zaterdag 29 mei 2010

initiatief

Gisteren hebben we een heel leuk italiaans stel ontmoet.
Zij hebben al heel lang emigratieplannen en zijn flink aan het orienteren om vanuit het Noorden van Italië naar Frankrijk te emigreren.
We hebben ze als klanten in SecondLife ontmoet en vaak gaan de gesprekken over alles behalve dat 2e virtuele leven. We wisten al dat zij weer door het zuiden van Frankrijk zouden reizen en we hebben maanden geleden al gezegd dat ze meer dan welkom zouden zijn als ze in de buurt waren. Toevallig waren ze in de buurt gisteren en via wat telefonisch verkeer legt Marc uit hoe ze bij ons moeten komen.
Natuurlijk gaan de gesprekken over de cultuurverschillen. En Fransen blijven de voorkeur hebben, voor Italianen maar ook voor ons en om exact dezelfde redenen.
De vriendelijkheid, de rust, de beleefdheid en het respect dat we als prettig ervaren en toch missen in onze cultuur.
Ze spreken zich uit over ons plekje en manier van leven, hun twijfels en onzekerheid.
Ze zouden het allemaal hetzelfde willen als hoe wij het doen en hebben nog een practische drempel om de knoop door te hakken.
Helaas hebben ze maar een middagje de tijd, van ons hadden ze veel langer kunnen blijven.
We zijn ook nog lang niet uitgepraat.
Het is genieten dat de virtuele wereld de werkelijke kan raken, het is zoals het is en deze twee helemaal niet ver van elkaar staan. Ze worden tenslotte beide bewoond door mensen. Verder 'leveren' we elkaar veel ideëen en inspiratie voor ons werk, ook in beide werelden en wisselen we jammetjes uit, brood en recepten onder het genot van een flesje Panaché....

We hopen hen nog eens te mogen ontmoeten, desnoods in Italië, als we honden-oppas hebben. Verder rusten we uit.

Vandaag gaat alles weer zo z'n gangetje. Moestuin-rondje, Marc sleuteld aan de auto en is weer wat dichter bij ook-auto-monteur en brengen we 's middags de spullen naar P en W's huis.

Maandag komt steeds dichterbij, Marc's eerste werkdag. Hij is nerveus en logisch.
Want in loondienst werken gaat dwars tegen al zijn principes in, zijn gevoel en wens om voor onszelf te zorgen zonder geld te verdienen voor extra's. Nood breekt wetten, dat is onze realiteit nu. Ik probeer hem niet op de huid te zitten en hem te helpen met regeldingetjes...

vrijdag 28 mei 2010

Donderdag

De nacht is onrustig, een vreemd maar heerlijk bed naast een snurkende Marc en een onrustige droom laat me woelen. Ik word dan ook gewekt door hem om 7 uur met de lief uitgesproken zin dat woelmuisje 10 maar eens wakker moet worden.
Het duurt even voor ik zover ben en kijk verrukt naar het prachtige uitzicht vanuit het raam, zo de Middellandse zee op. P is al verse croissants halen bij de bakker en terwijl ik mens van mezelf probeer te maken, m'n ogen steeds verder open doe, komt hond Spetter even aan mijn voeten snuffelen. Ik heb geen idee van de tijd, als het 10 uur is geloof ik het ook. Het is fris maar niet koud als ik op het terras ga zitten en de koffie hoor pruttelen in de keuken. Nu is het wel heel rustig buiten en alleen de vogels kondigen een mooie heldere dag aan. Ik maak vast wat foto's in de tuin.



Een leuk onderdeurtje, het uitzicht zelf vanaf het balkon, een mooie border vol bloeiende vetplanten en hoor dan de broodjes arriveren.
Ik ontbijt nooit, zeker niet als ik niets hoef te doen 's ochtends.... Maar dit wordt wel een heel kostelijk ontbijtje met verse aardbeien en meloen, geurende croissants en de chocolade-croissants die bij iedere bakker weer anders smaken. Op ons bord ziet het eruit als plastic voedsel dat gemaakt wordt voor reclame-folders en kookboeken. De smaak is alles behalve kunstmatig, zeldzaam lekker en zo eet ik me dus vol aan lekkernijen voor we naar het strand gaan.



De mannen pakken de auto vol met de materialen die terug naar de Aveyron moeten. P's aanhanger was op en werd behoed voor de schroothoop door een Algerijn op de déchètterie van St.Tropez zich over de met puin geladen aanhanger wilde ontfermen.
Ik loop een rondje, ruim het ontbijt-servies op en geniet van de zeelucht die door alle open ramen naar binnen waait. M'n bikini heb ik al aan onder een leuk tuniekje aan dat ik van Marianne kreeg.
Ik heb er helemaal zin in om wat te soezen en te bakken op een gehuurde strandstoel met naast me een fris drankje en verder een leeg hoofd.


Honderd meter verderop liggen zo'n 25 meter uit de kust 7 hele kleine zeilbootjes te dobberen aan elkaar. Een klasje kinderen met rode zwemvestjes aan krijgen op de kant instructie en worden later in de bootjes geholpen. Ze vertrekken later voor een zeilles, voortgetrokken door een motor-bootje ons zicht uit.


Rond half 10 liggn we dan op P's vaste stek. Hij was zo slim een boek mee te nemen... Wij hebben niets te doen en zitten en liggen, draaien ons nog eens om. Warm is het niet, het strand is nog leeg en wij bezetten drie stoelen terwijl de rest nog leeg blijft. Ik ga wel foto's maken van dit schitterende zicht, zo leeg en kalm. Geen hordes 'beach-boys' en bruin verbrande dames in inni-mini bikini's, geen harde muziek uit de strandtenten, maar af en toe een wandelaar op leeftijd of twee dames die met hun voeten door de branding waden. Het is een rustig mooi en schoon strand zonder al te veel poespas aan de rand van de grote strook natuurgebied.
We nemen nog een drankje, P leest en Marc gaat zo nu en dan een wandelingetje. Verplicht niksen kan ontzettend lekker zijn. Heel in de verte ligt een fregat die voorbij gezeild wordt door een 2-master en ik probeer de boten op de plaat vast te leggen. (het lukt, maar vaag blijven ze in beeld zonder contrast of diepte)
Marc denkt, ik droom, Spetter slaapt en waakt en P leest.... heerlijk zo'n lege ochtend.



