zondag 28 februari 2010

Laatste februari-dag

De laatste dag van februari, maart klinkt al 'lente', morgen! Er kruipen al wat mensen uit hun schulp. Vorige week komen we Christine tegen in de super. ze verklaard serieus al sinds december het huis niet meer uit te zijn geweest. En al helemaal het dorp niet uit. De storm woedt nog wat na. Regenspetters komen tijdens de middagmaaltijd weer uit de hemel. Na de laatste hap spoedden we ons naar buiten om alle werkspullen binnen te leggen. Ik hoor geroep en zie een hondje om het hoekje van de secadou naar me kijken. Vier onverwachte gasten op deze stormachtige middag; Christine met haar man Danny en een bevriend stel uit het dorpje net boven ons, een dikke 2 uur wandelen. Mensen zijn nieuwsgierig, ze hebben niet meer kunnen neuzen sinds wij dit gekocht hebben en hier wonen. Voorheen klommen ze over het hek en kamden het terrein af, gewoon nieuwsgierig. Nu er mensen wonen, die Hollanders, kan dat niet meer. We zijn er ook altijd. Maar de meeste weten wel dat ze welkom zijn, wanneer dan ook, en lopen enthousiast vol 'oh's en ah's' het terrein op. Ook voor de fransen wonen we in een bijzonder huis met een apart terrein op een hele mooie plek. Iedereen bewonderd al het werk dat hier in een kleine anderhalf jaar al verzet is.
Vanochtend besloot ik de takken op te ruimen die ik van de acacia's boven de moestuin gezaagd heb en de aardbeien te bevrijden van al het onkruid. Hele kleden met muur verbergen de nog dorre aardbeiplantjes. Opeens ruik ik koriander en waarempel zijn dat al heerlijk geurende plantjes, maar onzichtbaar door de muur. Behoedzaam maak ik ieder plantje vrij en zie overal plukjes veldsla. Ook de gezaaide spinazie zouden we kunnen eten over een paar weken. De fortsythsia wil eigenlijk ook al uitlopen. Overal die bosviooltjes en bloeiende Hellenoris is al een feest voor het oog. Ik loop een stukje op het terrein met Cros om te zien of er nog grote bomen gesneuveld zijn door de storm. Geen gevallen reuzen, wel veel dood hout. Maar voor ik dat smiddags kan gaan verzamelen, regent het weer flink.
Dan maar weer wat binnenwerk.
Dat er wandelaars komen is als het openen van de gorges na 3 maanden achter dichte slagbomen wonen. Een andere voorbode van de lente dan de bloemen en de vogels; wandelaars.
Opgetogen zwaaien we ze uit, terwijl Castel wel mee zal lopen tot aan bekend terrein. Daar waar het bezoek het bodpad verlaat, komt ze vermoedelijk wel terug.
Morgen is het maart, maart klinkt niet meer als winter en is zeker nog geen lente. Maar klinkt vol belofte en groei, maart klinkt al wat fris groen en geeft al heerlijke geuren af. Nog een paar uurtjes, ja, dan is het Maart!

