zaterdag 18 juni 2011

Aubrac

Ik heb iets met de Aubrac, een regio gevormd door hooglanden met 2 miljoen jaar geleden voor het laatst vulkanische aktiviteit. Hooglanden als in alle hooglanden, + 1000 meter, winderig, 10 graden kouder als bij ons, weiden met de meest fantastische bloemen, lage struikachtige bomen, muurtjes, groene glooiende vlakten met hier en daar een boerderij of dorpje, langlaufpistes en een verre blik onder een dreigende wolkenbrij, continu in beweging. Stortbuien met gelijk daarna even een felle zonnestraal die het hier niets warmer maakt.
Het was weer een regenachtige sombere dag en om nou weer heel de dag binnen te werken en te zitten!? Nee, dus pak ik het kaartenboek en kijk wat er op een middag is aan te rijden. De spoeling van onontdekte plekken wordt dunner, maar ik spot een groot bosgebied ten oosten van ons, maar Marc schat gelijk in dat dat veels te ver is voor een middag. We zoeken als eerste stop Chaudes-Aigues uit, pakken getrouw de picknickspullen in de Blauwe en gaan op weg.
Dat dit bijzondere plaatjes oplevert is zeker, het licht is apart en wisselt vaak door de beweging in de lucht. We zien 2 vossen, 2 hertjes, veel paddestoelen en hier tegenover erg weinig mensen.
Natuurlijk stoppen we bij een gehucht dat enkel uit ruines bestaat, het verval kan mooi zijn, maar het blijft jammer. Een groot en prachtig plekje voor klussers die hun droom waar willen maken en een flinke spaarpot hebben.
In een verlaten vallei met enkel de karakteristieke Aubrac-koeien met velours vacht en mooie hoorns, spotten we een apart klein kasteeltje dat gerenoveerd lijkt. Twee perfect ronde torentjes met schuine platte lauzedaken. Twee enorme schuren, een ruine en een bron met een drinkbak van beton die begroeit is met waterplantjes. Het geurt er naar kamille en de grote krekels tjilpen zachtjes, maar komen wel boven de wind uit. We kijken in de schuren, meer stallen die in perfecte staat zijn, perfect gebouwd zijn, helemaal volgens de traditie. Ze staan er voor de eeuwigheid, zijn schoon en van de winter staan ze vol met het mooie vee dat nu mals gras en kruiden kan eten en de kalfjes zoogt. Maar och, dat kasteeltje! Natuurlijk is het dicht. Alleen een onderraampje op de eerste verdieping is stuk, maar hoe kom je daar. Ik druip af, maar Marc hoor ik lachen en die zwaait vanuit dat kleine raampje naar me. Hoe heeft hij dat nu weer voor elkaar gekregen? Toch via het kozijn eronder waar achter de tralies balken zijn geslagen tegen inbrekers. Laat dat nu juist het inbreken gemakkelijker maken.Het blauwe pijltje geeft het raam weer waar we door naar binnen klommen.
Lieve lezers, begrijp me niet verkeerd; Ik zie mezelf na eerdere keren falen toch in staat Marc achterna te kruipen, zo hoffelijk als hij kan zijn heeft hij het raam voor me geopend. Toch is het een linke muur om wandelschoenen in de open voegen te zetten, maar ja. Soms kruipt dat bloed waar het ....
Het 'casco' is gerenoveerd, echt heel mooi gedaan. Maar de rest is een geruineerd zooitje met losse houten bedstedes nog deels intact met de gordijntjes ervoor, schoolschriftjes verbeterd met rode pen uit 1962, een enorme stenen vensterbank met een mooie fles, een mand en weer een gordijntje erboven. De bramen groeien naar binnen, dat maakt het plaatje samen met stof en spinnenwebben compleet.
Op iedere verdieping is een enorme schouw waar we rechtop in kunnen staan, de achtertoren zijn kamertjes, we treffen twee houten wiegjes aan en een dorsmachine van hout op zolder. De balkenconstructie van het dak is weer indrukwekkend en de andere toren is het trappenhuis met uitgehakte brede treden; een kunststuk!
Uiteraard weer boven één van de schouwen een kruisje, verstild.
Ja, wij breken in, nee we breken niks, we verlenen ons toegang, bekijken alles, verplaatsen niets en bewonderen en voelen het pand. Marc knoopt een touw voor me om me veiliger eruit te krijgen als ik erin klom. Terwijl hij halverwege op de vensterbank buiten hangt, gooit hij het touw naar binnen en sluit het raam om het achter te laten zoals we het aantroffen.
Alleen natte voetsporen op de drempelstenen van de schuren verraden ons bezoekje, maar dat is over een half uurtje opgedroogd, 0,0 footprint dus.


Na deze lange stop vol ow's en ah's en "Hé, kijk hier eens!!" vervolgen we onze weg. Een beetje op vrij gevoel, want we hebben geen gedetailleerde kaarten van dit gebied. Het is al weer picknick tijd, dus zoeken we naar een afslag, een bospad of nog een ruine. Maar opeens zien we een rost die boven alles uitsteekt. Een soort Uluru of in het engels Ayers Rock, de rode enorme platte rotsformatie die heilig is voor de aboriginals. Dit exemplaar is veel kleiner, niet rood, maar vraagt ons wel even te komen kijken. Daar maak ik panorama foto's en we genieten van het wijdse zicht. We worden alleen weggeblazen door de wind en de kou, dus ook dit is niet echt geschikt om rustig even te eten.

We komen langs een picknickbankje in de bocht van een weg met een breed bospad ernaast. Daar wil ik in, terwijl de zon zich steeds vaker laat zien. Het is al rond 7 uur, dus veel zullen we er niet meer van merken. Het blijkt geen bospad te zijn, maar langlaufpistes en we volgen de zwarte van 10 km de berg op, passeren de stoeltjeslift en zien een vos wegschieten met een volmaakt witte punt aan zijn pluimstaart. Toch kunnen we de zwarte route niet verder volgen, het mondt uit op een hekwerk, met aan de andere kant een ruiterpad, dus besluiten we op deze plek te eten, we staan precies oost-west, dus in de eerste en laatste zon van deze dag.
De bloemen hier zijn overweldigend.....
Deze twee hertjes zien we op de terugweg het langlaufgebied uit, ze zijn niet heel bang, maar fotograferen blijft moeilijk.

Ik moet wat grote stenen en een boomstam weghalen voordat Marc de Blauwe hierdoor kan sturen. Het werd inderdaad weer eens tijd om de auteur ook eens vast te leggen...

Het was een fijne dag uit. Op de terugweg zijn we op het hoogste punt getrakteerd op een zonnige avondhemel die ons vele en vele kilometers ver weg liet kijken, een feest als je weet dat we de zonsop- en ondergangen toch wel missen in de kloof die ons omringd.

1 opmerking:

  1. GEWELDIGE urbex Martine......ik ben jaloers!!

    greetz, MizzEl

    BeantwoordenVerwijderen