De wind wordt harder en hoe graag ik ook wil, het water is me te koud en mijn lijf te koel om een lekkere duik te nemen. De zon voelt alleen heet aan uit de wind en wij liggen er vol in. Getrouw smeren P en ik ons in terwijl Marc op zijn hoed en gevoel vertrouwd.
De lunch gebruiken we bij dezelfde strandtent, mosselen op z'n provencaals, spaghetti bolognese en een bord kebab en friet.
De salade vooraf vind ik nog het lekkerst en nog vol van het ontbijt weet ik toch het bord leeg te eten.
De andere kant van Marc

Voldaan en inmiddels wel flink verkleurd wordt het toch tijd om dit tafereel achter ons te laten en de meer dan 8 uur durige rit aan te vangen.
Kwart voor 2 verlaten we de compound en rijden via dezelfde wegen het gebied uit. We verwonderen ons over de olijfbomen-kwekerijen waar we de meest bizar gevormde olijfstammen zien staan. Alsof ze ouder zijn dan 5 eeuwen, altijd gekoesterd en zorgvuldig gesnoeit om ze kort te houden zodat je bij de olijven kunt. Nu verworden tot luxe-artikelen decoratief bij de villa's die als hagelslag over het landschap verspreid liggen.

Vlak voor we een enorm grote stad inrijden in spitstijd, stoppen we langs de weg naast een nogal drukke rotonde om de domdom om raad te vragen over de route. Een ekster zit te roepen op een elektriciteitsdraad langs de weg, aan de rand van een perzik-kwekerij. Ik denk weer aan alle bordjes op de parkeerplaatsen langs deze drukke wegen waarin de ekster symbool staat voor dieven die gebruik maken van de vermoeide reiziger die vergeet de auto op slot te doen als deze een plas doet in de gebouwtjes. Het beestje kijkt schrander naar mijn camera en roept er nog een vriendje bij. Ik heb niet de indruk dat ze dit grote zwarte apparaat graag willen hebben en zodra ik een 2e foto wil maken zijn ze dan ook verdwenen.






Weer die enorm lange kronkelweg, maar nu met een werkauto met een minikraan achterop die na 10 kilometer zijn staart loost door op een oprit even te wachten tot iedereen voorbij is. We starten de lange rit niet op een snelle weg, maar willen het gebied ten noorden van St.Tropez zien. Het zijn weer de dorre vlaktes met kort gegraasde heide, de brem en naaldbomen waarvan de kronen prachtig hoog en halfrond voor veel schaduw zorgen. Afgewisseld met enorme velden vol klaprozen en kamille, boterbloempjes en de lila klokjes die voor flinke kleurcontrasten zorgen tussen het oude groen van alle groenblijvende struiken en bomen.
We beginnen een beetje aan te voelen dat we zo snel mogelijk de tolweg moeten zien te bereiken om voor middernacht thuis te kunnen zijn. Geen vrijheid om verder te dwalen, er nog een dagje aan te plakken, te avonturieren en daar worden we niet echt blij van. We proberen nog wel met een schep van P wat uitlopers op de wortels van de eikenboompjes uit de grond te krijgen en zetten de scharminkels in een oude verfemmer die we gevuld hebben met water. De emmer krijgt een plekje achterin de bak.
Na een mooie rit over de vlaktes richting het noorden moeten we nu toch echt naar het westen gaan rijden. De zon draait met ons mee en schijnt op de voorruit, dwingt ons beide ramen en luchtkleppen open te zetten, de zonnekleppen naar beneden te klappen en met een zonnebril op ingesmeerd met factor 30 achter het stuur te zitten. Het wegenstelsel zit wat gek in elkaar; naast de tolwegen die van grote toeristische stad naar grote toeristische stad lopen, zijn er geen makkelijk begaanbare provinciale wegen naar het westen. Eind van deze middag, gaar en al prikkende ogen van de zon, zijn we genoodzaakt weer helemaal naar Marseille te rijden, 'terug' naar het zuiden dus, om via de snelle wegen met hoge tol-prijzen voor vrijdag thuis te zijn.
Dit keer rijden we over het viaduct van Millau, het stokpaardje van de Aveyron. We zijn de enige op deze weghelft en ik heb dan altijd de neiging de auto maar gewoon stil te zetten midden op de weg en naar het lege asfalt te kijken. Ik mag dit niet doen, de nooddiensten zullen heel snel ter plekke zijn en daar zomaar stoppen kan echt niet.
De rit wordt erg lang en vermoeiend, maar voor het donker zijn we al in bekend gebied en kunnen zo voort maken op de binnenwegen.


Thuis zijn we heel moe maar erg blij. Het is elf uur, de maan is net boven de berg uitgeklommen, Castel kan haar geluk niet op en schranst haar bakken eten leeg, de katten zijn niet weg te slaan en Cros kletst ons de oren van het hoofd.
Als we een auto konden knuffelen, kreeg deze er twee. De LaRo heeft ons weer zonder te sputteren thuisgebracht, maar ons wel duidelijk gemaakt dat we echt een goede garagemoeten zoeken en er flink wat (dubbelglas) geld tegenaan moeten smijten om dit supersterke voertuig nog op de weg te houden. Koelvloeistof lekt, banden zijn oud, reminrichting dient vernieuwd, differentieel lekt olie, ruitenwissers doen het vaker niet dan wel en de stoelen vallen uit elkaar... Maar hij rijdt geweldig goed en de motor lijkt onverslijtbaar.

Het waren twee erg lange vermoeiende dagen, maar zo de moeite waard. We spoelen het strandzand nog uit onze oren en haren en gaan rozig naar bed.