Storm & The Reader


De ochtend

Na een mistig ontwaken van de gorges en een paar warme zonnestralen, trekt de lucht weer dicht. 's Ochtends bijt ik me vast in huishouden en Marc bouwt aan de muur achter de secadou. Er steekt een briesje op, een koude wind. Eind van de ochtend moeten we weg. We hebben toegezegd in het huis van vrienden vast de verwarming voor hen aan te zetten, dat ze na een lange dag reizen in een warm huis aankomen. Eerst halen we de sleutels op bij hun buren, zulke lieve hartelijke mensen dat het moeilijk blijft om koffie te weigeren. Maar gretig 'ja' zeggen is on-frans en ze hebben een kleindochter te logeren. Na aankomst worden we bij hun poort bijna de tuin in geblazen door de koude harde windstoten. De enorm oude dikke naaldbomen net achter het huis hebben zwiepende toppen, de stammen staan doodstil. Zo'n boom wil je echt nooit op je dak hebben. De uitgedroogde kersttakken van hulst en maretak waaien over het gazon, de resten zwiepen aan een spijker boven de poort. Een lege emmer is het talud afgewaait en de leidingen zwiepen aan hun staanders. Binnen is het ijskoud en verwoed gaan we aan de slag met de via mail beschreven uitleg. We hebben om de lijst met instructies een beetje moeten lachen. Meer dan tien handelingen verrichten op 4 of 5 plekken in en om het huis en stilletjes vergelijken we het aansteken van de verwarming met onze kachel. (Hout erin, krantje, vuurtje erbij, deurtje even op een kier en komend uur geen omkijken naar.... Maar daarna!) Alles heeft zijn voor en nadelen. Het is zeer de moeite waard dit in den vreemden voor elkaar te doen. Fijn ook om voor iemand iets te kunnen betekenen als je meestal maar samen kloekt op eigen terrein.
Terug besluit Marc om weer lekker om te rijden, verkennen, vast nog wel een onbereden weg te vinden. De wind trekt aan en lijkt het landschap schoon te blazen. De ingekapselde bladknopjes te stoffen om hun vliesjes dun en ontvankelijk te maken voor de steeds warmere zonnenstralen. We komen in een historisch bekend gehucht, maar niet vanaf de berg, maar van onderuit het dal en zien weer een groepje gebouwtjes als het onze en een rest van een ruine-complex. De ruines liggen net naast het meest mooie sprookjesachtige historische bruggetje dat ik in deze contreien zag. Begroeit met plakken mos en guirlandes van nog frisse hedera. De enige brug de kloof uit en ik beloof nooit veel, maar ik ga dat zeker een keer uitgebreid fotograferen. Een must voor mijn verzameling, een plaatje uit een boek en film. Het wordt een hele onderneming om de gebouwtjes te vinden die we boven de ruine op de helling zien liggen. Maar uiteindelijk vinden we het huis en doen het half verweerde houten hekje open door het strolint van het paaltje te halen.
Het is weer zo'n 'object' waar je een gevoel mee kan hebben. Iedereen die wel eens serieus op huizenjacht in het buitenland is geweest, kent dat misschien wel. Of is er naar op zoek, dat gevoel dat je op zo'n plek zou kunnen horen. Dat het gevoel klopt, hoe verweerd, onbewoond en vervallen dan ook. Geen water of deugdelijke electriciteit meer, verwaarloost, maar het woonhuis potdicht afgesloten, met binnen de sleutels op tafel. Verder zijn alle ruimtes leeg. Vies, maar leeg met een vers gesneuveld stukje ruit in het gras onder het bovenraam. Lauzen zijn van de daken gerold, rozen verwilderd naast de voordeur. Een lage koeienstal met dunne staanders ondersteunen de hooizolder erboven. We scharrelen weer wat in een laatste zonnestraal van deze dag. Thuis is het nog redelijk rustig met wind en nog steeds droog.
Ik kook, we eten, drinken koffie en ik kom een afspraak na op SecondLife.
In de namiddag begint het bij ons ook echt wat te stormen. We poken het vuur in de schouw op en Marc, al glimlachend denkt hij terug aan het ingewikkelde 'verwarming aansteken voor vrienden' (vloerverwarming aan doen) denkt nog dat het een fluitje van een cent zal worden. Na bijna een uur komt hij pas binnen. Grappend roept hij uit dat hij in het niets kan verdwijnen zonder dat ik het zou merken als ik eenmaal 'aan mijn werk' zit. Na nog eens een half uur doet de kachel in de schuur het nog niet. Weer blijft Marc een half uur weg. Het hout is allemaal te nat na 3 volle maanden ieder etmaal neerslag en de winter is niet echt zuinig dit jaar. Ik heb het inmiddels koud en wordt onrustig van deze harde wind die in de grote schoorsteen terug buldert naar het vuur, dat moeizaam ligt te sissen en te roken. Het is vannacht volle maan en ik zal mijn periode weer aan moeten gaan. Ik heb de pre-tobberij al weer wat achter de rug. Maar dit zijn wel 3 factoren die me een ontembaar soort energie geven waar ik totaal geen vat op heb. Maanstonde tijdens een stormachtige volle maan.
