om ze te kalibreren (op maat sorteren en wegzetten), maar het geval wil; hij verzameld graag oude materialen waaronder alles van ijzer. Misschien kent u de rommelerfjes in Frankrijk en ze zijn me vaak èn een doorn in het oog, maar ook een lust voor het oog door een camera. Om zelf zo'n erf te hebben, nee bedankt, maar met verzamelaar en handige man ontkom ik er niet aan. Ik rukm vaak rond slingerende troep op, geef het een plek. Maar met weet ik hoeveel kilo's aan ijzer waarvan de verloren functie ook mij onduidelijk is, houdt het zo'n beetje voor me op. Toch moet dat chateau -het bijgebouw naast het zwembad- opgeruimd worden. Stiekem heb ik van de zomer twee volle Rode's met rommel de afvalcontainer in gemieterd. Hij mist nog niets en dat is een goed teken. Maar van zijn ijzer ben ik afgebleven en tijdens het sjouwen fluister ik hem even toe dat hij wel iets weg mag gooien, het mag en daar denkt hij dan eerst over na. Helaas, hij gooit alleen een vastgeroeste ijzeren niet meer flexibele buis weg, beter iets dan niets. Het is even hard door werken. Alles van hout dat te ver verrot is gaat op de brandstapel. Ik mijmer terwijl ik sjouw en geniet van het ouderwets samen rommelen, daar kom ik voor thuis!
Al het ijzer, van stukken gereedschap, muurklemmen, ondefinieerbare zware stukken verroeste troep (in mijn ogen) breng ik naar het zwembad waar hij het uitzoekt en een plekje geeft in een stellingkast van ijzer die ooit onze boekenkast was. Je moet toch wat. Het is zwaar bewolkt en somber wat het niet koud maakt. Het houdt niet op, met de troep. Ik maak warme gekruide chocomelk met slagroom en eigen cake om buiten op te snoepen als pauze tussen het gesjouw door, grote opruiming en een beetje winterklaar maken van het terrein. Daar hoort ook al wat bladruimen bij en die brandstapel natuurlijk. 
We genieten van het nu, samen zijn, ik extra van het thuis zijn, de beesten genieten van elkaar en onze aanwezigheid en de kleintjes van het opwaaiend blad. Dit hadden we zoveel jaren geleden voor ogen, dat willen we alle twee niet vergeten. Soms zijn er kinken die bij het leven horen en veelal van buiten komen. Maar ook die schijnen we wel aan te kunnen, met en zonder elkaar wat ons onafhankelijk samen maakt. 
Oud ijzer, het is eind van de middag allemaal verdwenen, de ijzeren werkbank kreeg zijn 4e plekje, nu boven in de schuur, de lauze-werkplaats ziet er keurig uit, de Rode ligt half vol met container-troep en wij eindigen binnen, kippen op stok, de hond haar maaltje, een vergeten zonsondergang die zowiezo niet zichtbaar was en een knapperend haardvuur.

vrijdag 16 november 2012

16 11





Plaatjes van het einde van een studiedag. Ik kookte een aardappel-vlees-groente maaltijd, deed een tukkie, kletste met m'n vriendin in Washington DC. Tijdens de zonsondergang rijd ik even naar het dorpje dichtbij H&T waar een hele oude lindeboom staat die hier heel bekend is. Gekoesterd staat hij langs de hoofdweg, maar het stenen kruis ernaast is veel ouder dan de boom. Leeftijd van beide zijn me niet bekend, het staat ook nergens. Het doet er niet veel toe, ze staan er, tot in de eeuwigheid, ze gaan me beide overleven.
Mijn schrijfsel als de slotopdracht is nauwkeurig door Lief gelezen. Hij haalde er een grote fout uit, even snel gecorrigeerd, gelukkig is het een laatste oefening van deel 1 en geen examen.