Woensdag

Rond half 9 stappen we in de rode laro voor de 500 kilometers die ons wachten. Reizen in deze auto is alles behalve comfortabel. Het is een zeer luidruchtig gevaarte met weinig zitruimte en in de cabine kun je een kleine tas met proviand meenemen. De rest moet achterin waar je natuurlijk alleen bijkan als je de auto stopzet om daarna de klep te openen. Je handen wassen erna is aan te bevelen, want deze wagen is altijd stoffig en vet, wassen zinloos, want het is de werkauto.
Het eerste uur is bekend en toch genieten we van het wakker wordende franse landschap. Daarna rijden we de Aubrac in. Veel over gehoord en gelezen en zo geprezen door de locals. Hier grazen de bruine koeien met hun mooie hoorns op prachtige weiden. Het ziet er ruig en groen uit, geen bomen. Alleen de stenen muurtjes en de grote keien en rotsblokken die te groot waren om aan de muurtjes toe te voegen, liggen overal rommelig verspreid in het landschap. Hier en daar een enkele bloeiende bremstruik of een bosje met naaldbomen.
Een steenhouwer heeft in 1816 een kruis gemaakt uit een flink brok graniet. Het staat er ongeschonden aan de kant van de weg op een nog groter stuk rots, gekleurd door zo veel soorten mos, de tand des tijds heeft er rondere vormen aan gegeven. Wij sjoeven erlangs en ik denk aan die steenhouwer. Hoe lang zou het hem gekost hebben dit kruis uit een blok graniet te hakken? Weken? Maanden? En waarom werd dit gedaan, je ziet ze hier overal.
De Aubrac is bekend om het rundvlees en als de boeren hun koeien gaan weiden in de lente lopen ze met elkaar op na een lange koude winter en zien elkaar sinds maanden weer op de velden en wegen. Om dit te vieren worden de koeien rijkelijk versiert met bloemstukken en andere kleurige versierselen. Deze worden als tooien aan de nek en op de kop bevestigd en is een beroemde traditie geworden. Ook wij komen na een scherpe bocht zo'n optocht tegen, ver van welk dorp dan ook, geen speciale aandacht voor dit weiden van, alleen alle andere boeren uit de omgeving die zich, met of zonder kudde, aansluiten zodra de voorthuppelende koeien voorbij komen. Er wordt bijgepraat, gelachen en vooruit gezien op dit seizoen.
De velden liggen hoog, wat het gras rijk laat zijn aan voedingsstoffen en sommige velden worden bedekt met een dun wit laagje. Het lijkt sneeuw, maar het zijn kleine wilde narcisjes, het is een prachtgezicht.
Het kost ons de hele ochtend om door dit Iers aandoende landschap te doorkruisen en tijdens lunchtijd rijden we door de eerste grote stad die op de route ligt; Alès.
Het is weer een flinke tegenvaller met zijn ontelbare reclameborden. Van bekende bedrijven (MacD.) tot de zelfgeschilderde bordjes op scheve houten paaltjes van restaurantjes en Bistro's die vaak ook met tie-rips aan de lantaarnpalen zijn bevestigd.
Gebouwen met afbladderend stucwerk in alle kleuren geschilderd, een vieze rivierbedding met nog viezer water, herrie en de stoffige wolken van optrekkende vrachtwagens die zich door de smalle straten wurmen.
Rotonde na rotonde en de plots remmende auto's voor de verstopte stoplichten. Wat een drukte en chaos en wij zoeken onze weg door over de boulevards met de oude strepen en pijlen op de weg die frontale botsingen in de hand werken. Nee, dit is niks meer voor ons. De wens om in steden rond te dwalen, kerkjes en markten te bezoeken, gebouwen te bekijken, het is weg en we zoeken zo snel mogelijk de uitgang van dit grote mensennest.
We willen een bammetje eten, ons walnotenbrood met verse brie. Een appeltje happen en even tot rust komen zonder de harde rijwind, uitlaatgassen en het te weinig aan bewegingsruimte in de stoffige cabine van ons rode werkpaard op wielen.
Vlak voor Nîmes ziet Marc zijn kans schoon, gaat op de rem en met slippende banden op de zijkant van de weg schiet hij een bospad in. Het is al warm en droog en gelijk hoor ik de krekels. Na wat zijweggetjes, bochtjes en andere onverwachtte wendingen stoppen we in een bos met lage groenblijvende eiken, bloeiende bremstruiken, wintereikjes en ander stug maar groen spul.
Zodra de motor uit is horen we weer vogels, krekels en het geritsel van de dorre beplanting tegen elkaar.

Al happend in dit lekkerste brood aller tijden wandelen we ieder ons eigen paadje. Op een wat open plek staan stukken geverfde pallets op bakstenen verlaten in een dorrig veldje met bloemen die ik nog nooit gezien heb.
Van een kniehoge nog net niet bloeiende orchidee tot wilde lavendel, tot lunchende insecten op de meest prachtige bloemetjes en spinnenholletjes gemaakt van hun zijdedraadjes die eruit zien als een vriendelijk onderkomen maar een hol-van-de-leeuw-functie vervullen voor alles dat op spin's menu staat.
Jonge olijfbomen, bosrank en onbekende grassoorten wisselen de wilde kruiden af; tijm, rozemarijn en salie. Op de palletjes horen natuurlijk bijenkasten, maar geen één bij heeft er een door de mensen gemaakt huis. Veel planten ken ik niet, zijn zo nieuw voor mij. Terwijl ik foto's maak en een appel verschalk pas ik goed op slangen, want op mijn slippertjes weg van de snelweg heb ik geen zin me dit te laten gebeuren en de plek leent zich er goed voor om slangen een rustig en warm thuis te bieden.
Na een flinke lange voedzame stop willen we op z'n M&M's het gebied uit terug naar de weg. Dus rijden we nog verder de paadjes op en belanden in een schitterend natuurgebied, hoog gelegen en verstoken van alles dat met mensen te maken heeft.
We willen al 2 jaar groenblijvende eikjes vinden, om die uit te poten (of op te kweken) rond het huis voor enige privacy. (Als er mensen langskomen verrekken ze toch hun nek om dit huisje te zien, het blijft onprettig.) Maar elke keer als we in de buurt van deze struikachtige bomen komen hebben we geen spade bij ons, geen emmer met water of andere middelen om opschotjes uit te spitten en mee te nemen. Dus licht geirriteerd rijden we zonder dit groene spul verder.
De naaldbomen op de kalkachtige grond, de stekelstruiken en strakblauwe hemel geven het landschap een afrikaans gezicht. Hele velden met groenblijvende eikjes met daaronder de blauwe bloempjes, gele klaver en brem, wilde rozenstruiken en natuurlijk de opschot-eikjes die we zo ontzettend graag willen hebben.
Het is al laat in de middag en we hebben nog een enorme rit voor de boeg. Dat we op deze manier uren later als 'gepland' aankomen beseffen we ons en dat zit m'n maatje dwars.