Ik douche me lang, zonder smekende Aai naast me op het badkamerkleedje, smachtend naar een kambeurt met een gewone degelijke haarborstel. Ik trek wat fijns en leuks aan, we maken er weer een zaterdagavondje van. Een beetje alsof we samen uitgaan en de boel aan de kant zetten om de woonkeuken te transformeren.
We hebben eindelijk weer eens een film te leen gekregen. Heerlijk, even naar de privé-bios en we nestelen ons met brood en kaas op een matras bij de schouw. De wind beukt op de stenen muren, doet het dak loeien en vibreren. Als het woeste buiten met ons, veilig binnen die zo dikke muren met een stenen dak. Knus met kaarsen aan en de film boeit ons direct. The Reader pakt ons wel in met de warmte van het vuur in onze rug en het 'grijpende' van de acteurs, het doet ons alles even vergeten. Plots klapt de stroom eruit. Pats! Alles donker en stil. Het huis plots verandert, alsof het nooit met electriciteit werd verlicht en de stilte er niet was, want het geluid van de wind en het vuur waren als een radio, pc en tv voor de mensen nu.
Dit was lang geleden! Met geduld starten we het systeem weer op, PC aan, wachten, programma's opstarten en alles loopt steeds vast. Na 10 minuutjes dat de film het weer doet, klapt de stroom er wéér uit. Nogmaals proberen we het, en nog eens. Na vier keer vinden het beiden wel genoeg. Dat moeten we een andere keer proberen, de film afzien kan echt niet meer. De storm is hard en regelmatig en komt pal uit het westen zo de gorges in geblazen. De dikke kabel met onze electriciteit gaat een paar honderd meter van ons huis af naar de overkant. Deze kabelstreng hangt door over de rivier en vangt de wind van de zijkant, loodrecht erop. Die moet behoorlijk heen en weer zwiepen. Ons huis ligt wat verder de gorges in. De stroom moet steeds daar onderbroken worden. De bulderende wind beukt steeds een kleine minuut na een stroomuitval, tegen ons huis aan.
Omdat we het risico niet nemen om weer alles aan te zetten, bedenk ik me dat ik deze storm, dit natuurgeweld wil voelen. Uit de bescherming van dit huis, de wind en die kracht te ervaren, direct zonder muren en ramen ertussen, met hier en daar een klapperend luik, omdat we ze niet allemaal dicht kunnen vast zetten.
We gaan wandelen. Castel mag mee, dat is heerlijk voor haar. Met kaplaarzen en koplamp de steeds zachtere wind in. Zacht van temperatuur, niet van kracht. Al snel spreken we beide uit dat de wind op de zeewind lijkt. Zoals je er schuin tegenin kunt staan, omdat de wind je niet laat vallen. Maar geen zilte zeeluicht, schuimvlokken, schelpen en grote vrachtschepen achterlangs de enorme boeien. Maar krakende en piepende bomen, kreunend, alsof ze gegeselt worden en elkaar nog eens schrammen omdat er geen ruimte is als ze zo buigzaam als de wind moeten zijn.
De windvlagen horen we aankomen, net als de zomerbuien, dreigend en altijd onvermijdelijk. Soms zelfs wraakzuchtig terug komen, gekeerd in de haakse bocht in de gorges verderop. De vlagen hoor je als een harde ruis en worden steeds sterker en lijkt dan weer af te nemen via de boomkronen aan de overkant. De wind draait plots 180 graden, iedere windvlaag lijkt diezelfde draai te maken om de 5 minuten ongeveer. Deze stormen zijn net zo 'zichtbaar', voelbaar en prikkelend voor je beleving. Bij de ruine aangekomen langs het bospad, hebben we een wijds zicht op het kasteeldorp en het gehucht ernaast. We kennen iedere straatlantaarn in het nachtzicht. Toch is er een roodachtige lamp bijgekomen. Of is het een achterlicht? Het blijft op zijn plek en na wat minuten staren naar die rode gloeipunt een paar honderd meter rechtsonder het laatste huis van het gehucht, blijkt na een enorme storm-vlaag het gloeien te groeien, het worden haast wel vlammen zo te zien. Na nog wat minuten en een halve gauloise-sigaret (als we uitgaan, doen we dat, die luxe sigaret), omdat de wind de andere helft voor ons oprookt, zien we het vuur steeds overgaan naar gloeien en weer tot vlammen wordt geblazen. Het zal André zijn stookplaats zijn. Te nat voor een bosbrand, wind om het aan te houden. Het is een apart gezicht, zo'n gloeiende berg halverwege een donkere helling.
Met wind van voren en in de rug lopen we naar huis. Zonder koplampjes, want de maan weet door het donzen wolkendekbed de aarde te beschijnen. We zien prima waar we lopen en de natuurlijke duisternis door de maan indirect verlicht, maakt het bijna als de dag, als je ogen eenmaal gewend zijn. We zijn in Nederland nooit gewend geraakt aan zien in natuurlijke duisternis. Het is prachtig en ik mis de oranje, paarse en witte verlichting van de randstad geen seconde.
Na de wandeling proberen we het nog 1 keertje met de film. Maar nee, het is al laat en we stoppen ermee. Marc gaat vast naar bed en ik schrijf.
Ik kreeg tijdens het schrijven van dit bericht nog 4 stroomstoringen. We hebben ze niet geteld en begrijpen nu ook dat we per jaar wel 7 euro korting krijgen van de EDF, omdat we hier zoveel storingen hebben.