Het laatste moment


Het laatste moment.
Hij parkeert zijn wagen in een zijstraat van een ogenschijnlijk normale woonwijk en loopt zelfverzekerd naar nummer 42 waar hij in de voortuin gedag knikt naar een jonge vrouw die de voordeur dicht trekt en een goed ingepakte peuter in het kinderzitje van haar fiets propt, alsof het een volle boodschappen tas is die net niet past. Fiek belt aan en wacht.
De deur zwiept krachtig open en een grote man die als twee druppels water op zijn broer lijkt, die 14 jaar geleden door drugs overleed, schenkt hem een warme glimlach en onthaalt hem als een vriend die hij jaren niet heeft gezien. Het choqueert hem diep, de overeenkomst met zijn broer waarvan een foto nog op zijn dressoir prijkt als enig aandenken, is te groot. De gang ruikt naar stoffige tafelkleedjes en cyclamen terwijl de man hem voorgaat naar de woonkamer waar een oudere dame in een wat versleten leunstoel met haar rug naar het grote raam zit waar zware vitrage voorhangt met een hoge rand van kant. Fiek’s bloed gaat koken zodra Maria Lilo bij name noemt en hem sommeert te blijven staan. Lilo is een Servische naam, de honden die zijn vader afgeslacht hebben en zijn moeder en haar twee zoons lieten vluchten naar het land dat zijn broer het leven kostte. Lilo trekt zijn sweater uit, de zon schijnt fel op de vitrage die samen het effect hebben van een verschijner en zo de contouren van de dame en Lilo scherper maken, hun gezichtsuitdrukkingen bijna onzichtbaar, het effect van een ouderwetse felle lamp die vroeger gebruikt werd om iemand stevig aan de tand te voelen. De Beretta in Lilo’s broekband laten Fiek weten dat hij op het goede adres zit en dat een fout fataal zal zijn. De waarschuwingen nog vers in zijn getrainde geheugen. De lessen in acteren, de eindeloze nachten als student ‘infiltrant’ in zijn systeem gebakken, maar een doel voor ogen; de wereld die zijn broer vernietigd hebben om zeep helpen op een manier die de eer van zijn familie nog redden kan. Afgetraind als 2e Dan full contact karateka doet hij niets tegen de effecten van de 9mm’s uit dit wapen. Maria lacht hem fijntjes toe en kijkt goedkeurend als hij een sigaret opdiept uit zijn colbert en die toch met vaste hand aansteekt met een Bic. Hij rookt niet, vindt het zelfs vies, maar de indruk wekken dat hij op zijn gemak is door te grijpen naar een relatief onschuldig verslavend middel om ermee nonchalant wat onderuit gezakt te gaan zitten, sterkt zijn gevoel en missie. Haar knikje bevestigd zijn geste terwijl de ruimte tussen zijn nat gezwete overhemd en het colbert koud aanvoelen, hij probeert het te negeren, dat duurt een vies haaltje of twee.
‘Ik heb van mijn mensen begrepen dat jij het pakket in ontvangst wil nemen zodra dat landt op veilige bodem, is dit correct Fiek?’ vraagt Maria vanuit de schaduw van het felle gefilterde licht. De grijzende krullen naast haar oren dansen licht als ze spreekt met moederlijke stem, begeleid door een schittering van haar oorbellen. Fiek knikt, zijn zenuwen onderdrukkend om de zo doorzichtige start van het gesprek. ‘We hebben getracht om je handel en wandel’ gaat ze verder met sterke stem en een vriendelijke rust die hem vreemd is, ‘na te gaan’.  ‘Wat niet eenvoudig was, want we zitten met een zwart gat aan informatie, een leegte die wij’, ze neemt nadrukkelijk een paar seconden stilte in acht, ‘niet lekker zit.’ Fiek knikt. Het zal gaan om de jaren thuis, Joegoslavie, het land waar zijn wieg stond, maar ook dat van zijn broer, het schitterende land met zijn heuvels en uitgestrekte bossen, de liefde van zijn ouders voor de mensen in de kleine stad die zij voorzagen van levensmiddelen. Een winkel die te groot is voor een dorp, te klein voor een stad en waar iedereen graag kwam. ‘Lilo hier’, haar hoofd draait in de richting van de boom die naast haar onbeweeglijk ondoorgrondelijk staat te zijn, ‘weet dat jouw naam van Kroatische herkomst is, ik twijfel er niet aan. Waar ik wel aan twijfel ben jij beste jongen’.
De oud Hollandse klok tikt door en zegt dat er voor alles een tijd is, dood en leven, sterven en hoop. Dat onbekende geluid van de klok is zijn tijdbom die op scherp is gesteld terwijl hij zijn leven geeft voor de gerechtigheid ervan die nu verloren lijkt, valse hoop die hij nog niet erkennen wil.
Met al zijn wilskracht probeert hij de sigaret uit te drukken met vaste hand, ontspannen te blijven en zeker van zijn zaak, dat het recht zegeviert en de handel in drugs het niet redt in een wereld die van nature mooi en rechtvaardig is. Hij faalt en in een flits weet hij dat hij dit moment zal gaan verliezen. Maria is een moeder zoals de zijne die hij vanochtend op het hart drukte vanavond Palacinka te komen eten. Wanhopig grijpt hij zich nog vast aan zijn dekmantel, zijn voorkomen als topper in een crimineel circuit, zijn grove gestalte en bouw. Zijn foute uiterlijk dat hem in het corps en daarna de brigade zijn voordeel gaf, het voordeel van de twijfel, zijn jaren lange studie en training om te eindigen als infiltrant in de drugswereld die hem alles afnam dat hem lief was, zijn voorbeeld en steunpilaar, zijn broer met de bloedband die broers niet kan scheiden zelfs niet door middel van de dood. Maria, de moeder der moeders met haar 6e zintuig. Vrouwen met scheppend vermogen die nietsontziend zich beter staande weten te houden dan welke getrainde agent dan ook. En nog geeft hij niet op.
Maria knikt naar Lilo die het gebaar maakt dat hij moet gaan en Fiek staat op met diep van binnen de wetenschap dat hij de voordeur niet levend zal bereiken. 


100% verzonnen
de setting en het plot zijn vooraf gedicteerd door de docent, het 'verhaal' mag maar 1000 woorden tellen, het gaat om Fiek die een sollicitatiegesprek heeft waar heel veel vanaf hangt, de wanhoop nabij, 'uiteindelijk zal de sollicitant niet slagen, de baan niet krijgen', en hier moest ik het mee doen.