We kunnen ons aan alle afspraken houden, daar zijn we echt goed in, maar als er een tijdsstip aan vast plakt moeten we verstek laten gaan. We willen genieten en doen wat ons hart ons ingeeft en dat lukt niet als we ons toeleggen op een tijdsstip, een dead-line. Dus stuur ik P een verontschuldigende sms dat het laat kan worden. Ik wil een maaltijd op een terras aan het strand niet mislopen, dus stuur ik Marc een tolweg op.
Daar worden we beiden niet echt blij van na de 'safari' door het mooie gebied.
Opschieten doet het wel, maar we hebben in Alès zelf nog geconcludeerd dat we dit niet meer willen, die snelheid, het saaie asfalt waar je toch enorm op je quivive moet zijn omdat je met elkaar gemiddeld 110 kilometer per uur rijdt in een auto die van alles mankeert en ook geen zin heeft om op volle toeren oververhit te raken met een lekkende differentieel.
Nîmes is nog drukker, maar we slaan ons er wel doorheen, in stilte weliswaar.
Aix-en-Provence slaat alles kwa hectiek en stoffigheid. Provencaals is het wel met de specifieke dakbedekking en de lichtgekleurde huizen, de lavendel-luiken, maar al die moderne hoge gebouwen ertussen verziekt het karakter van de eens zo typische zuid Franse stad. De meest moderne achitectonische hoogstandjes flitsen aan ons voorbij met de meest felle kleuren, van kobalt blauw tot rozenrood! Geen gezicht en zo zonde, maar ze willen met hun tijd mee???
De laatste 20 kilometer is het overbruggen van een bergketen via een smalle kronkelende weg. Als 2 vrachtwagens (en dan heb ik het over die enorme tankwagens en groot houttransport) elkaar willen passeren kan dat niet in een bocht. Ze hebben de hele rijstrook nodig. Het toeristenseizoen is geopend en de cabrio's en sportwagens wisselen dit groot transport af met de werkauto's ertussen die de weg erg goed kennen en zich weer in de spits van de Cote d'Azur wagen. (Je zou dit maar iedere dag 2 keer moeten rijden......) Er zijn geen parkeerplaatsjes of inhammen waar je elkaar even kunt laten passeren. Een enkele noodstop-parking daargelaten met zo'n oranje telefoonconsole met de letters SOS erop.
De zware transporten en campers verzamelen lange staarten met volg-auto's die duwend, vloekend en zwetend in z'n twee erachter hangen in de hoop op een langer recht stukje weg zonder tegenliggers om in te kunnen halen. Maar die kansen zijn zeldzaam. Je hebt een sportwagen nodig en een niet te lang traag voertuig voor je, kennis van iedere bocht en veel lef om hier in te halen.
Ik tref het niet en rijd als eerste volgauto achter een duits busje met een hoge aanhanger. We vermoeden dat de bestuurder vanochtend vroeg uit Duitsland vertrokken is, zijn bus te breed inschat en zijn lengte niet kent. Hij rijdt bij voorkeur net iets over het midden van deze smalle weg, remt voor de bocht flink en in alle bochten nog eens extra en sukkeld op deze wijze levensgevaarlijk in z'n 2 en 3 over de keten heen. Zijn staart wordt na iedere bocht langer en niemand kan hier wat aan doen. het is doodvermoeiend rijden en op en top alert zucht ik een paar keer diep terwijl Marc zijn hoofd schudt.
Na deze bergketen komen we in voorsteden van St. Tropez terecht, de chaos is compleet.
Hotels, campings, reclame-borden voor van alles, werkverkeer en toeristen, bruinverbrande dikbillerige toeristen met katoenen petjes op en hawai-shirtjes aan. Duur uitziende tijdelijke bewoners in luxe open wagens, restaurants met rommelige terrassen, strandwinkels, 'compounts' met toegangshekken en beveiligingscamera's, palmbomen, droge bloembakken, stoplichten, scooters, warenhuizen en bedrijfspanden, hoog riet dat droog staat te wuiven in de zeewind en weer die eeuwige rotondes....
De domdom heeft de boulevard waar we zijn moeten snel gevonden en P wacht ons bij het hek op met Spetter.
Na een altijd zo vriendelijk onthaal zakken we in een stoel onder een enorme eik die steeds wat stuifmeel laat vallen in onze koele drankjes en praten we bij. Ruim op tijd voor een heerlijk maal op de houten planken van de strandtent, waar we de bijna volle maan de zee zien verlichten. Het is heerlijk koel en onze ogen speuren de kustlijn af. Een vuurtoren trekt om de paar seconden de aandacht op de punt van een eiland en ik loop de steiger af om op het puntje hiervan even te gaan liggen met het zicht naar de maan en een landtong. Het water kabbelt, de geur is zoet en er staat geen zuchtje wind. De rosé maakt me doezelig, maar hier in slaap vallen is ook zo wat.
Moe gaan we terug naar het huis waar P de afgelopen maanden gewerkt heeft en waar wij zo gastvrij een nachtje mogen blijven. Ook dit huis staat op z'n privé terrein, voor de rijken die een huis willen hebben met uitzicht op de zee. De één nog mooier als de ander met zwembaden en enorme veranda's en terrassen, de meest mooie tuinen met trapjes en oeroude (gekochte) olijfbomen en yucca's of enorme palmen en hoge muren met de elektronische toegangshekken. Echt rustig is het niet voor wat wij gewend zijn. Auto-alarmen loeien en de verlichting laat zien waar mensen zijn, straatlantaarns verlichten fel de omgeving en motorcrossers overstemmen de vogels die nog zo laat in de weer zijn. Hier hoor je ook een kikkerkoor dat zo groot moet zijn dat het wat anders lijkt dan enkel die glibberige beestjes. Ze huizen hier overal waar ze maar kunnen en bij voorkeur in nog niet schoongemaakte zwembaden. (In de lente worden deze schoongepompt of alleen een chloor-tablet wat de kikkers natuurlijk om zeep helpt. Maar niet getreurt; er is een strook beschermd natuurgebied van 90 hectare groot aan de kust en daar is genoeg ruimte voor de miljarden kikkervisjes die de tijd en de ruimte krijgen groot te worden om eind van dit seizoen de verwaarloosde en vaak niet gebruikte zwembaden te bevolken.)
Om half 11 duik ik al m'n bed in. Een heerlijk matras in een koele kamer onder een fijn licht dekbed met iets te warm dons. De slaap is snel.