Sorry lieve F en S, ik kon niet terugkomen naar jullie opening in-world :-( )

zaterdag 27 februari 2010

nieuws

Het nieuws;
-Natuurrampen
-Regen met heel af en toe even geen regen
-Minder koud
-Groene zeep op de vloer weerhoudt katten van het grondplassen
-M'n broer was jarig, maar geen antwoord op mijn felicitatie
-De winter heeft nu lang genoeg geduurd
-Bezoekjes krijgen en op bezoek gaan fleurt op
-De bosviooltjes en het longrkuid bloeit al
-Castel is betrapt op het poepen in de moestuin
-Er is al onweer geweest en de bliksem sloeg NIET in
-Eén dag die met zon begint; geweldig!
-Een 2e chat-etranger is gesignaleerd op het keukendak
-Noodplan D en E treden in werking mbt ons huis dat niet verkocht wil worden; zorgelijk! Harry Potter zijn toverstafje werkt niet in Nederland.
-De vogels fluiten lente-liederen en de uilen zijn terug van even weggeweest

woensdag 24 februari 2010

sjagrijn


Af en toe slaat de sjagrijn toe. Om alles! Het wisselen van schoenen met sloffen en andersom wordt af en toe een crime. Het huis wordt een stoffige modderbende, zeker nu als het steeds blijft stromen van de regen.
De pitten van het gasfornuis geven teveel gas om iets zachtjes te laten koken. Komt het lage aanrecht bij, dat me rugpijn geeft tijdens een simpel afwasje of het snijden van groente. De afzuiger is leuk, maar de temperatuur verschillen van de kookdamp en de lucht in de keuken zijn zo groot dat voordat het de afzuiger bereikt het tot water gecondenseerd is en in stroompjes van de muren loopt.
Na iedere dweilbeurt op de kat-plas-plek in huis, kan ik opnieuw een emmer sop pakken en de hoek wederom dweilen.
Iets uit het kot en de vriezer pakken is keer op keer een halsbrekende toer, dat geldt ook voor de schuur, waar je je enkels breekt over de ruige stenen vloer. Gewoon stenen uit de bergen waar geen platte kant aan zit en er ontbreken er een aantal. Of ze zijn verzakt. Het heeft al 1 zware pijnlijke valpartij tot gevolg gehad.
In- of uit de auto stappen is alleen mogelijk op kaplaarzen. Anders zak je tot je enkels weg in de modder.
De hondenpoep van Castel dat ze juist op de oprit deponeert komt daar nog bij, in schutkleuren, dat begrijp je.
Dat als er een blok hout net naast de steunen ligt, het begint te roken en we met pijn in de ogen alle ramen en deuren open moeten zetten om weer helder zicht te hebben binnen, floep, weg warmte. Dat we niks kunnen doen in de moestuin; geen tijd voor en zo ja, dat het regent dat het giet of er teveel sneeuw ligt.
Het te lage washok belet me het beddengoed alleen op te vouwen of te drogen te hangen. Ik stoot mijn handen tegen het grof gestucte plafond of de schone was schuurt over de grond. Hop, het kan terug de was in als ik niet oppas.
Het gebrek aan opbergruimte achter gesloten deuren zodat het niet stoffig of zwart wordt van as en roet, wat een verademing zou dat zijn. Nu pak je iets vast en moet je je handen wassen, als je eens schone handen wilt houden tenminste.
Soms zou ik even een dag zonder al die ongemakken willen, m'n maatje ook. Om even niet ermee bezig te hoeven zijn. Maar ruilen met een ander huis (als dat zou kunnen op dezelfde locatie natuurlijk) willen we ook niet. Luxe vloerverwarming doet het niet als de stroom weer eens uitvalt. De bliksem slaat ook wel in met een moderne installatie.
Nee, ik wil geen ander huis en alle ongemakken maken het zoals het nu is, waar we meestal van genieten, omdat het van ons is, zo vrij en eerlijk.
Vandaag staat alles ons tegen, echt alles.