dinsdag 25 mei 2010

korte pauze

We gaan even naar de Middellandse Zee..... mmmmmm strand zeewind zoute geuren verse vis
Even pauze hier
Even weg
Weg van hier
Om juist daar
Een besef te ontvangen
Niet van daar
Nee van hier

Tot vrijdag

ochtend

Een bewoner van deze twee-kleurige irissen... In iedere bloem huist er wel 1 of meer.
rarara wat is dit????
Ik blijf het prachtig vinden; spinnenwebben verlicht door de zon
Piepjong gras
Gewoon een ochtend

Balkje hakken

Van ronde stam naar vierkante balk
Na zo veel geleerd te hebben van de eerste balk, is de motivatie hoog om de tweëede balk sneller te maken. Het inzagen gaat routineus en het hakken kost hem minder veel moeite. In 1 ochtend is de ronde stam een vierkante balk! De bijl heeft een lichte curve. Deze zijn erg moeilijk te krijgen. Degene die Marc gebruikt hebben we gevonden. Erg bot en helemaal verroest. Maar een maandje of wat in een vat met oude diesel doet wonderen...

zondag 23 mei 2010

Pentecôte

Op deze mooie Pinksterdag heb ik ook een goede haardag. Het moment om eens zorgvuldig wat foto's te nemen van mezelf. Ook handig om de volgende keer een foto mee te nemen naar de kapper om te laten zien wat ik ongeveer wil...
En ik geef toe; ik heb geen leuke foto's van mezelf. Ik heb op alle bestaande foto's altijd wel wat aan te merken. Op deze reeks van vanochtend eens niet.Het is heel warm vandaag, Pinksterdag en na gisteren doen we het rustig aan. We werken veel binnen (met koude tenen in slippers gestoken) en genieten van wat we gisteren gepresteerd hebben.

zaterdag 22 mei 2010

Foto's van de bakdag

HET nieuwe systeem van Marc. Elke bos brem is 1 steentje. Helemaal rechts bovenin zijn de steentjes waarmee hij de broodoven heeft opgestookt. Daar links naast het aantal en de keren dat hij bijstookte. Voor de volgende keren. Ik hoop dat hij de bereikte temperaturen in zijn hoofd heeft zitten...

Het rijzen in de tent gaat prima. Alleen achterin de tent tochtte het wat en dat is netjes dichtgemaakt.

Marc en zijn kletskoppen. De basterd-suiker die pa en ma vorig jaar meebrachten geeft het een heerlijke smaak. DE kletskoppensmaak. Met zelf gepelde pinda's zijn ze wel heel ambachtelijk.

Zien ze er niet schitterend uit? Deze keer zijn ze eigenlijk allemaal keurig gerezen. We doen ze nog even 10 minuten extra erin na het weer wat opstoken met wat bosjes brem

Een meer dan half volle vriezer, hier kunnen we zeker 3 maanden mee vooruit.

De walnoten gaan op deze plaatjes gezouten 20 minuutjes in de oven en lekker dat dit is....

De cakes, sommige met walnoten.

's Avonds rusten we uit op het terras onder de bloeiende acacia's... De geur is dag en nacht bedwelmend en het insectenkoor op z'n sterkst.

De maan maakt hier wel een heel bijzonder plaatje van. Ik ben heel blij met mijn eenvoudige camera.

Poolish 3

Om half 4 hebben we 56 grote broden gebakken, 4 pita-broden (groot uitgevallen) en ligt er kletskoppen-beslag klaar in een schaal boven. De verdere plannen zijn het roosteren van walnoten en 10 cakes. De kamer is een chaos evenals de keuken.
We eten om een uur of 3 pas een snel broodje uit de hete oven met ham en kaas...
4 Volle boodschappentassen met in plastic verpakte broden verdwijnen in de vriezer. De helft vol, dat is zo'n 180 liter brood.... Het is dat we door de ingrediënten heen zijn, anders had Marc nog wat dagen doorgebakken. Arme ik, ik ben op en moe. Voornamelijk van de energie vretende zorgen die ik me dan maak of het wel goed komt. De 56 broden zijn het belangrijkste. Dat is een pak van m'n hart. De kamer is zo weer opgeruimd en schoon en 1 flinke afwas later kunnen we even uitpuffen.
Toch is dit erg leuk om te doen. Dit keer geen feest, want we kunnen het niet delen met vrienden of familie. Maar het samen zo hard voor je brood werken geeft een enorme berg voldoening.
Met Poolish brood maken is een topper! Veel minder zwaar, de eerste rijzing , de Poolish, doet alles zelf en je hebt er geen omkijken naar. De tweede rijzing is na het kneden sneller klaar voor de oven.
Ik ga vanavond, als ik nog kan, een verslag schrijven. De fouten neem ik erin mee, zodat we de volgende keer voldoende grondstoffen in huis hebben en we precies weten wanneer we wat moeten doen.
Ik moet vroeger naar bed de volgende keer. Werk of geen werk, alles laten vallen voor 2 dagen bakken...

Poolish2

Na het wakker worden kijken we in de gele ton.... Voor de helft weer ingezakt.
We gaan onderzoeken, proberen, experimenteren hoe dit kan. Temperatuurwisseling? Toch tocht?
Op dezelfde site van het Poolish'recept' kom ik nog meer leuke informatie tegen...
Ook speciaal voor Miranda!
http://www.xs4all.nl/~frommew/desem_gisten.html
Een site over desem en gisten. Je kunt ze zelfs laten leven, opkweken! Net als Mama Azijn.

Wat uren later;
We proberen 1 deel poolish tot een stevig veerkrachtig deeg te bewerken... Er moet geen pond meel bij maar een kilo. Ik maak me bezorgd... Komt dit wel goed. Zoals alle keren dat we brood bakten in deze hoeveelheden voel ik me gestresst; als dit maar goed gaat. Anders kunnen we alle grondstoffen weggooien en zijn alle bossen gedroogde brem voor niks geweest.
Er liggen nu 5 broodjes te rijzen.... Dit is echt moeilijk voor me. Dat ge-experimenteer...

vrijdag 21 mei 2010

Poolish

De dag begint als alle anderen. Ik werk aan een nieuwe tutorial terwijl ik wakker word met een lekkere bak koffie. Het is vandaag een perfecte dag voor het inzaaien van snijbonen. De eerste keer dat ik ze zaaide dit jaar is het te lang koud gebleven. Eén zielige snijboon-spruit wil wel of misschien toch niet de hoogte in. Zoals zoveel meer plantjes hebben ze te lijden gehad door de koud die tot in mei aanhield.
Ik oogst radijsjes, 1 bloemkooltje en wat prei, zaai de bonen in en probeer nog wat wortels en knolselderij te laten groeien. De aarde bemesten we met as uit de kachel.
We moeten ook nog even wat timmerhout en een balk gaan halen uit het huis dat we schoon moeten maken en zijn zodoende pas om half 1 thuis. (weer een volle auto natuurlijk) Snel koken, want ik heb een afspraak bij de kapper.
Dit keer zoek ik op internet een kapsel uit, ik kan het echt nog niet precies uitleggen in het frans en mijn haartype zien ze hier zelden. De kapster blijft ook vragen of mijn haarkleur natuurlijk is of niet. (mmm natural blond)
Superblij omdat ik weer een frisse korte coup heb, ga ik naar buiten. Heerlijk voelt het vandaag om een franse inwoonster te zijn. Ze vindt het erg fijn dat ik een kapsel heb uitgeprint, zo weet ze zeker dat het goed geknipt wordt en ik tevreden nog eens terug kom. (Kwa kappers ben ik heel honkvast. Eenmaal een fijne kapper gevonden, heb ik er een flinke rit voor over. Nu hier vind ik de kapper in onze gemeente goed genoeg en ben ik blij weer wat in het dorp te hebben, waar ik regelmatig naar terug kan.)
Daarna loop ik naar de mini-super voor verse gist, maar dat verkopen ze niet. Op naar het stadje 15 minuten rijden verderop.
De bakkersvrouw weet alleen dat het dinsdag weer bezorgd wordt. Haar man doet het bakken, zij verkoopt alleen maar. Misschien in de Spar??
Na alle koelvakken te hebben gezien, valt mijn oog op een bakje met nog 11 pakjes... Dat zou voor 44 broden genoeg moeten zijn.
Nu heb ik goed opgelet bij het fouaces bakken begin deze maand en daar doen ze het ook weer anders. Ze maken daar voordeeg. Dat laten ze een nacht rijzen. Op de bakdag zelf gaat de laatste 20% van het gist er pas bij, de andere helft van het meel en het zout en eventueel wat olie.
Vlak na de lunch hebben we bij de broodoven staan dubben. Hoe maken we een tochtvrije warme ruimte daar??? We besluiten van het balkonnetje voor de bovenkamer van de broodoven een tent te maken. Daar kan het zo warm in worden en het is tochtvrij...
Ik ga na het kopen van het gist door naar het kasteeldorpje. De vrouw van de officieuse burgermeester weet vast de verhoudingen wel. Ik maak een praatje met haar man, zij is aan het buurten bij de dorpsoudste.
Ik word weer begroet met gelach en vriendelijkheid. Ik informeer nog naar het succes van de slakkenrace en ik krijg bevestigd dat het heel prima liep voor de eerste keer en vooral op zo'n verregend feest.
Daarna moet ik toch echt met mijn vraag komen en dus probeer ik het uit te leggen. Ik krijg bijval en tegenargumenten. Twee keer rijzen, één keer rijzen. Wel tochtvrij en ook weer gewoon buiten in de zon en wind... Ow jeee.
Dus met al die informatie die ik van hen heb, eigen ervaring hier, boeken, internet, ik weet het niet meer.
Marc gaat googlen en vindt zowaar 2 sites waar ze wat zinnigs te melden hebben over het traditioneel brood bakken in het groot.
Voordeeg en Poolish zijn een beetje hetzelfde.
Het is begin vorige eeuw over komen waaien vanuit Polen naar Frankrijk.
Poolish werkt zo;
Men neme 80% gist, 50% meel en 100% water. Wat suiker om het gistingsproces op gang te helpen. Dit brouwsel laat je een nacht rijzen. De dag erop doe je de rest van de gist en het meel erbij, zout en wat olie. Daar kneed je broden van die je nog even laat rijzen op een warme plek. Bakken en klaar. Dit houdt voor ons in dat we een bak moeten vinden die genoeg inhoud heeft om 15 kilo bestandelen zich te laten verdubbelen. De grote gele plastic cement-bak dan maar.
Na de avondboterham maken we de bak met kokend water en soda schoon. Marc heeft een verfmenger op een boormachine gezet en legt de spullen klaar. Ik los de gist op in suiker en water en hij mixt het 10 minuutjes heel goed...Het is een prachtgezicht... De rijs-tent staat. Poolish is klaar en staat bij de schouw komende 12 uur. We hebben enorm veel gedaan vandaag en zijn erg benieuwd of de Poolish rijzen wil.