dinsdag 23 februari 2010

te-le-sais-chat


Cros moet er volgende week dinsdag aan geloven. Hij weet het zelf nog niet. We hebben het er wel als mensen uitvoerig over gehad, wanneer en hoe. Bij de boer of netjes bij de dierenarts, die hier meer een veearts is.
Ik heb het hem al proberen uit te leggen, maar kijkt me onverstoorbaar aan.
Als ik hem betrap op het plegen van een plas in hetzelfde hoekje van de kamer, en ik hem aan het nekvel naar buiten 'doe', geeft Cros geen krimp. Kijkt na het neerkomen buiten niet op of om en vaak plast Cros tijdens het naar buiten doen warempel gewoon door!
Cros is een ontzettend leuk huisdier. Cros sproeit niet, we zien het hem bij tijd en wijle alleen zittend doen, als een poesje. Of als Castel, dat kan ook zijn grote voorbeeld zijn. Maar Cros vind het wel makkelijk, zo'n ander zwart-wit groot pluizig huisdier dat, als niemand kijkt, in hetzelfde hoekje gaat zitten plassen. Dan hebben we het over Aai. Waarom Aai haar behoeften, ja het poepen doet ze ook binnen!, niet buiten doet is ons een raadsel. Ze zit vaak op de vensterbank om te waken over het kattenluik. Joppie mag er niet in, ook Pipo wordt hier schuchter van. Cros duwt zich er wel langs, de allemansvriend.
Cros wordt volgende week dinsdagochtend een te-le-sais-chat, een je-weet-wel-katertje. Dat gepies in huis kunnen we misschien niet voorkomen, maar dat Cros een meisje wil gaan zoeken zit ons dwars. Cros is te ontvankelijk voor andere dieren, die hier allemaal eetbaar of vriendelijk voor hem zijn. De jagers schieten er ook op, wilde katten, en we willen Cros graag in het muizen-vang-team houden. Hij is bijna de beste, na Aai. We zien Cros al lief mauwend op een vos afstappen of avances maken met een vrouwtjes-marter, nee, Cros is ons te dierbaar. Of het diervriendelijk is om hem te castreren? Nee, niet echt. En eigenlijk willen we het beestje helemaal heelhouden. Maar we zijn nu echt even egoistisch en togen vanmiddag naar de veearts. De dame snapt het gelijk en maakt het "afmaak-gebaar" met haar vlakke hand langs haar nek om aan te duiden dat de ballen eraf moeten.
Nu lachen we nog, ik volgende week niet meer. Vind het altijd zo zielig, zo'n ingreep op een dier dat niets anders kent dan het eigen element. Cros moet dan in een mandje, in de auto, in het stinkende lokaal, weer een klein hokje in, om dan door vreemde mensenhanden behandeld te worden. Ik weet nu al dat Cros heel timide en bang zal zijn of zal vechten als een witte tijger met pluimstaart.
Cros is al Draakje, Pluis, Knorrekop, Nez-Noir, Persje, Leeuw-met-identiteits-crisis, Katerkop, Acrobaat, Waterkonijn & -rat, Hongerwolf, Ondeugd. Komt Te-le-sais nog bij. Geen wonder dat Cros nauwelijks en vaak stoicijns naar zijn roepnaam luistert.