donderdag 20 mei 2010

Gerookte forel en kibbel-brood

Het mooie weer geeft me wat motivatie om naar de markt te gaan. Op het bospad staan 2 landmeters waar ik vriendelijk knikkend rustig voorbij rijd. Op de markt is de sfeer zoveel anders met dit weer in het seizoen, hoewel de drukte en het gefoeter op de steeds groter wordende hoeveelheid toeristen dan ook toeneemt. Ik voel me niet meer aangesproken. Alle vaste kraamhouders groeten me luid en ik voel me erg thuis in dit stadje.
Geen gepaneerde vis te krijgen vandaag en terwijl ik op mijn beurt sta te wachten bij de groentenkraam, kijk ik weer naar de forellenman die niet lang zonder klandizie staat. Hij heeft één van de mooiste stekjes op het plein naast de muur waar je een wijds uitzicht hebt op de omgeving. Ik krijg zowaar zin om forellen te kopen. Ik denk terug aan de smaak van eigen gevangen en gerookte forel met een uitgebreide salade erbij en rijst. Een rosé heb ik ook nog koel liggen... Toch maar doen dan. Vorig jaar durfde ik zo'n boodschap nog niet aan, het voelde nog te vreemd, te frans. Nu maakt het me niet meer uit, ik doe gewoon mijn boodschappen. Dus stap ik op de man af en vraag er 1 voor 2 personen. Verontwaardigd kijkt hij me schuin aan. "Une?????" Ze zijn bij nader inzien wel erg klein voor 2, dus koop ik er 2. Vijf euro maar voor verse forelletjes! En dat terwijl ik altijd heb gegruwd van forel. Ooit als kind heb ik eens forel mogen eten in een frans restaurant. De vies uitziende vis, die ik ook vond stinken had doffe enge donkerblauwe ogen die uit hun kassen puilden. Dus nooit heb ik sindsdien meer forel gegeten. Tot Marc vorig jaar een hele grote wist te vangen en we het nut van de visroker ontdekten.
Op de terugweg maak ik uitgebreid een praatje met de landmeters. Ik ontdek weer dat de vooroordelen die Fransen van Nederlanders hebben nog steeds van kracht zijn en wat ons betreft weet ik ze bij deze twee man te ontkrachten. Blij ga ik naar huis.
Uit z'n hum als ik vertel over de werkzaamheden aan het bospad, splits ik hem de 2 forellen in zijn maag met de opdracht ze schoon te maken. Terwijl hij dit doet en de katten van de restjes ziet smullen ontdooit hij met het vooruitzicht op vers gerookte forel. De salade is een feest om naar te kijken en de tafel ziet er weer uit zoals normaal rond deze tijd. Toch is het een feestelijke maaltijd.

We doen weer een kruiwagentje of 16, grond voor achter de nieuwe muur. Verder heeft Marc de noordkant van het schuurdak opengemaakt aan de binnenkant. Misschien is wel 1/5e van het dak volledig weggerot. Dit is echt iets om advies over te vragen, dit is zo ver heen en te complex voor Marc om zelf te repareren.
Na het eten wil ik Castel even lekker laten zwemmen. Marc wil eigenlijk niet mee, maar toch weer wel... Typisch manman.
In de stilte genieten we op de uitstekende rots van Castel en haar capriolen. Niets mag het wateroppervlak verstoren, dus alles wat wij erin gooien haalt ze er luid piep-blaffend uit. Ze rolt zich droog in de bodembedekking, jong kattekruid, wilde munt en tamme kamille.
We maken plannen om snel weer een broodbak-dag in te lassen, maar stuiten weer op een probleem.
We zijn namelijk nooit echt helemaal content over de broden. Ze zijn én vaak te compact, te zwaar. En te (snel) droog. Dit kan veel oorzaken hebben en misschien wel een combinatie van allen. Ik heb erg veel gelezen, gegoogled en geoefend. Maar helemaal sluitend krijg ik alle informatie niet. Met vaste waarden lukt het me prima (instelbare temperatuur voor het rijzen en bakken en hoeveelheden deeg die ik nog 'vast kan pakken' in plaats van de meer dan 14 kilo die we hier voor 50 broden maken in een op brem gestookte broodoven.) Het wordt dus kibbelen.... Marc drukt zich ongelukkig uit en ik voel me weer ondergesneeuwd. Maar waar we uiteindelijk op uit komen is dat we een tochtvrije warme ruimte nodig hebben voor de 2e rijzing van het deeg, als de broodjes in vorm op een bakpapiertje liggen... Dit komt eruit als ik met een pruillip naar de douche loop en hij me naloopt om me met kleer en al onder de inmiddels warme stralen te zetten. Nog napruttelend kleed ik me onder de douche uit en leg de doorweekte hopper naast de douchebak. Ik geef ze aan hem, om ze op te hangen en lachend gaat hij 'was doen' en ik was mezelf.
En verder ben ik al mijn brooddoeken nog steeds kwijt. Vorig jaar na de laatste keer broodbakken heb ik ze uitgewassen en bij elkaar opgevouwen ergens bewaard... Maar waar????? Ik zoek al een maand of 3 naar de tas met de doeken. Ik heb alle 'muisvrije' ruimtes doorzocht, maar de tas met doeken is nergens te bekennen.
We bomen nog lang door over het broodbak-probleem.
's Avonds doen we weinig meer dan 2 afleveringen van StarTrek kijken... Ach, tis even ontspannen, mag wel dagelijks. Ik verwen mezelf maar weer een beetje. Ben weer een aantal dagen te vroeg ongesteld geworden. Vandaar dat mijn lijf zich al niet lekker voelde, maar het is toch anders als de afgelopen 20 jaar. Even alert blijven dus.