Hij heeft nog 1 week, maar voor Cros zal het niet uitmaken. Tsjakka!

maandag 22 februari 2010

the middle of nowhere

In het midden van het niets en het midden van onze wereld. Geen TV of Hollandse krant, maar ook geen frans nieuws bereikt ons als we er niet op uit gaan. Het onverwachte bezoek van nederlandse vrienden zondagmiddag brengt ons het nieuws dat het kabinet 'gevallen' is. Ik vind het persoonlijk! meer een falen dan een kwestie van vallen, maar ik moet me eigenlijk niet uitspreken over politiek. Het is mij te circulair.
Het brengt ons wel weer terug naar waar we staan, zo saampjes. Ik denk even terug aan het tafelgesprek bij de britten vorige week. Ook hij had het gevoel als hij hier eenmaal zou wonen, dat hij zich betrokken moest blijven tonen bij zijn vaderland, het nieuws, politiek en andere veranderingen. Het voelt als een soort verplichting en een geniepig schuldgevoel ligt op de loer als je iets groots pas na dato verneemt.
Maar om dagelijks op de hoogte te blijven van politieke perikelen die toch wel gebeuren, aardbevingen waar je helemaal niets uit kan richten (enkel erover praten met elkaar hoe erg het wel niet is daar aan de andere zijde van de aardbol) of een bekende Nederlander die nogal dronken een interview geeft... Nee, daar voel ik me niet toe verplicht en nog minder schuldig om.
De betrokkenheid die we wel ervaren is om ons heen, met elkaar, de gemeente en de streek waar je stem nog gehoord wordt. Waar je nog gezien en begroet wordt en waar nog oog is voor elkaar en de tijd wordt genomen. Nieuws maak je zelf. Het nieuws dat we kennen, krijgen voorgeschoteld, is uitgekozen en gemaakt door redacties die bepalen wat er nieuws is of niet.
Een herinnering komt terug, van lang geleden; ik sta op en lees de krant. Een landelijke krant. Er wordt met grote koppen, veel foto's en ontsteltenis gebracht dat Lady Diana is omgekomen. Aan de hoofdpagina heeft men weken niet genoeg. Ik sla toch de pagina om, zoals ik dat iedere ochtend deed. Van voor naar achteren de krant lezen om vaak verderop pas echt nieuws te ontdekken. Nieuws dat me raakt of schokt, me diepgang geeft of iets om over na te denken die dag. Onkruid wieden voldeed niet zo goed en een roos snoeien ook niet. Op pagina 4 of 6 staat ergens onderin een hoekje met een foto van moeder Theresa. Op dezelfde dag gestorven als Lady Diana. Maar een pasfoto'tje zo klein van deze vrouw, en met alleen 'vrouw' doe ik dit mens ernstig te kort, en een even klein artikeltje van 3 regels raken me meer dan weken Lady D. op zoveel pagina's.
Het gaf me wel gelijk een beeld van hoe het nieuws, en dus hoe de wereld, aan ons getoond wordt, niet door onszelf bepaald wordt. Maar door een grote mogendheid; de media.
Ik vond het toen al erg hoe de grote mens op een andere plek terecht komt door de tijdsfactor die beide gebeurtenissen juist verbondt (de sterfdag van moeder Theresa met die van Lady D) en hoe de media hiermee omgaan.
Vaak vindt men (ook ik ... toen) het nieuws van de media belangrijker als hun eigen nieuws. Nieuws dat van binnen en van heel dichtbij komt. Dat nieuws waaruit blijkt dat we als mensen betrokken zijn bij elkaar en wat om ons heen leeft. Dat kleine nieuws lijkt niet meer van belang te zijn. We doen het af als " alles goed hoor, prima" en gaan zo voorbij aan juist dat wat ons zo raakt van binnen. Ik begrijp ook dat velen dit als heel egoistisch kunnen opvatten. Niet verder kijken dan je eigen leefwereld. Je wereld is zo klein...
Misschien wel klein, maar niet leeg. Geen behoefte om er ook nog groot nieuws, gewoon nieuws aan toe te voegen. Dan moeten we onszelf en onze naasten maar even parkeren, want er is eerst een gepaste hoeveelheid nieuws. Behoefte of geen behoefte, het is van belang om .... ja waarom eigenlijk. Om je zo deelgenoot te voelen van de wereld?
Die wereld is voor mij te groot. Ik kan haar niet behapstukken. Ik heb het jaren geprobeerd en het koste veel moeite, tegenslagen en vooral stress. Stress dat ik het nivo niet zou redden.
Het kabinet is gevallen. Het mijne ook in Nederland. Keer op keer viel mijn innerlijke politiek, mijn nieuws en belevingswereld als een baksteen. Tuurlijk was er een rechts-links-coalitie in mij. Onverenigbaar en gedoemd tot vallen. Maar wat moet, dat moet. Dus na iedere val formeerde ik weer een nieuwe coalitie, net zo rechts-links, net zo gedoemd tot vallen, breken. Mijn kabinetten zijn niet alleen paars geweest. Prachtige kleur trouwens, één van mijn favorieten naast een groen kabinet en een bruin. Alle tinten heb ik wel een beetje gehad.
En sinds ik in the middle of nowhere woon, verstoken van nieuws uit de wereld als het niet toevallig op ons pad komt of we een krantje kopen, sindsdien heeft mijn kabinet een tijdje stuurloos demissionair liggen zijn.
Ik besef me dat mijn politiek geen tussenweg meer hoeft te zoeken. Het is niet rechts of links meer en ook niet zwart of wit. Het is er niet. Ik laat me niet meer leiden door, sturen in en hoef nergens meer in mee. Ik hoef niet 'mee te kunnen praten' of mee te leven met emoties van de ander die niet de echte emotie's zijn. Ze zijn afkomstig van redacteuren, van foto's en reportages, meeslepende beelden waar iedereen zo om kan lachen en om kan huilen. Ze zijn toch niet van hen, maar van een ander. 'Daar' ergens...
Onze politiek is die van het midden van het niets. Gewoon op dezelfde aarde, met dezelfde zon en hetzelfde lief en leed. Het is niet van TV of uit de krant. Het is van ons, van mij. Groot nieuws! Zo geisoleerd en in den vreemde, maar eigenlijk ervaren we allemaal hetzelfde; de wereld maak je zelf en hoe je met jezelf in die wereld wil staan is toch echt een keuze waar je eigenlijk géén zeggenschap over hebt als je de tijd laat voor wat ze gemaakt is.
Een echte aanrader is emigreren voor mensen die de grip op hun leven durven los te laten. Ze grijpen er grip van, ja, op het leven zelf.
((De laatste zin is van Ghandi, voordat je denkt dat alles uit m'n duim komt ;-))