De parasieten zijn weer terug. Deze bloemen blijken te parasiteren op de wortels van de bremstruik. Waar ik ze vond staat geen brem....?

woensdag 19 mei 2010

Lekker bezig

We zijn weer lekker aan het rommelen saampjes. Marc staat steeds om half 7 op en gaat na het ontbijt en het koffie drinken met mij tijdens het doornemen van de nachtelijke bedrijvigheid op SL, aan de slag. Ik werk altijd 2 uurtjes in duster achter de pc. Ben geen held 's ochtends en hoop het nooit te worden. Maar weer zie ik zonnenstralen buiten deze morgen en die dwingen me in de kleren. Met weer een zwak gevoel in m'n lijf struin ik achter de schuur op zoek naar een irrelevant klusje... Er is zoveel te doen en dat slaat me een beetje lam. Lijfelijk voel ik me ook al niet jedat sinds maandag... Maar echt een duidelijke klacht is het niet.
Marc schrikt van het geluid van dode takken die ik van het paadje op de helling gooi. Hij is grond en stenen aan het scheppen achter de schuur om het gat achter de nieuwe secadou-muur op te vullen. Het speelgoedhoekje van Castel. Ze ruimt zelf haar kamer op. Haar bed opmaken gebeurt door het in de war schoppen van de 3 dekens.
Haar huis; de Secadou
Samen regelen we 15 kruiwagens wat nog geen vijfde is van wat die ruimte achter de secadou nodig heeft.
Castel's huisje wordt zo wel steeds luxer. Eerst had ze als eerste een droog dicht gerenoveerd dak. Nu een perfecte afwatering en er komt nog een beschermende muur bij! De katten een nieuw toilet, wat willen ze nog meer. Castel vreet ontzettend veel. Wel 2x zoveel als normaal. Ook voelen we dat ze wat 'compacter' wordt.... Langzaam wennen we aan deze realiteit.
Ik ruim tegen de middag nog wat hout weg, zaag het klein en leg het in de kruiwagen.... voor vanavond als de schemer die koude bries naar binnen waait.
Na het eten krijg ik mezelf niet eens aan de afwas en weet maar één ding dat ik accuut wil; naar bed.
Verbaasd kijkt Marc me na als ik de trap op loop, dit is niks voor mij.
Terwijl een heftige droom me bezig houdt, maakt hij me wakker. Het duurt wel even voor ik echt kan zeggen dat ik wakker ben. M'n makker bouwt gestaag verder aan de muur en ik bedenk wat ik wil gaan doen om me wakker te maken. Maaien maar. Bij het bankje langs het bospad en de berm ervan tot aan onze oprit.
Het is geweldig weer met zon, een fris windje en steeds wat wolkenbanken. Zo mag het de rest van het seizoen blijven. Wat niet gebeurt, dat weten we.
We bekijken de toestand van het chateau, dat tegen een helling aangebouwd is. Rondom op de voorkant van het gebouw na, zijn de muren verdwenen in de helling zonder een afwatering. Dus het is altijd nat binnen. De buitenmuren zijn niet gestuct en binnen is het geheel niet afgewerkt. Als ik Marc laat zien hoe ik het gedacht had te gaan doen buigt hij zich voorover om om het hoekje van het lauzendak te kijken. Een enorm lange dikke antraciet grijze couleuvre (slang) met een lichtgele buik kijkt hem verstoord aan met die typische slangenogen... Waanzinnig mooi zijn ze. Ik hoop er ooit nog eens 1 mooi in de lens te krijgen... Langzaam maar met vaste koers glijdt de slang onder het dak.
We dragen ook de 8 meter eiken balk naar de bovenschuur. Wat zijn wij sterk samen!!
We vegen het zaagsel op en bergen alle spullen op. We 'wandelen' de zware bouwstenen onder de grote buxusstruik. Ze liggen me in de weg en het is zo'n rommeltje. Het lijkt wel of ik nesteldrang heb in plaats van Castel??
Marc heeft natuurlijk allang een nieuwe eik gezaagd die nog ver onder de broodoven op de helling ligt. We proberen er samen beweging in te krijgen... Niks hoor, veels te zwaar. Het is nog een (verse) boom en geen nette balk...
Terwijl ik m'n kettingzaagje schoonmaak, gaat hij de kromming van de eik zagen en hij rolt en schuift hem verder de helling af, het stalpad op.
Samen halen we hem op, met een zware ketting (de enige die we nog hebben) maken we de stam vast aan de trekhaak. Met spanbanden tillen we hem over de plantenbakken weer op de balksteunen die Marc gemaakt heeft van een stuk populier.Vervanging voor de ruim 8 meter lange balk die af is.
Ik voel me erg moe de laatste dagen, futloos met toch zoveel zin om er flink tegenaan te gaan nu het droog is. Raar!
Eind van de middag ga ik het terrein op. Ik wil wat foto's maken. Waarvan weet ik niet. De werkzaamheden van afgelopen tijd misschien.
Dit is nou ons 'rommelen', waar we ons beiden zo in kunnen verliezen. Wat we zo missen als we voor anderen werken of één van ons elders bezig is. Dit samen ons ding doen en er steeds voor elkaar kunnen zijn.
Het dagelijkse rondje moestuin is vertederend. Cros verblijft er vaak hele dagen en als dan één van ons er toevallig loopt worden we met luid Cros-gemiauw begroet. Hij kruipt in je, tegen je aan. Dwingt kopjes af, spint onophoudelijk en wijkt dan niet van je zijde.Met petflessen in 2 stukken bescherm ik de broccoli en koolplantjes tegen slakken. De scherpe rand is vervelend voor ze. Ook andere insecten vinden dit een vervelend obstakel, ideaal. In Frankrijk is er geen statiegeld op deze flessen. Ze worden dan wel gerecycled, maar toch.
Deze aardbei heeft nog flink wat zon nodig. Marc heeft al een rood bosaardbeitje gezien, lekker!!!
Ik ga er dit keer bij zitten (bij de aanhankelijke Knorrekop) en af en toe kruipt Cros van schoot om een grassprietje te eten of met grote ogen te gaan kijken naar een geluidje. Wat een heerlijk beest is dit toch!

Joppie staat zo mooi bij alle kleuren hier; het lavendel van de luiken en deuren, het graniet en mos. Maar het groen waarin hij graag een tukkie doet 's middags...