voorbode

Iedereen kent het gevoel, van heel jong tot stokoud, de onmiskenbare voorbode van de lente. De zon die voor het eerst echt warmte afgeeft, je laat voelen dat de lente komt. De vogels die af en toe je toezingen op de manier waarop ze alleen in de lente zingen. De warmere wind die je huid lijkt te strelen. Het nieuwe bollengroen dat opeens, lijkt het, al flink wat centimeters boven de grond staat te glimmen. Dat je zomaar zonder jas naar buiten kan en uit de wind echt even kan gaan zitten zonder het koud te krijgen. De kriebels krijg ik ervan, een energie waar ik me, nu zo vroeg in het seizoen, nog geen raad mee weet. Het is gewoon nog winter. Zo'n ouderwetse koude lange donkere winter.
Het is dat ik hier nog weinig bloembolletjes heb, geen sneeuwklokjes of crocussen en knalrode tulpen.
Vandaag ga ik naar buiten. Lang en veel. Wat ik ga doen weet ik nog niet. Moestuin wellicht, of nog even doorbijten op het zagen van droog hout.
Misschien morgen weer regen of sneeuw, we weten het niet en de weerberichten zijn voor onze lokatie erg onbetrouwbaar.

achterterras



Een nieuw achterterras kost ons in totaal 62 euro aan zakken cement.



Zo puzzelt Marc het terras dicht



Compleet, puzzel opgelost.

zondag 21 februari 2010

werken

Omdat de lauze-stenen op de daken door het mos toch verteren, moet het er overal allemaal af. Sommige daken zijn wat makkelijker te bereiken, klein en overzichtelijk. Eerst met een klein plamuurmes, dan af vegen met een brede zachte bezem en daarna met een staalborstel eroverheen. Nogmaals schoonvegen en dan de afwerking door met anti-moss-vloeistof het dak te besproeien. Een enorm karwei om 8 gebouwen schoon te maken. Maar niks moet snel af of nu gedaan. Dit zijdakje van de schuur is half af. Ik kon niet bij de rand aan de voorkant. Andere keer maar weer.
Door het even snoeien van de half-dode acacia aan het achterterras, moest de tonelle van haar plaats. Zodoende kwam er ruimte om het veredelde kattentoilet op te ruimen. We zaten te vaak in de stank en nu is het gemakkelijk platte stenen vinden. Door de flinke vorst, al dat water en de nog niet uitgegroeide bramen zijn ze goed te zien. Marc vult de hele bak van de auto met stenen, die daardoor zwaar door de assen zakt. Na het uitladen blijken we al redelijk genoeg puzzelstukjes te hebben. Nu houdt Marc van puzzelen en zijn motivatie is hoog door de kou.

Gisteren is hij weer een stukje gaan kloven aan de eik. Gerrit moet hij heten?? Muah, moet kunnen. Tijdens het kloven met wiggen en een hamer, schiet er een gietijzeren wig uit het hout 3 meter de lucht in. Marc kon nog net een stapje achteruit doen en kreeg zo het signaal dat het genoeg was. Weer een lading hout voor over 3 jaar... We tellen de jaarringen van Gerrit; bij benadering 125. Toch één van de oudere bomen in de gorges. Die aziatische boktor doet het te goed hier. De meterslange gangen in het hout met een diameter van 1 tot 2 cm zijn de boosdoeners. Gemaakt door de larven. We vermoeden dat ook de tamme kastanjes hierdoor jong sterven vanuit hun kronen. Je doet er op deze schaal niets tegen, zonde toch!
Vandaag misschien even op de koffie bij H. Even eruit.

1 minuut uit kattenlevens

1 minuut uit het leven van onze katten. Wat er niet veel anders uit zal zien dan de levens van alle huiskatten. Jaloezie is mij vreemd, maar als ik naar katten kijk bekruipt me het gevoel van jaloezie toch, ik laat het erbij en geniet stilletjes mee.

zaterdag 20 februari 2010

.

................ en we staan op ........ in de sneeuw....................... weer!

vrijdag 19 februari 2010

Muizenissen

Vannacht heeft het weer eens flink geregend, al het hout in het bos is natuurlijk nat en wij moeten echt weer gaan zagen. Er ligt te weinig voor vandaag in de schuur.
Ik zet Marc en Castel af bij de brievenbus, waar we gelijk de envelope met Nedelandse post uithalen. Marc gaat platte stenen zoeken en ze klaarleggen aan de kant van de weg voor het achter terras. Ik rij weer terug tot aan de dikke gezaagde eik, om daar op de helling dode bomen en takken te zagen.
Eenmaal bij een wat dikkere dode eik aangekomen die al wat jaren op de bosbodem ligt, start ik met de dunste kant. De blokken a 80 centimeter worden al zwaarder zagen. Ik rol ze stuk voor stuk de helling af tot aan de rotswand, waar ik ze voorzichtig de diepte in laat vallen in de berm. Eén rolt er door tegen een wiel van de auto en de dreun klinkt niet best. Later blijkt er een heel klein deukje in de velg te zitten.
Ik zaag de boom steeds verder klein en zie een holte in de stam. Het kernhout is verrot en weg, foetsie. Daarvoor in de plaats ligt er dor blad in. Dat is wel apart in het diepste van een liggende boom. Maar ik sta er verder niet bij stil. Terwijl de loeiende kettingzaag midden in de stam zijn werk doet zie ik in mijn ooghoek een kleine beweging, iets kijkt verschrikt uit een hol zijstammetje van de eik... Een muis. Wat moet die geschrokken zijn, ligt heerlijk te slapen in zijn warme bladeren-huisje diep in een boomstam weggedoken en beschermd tegen vossen en marters... Dan eerst een onbeschrijfelijke herrie dat pijn moet doen aan muizenoortjes. Dan de trillingen die door het huis gaan en alle bladeren en houtmolm van z'n plek laat trillen. Een uitweg zoeken valt de muis mee, ik zie de muis nog vanuit het holletje verschrikt kijken om daarna het hazenpaadje te kiezen, sjoef....
Ik kijk eerst of ik nog meer muizen ontdek voor ik verder zaag. Ik moet er niet aan denken door een muis heen te zagen, ik dweil nog liever de vloer op mijn knieëen, omdat Cros een muis aan stukjes heeft gereten voor hij hem weg kan smikkelen.

Als er een flinke vracht met stammen op de weg en in de berm ligt klauter ik de rotspartij af en glij de rest door de bramen naar het pad.
Op m'n gemakje drink ik wat aanmaaklimonade en lees de krantenartikeltjes door die opgestuurd zijn.
Ik moet erg lachen om Sjaak Bral die in zijn colum AH op z'n donder geeft over de zoveelste verzamelactie van het concern; voetbalplaatjes. Ik zou hem bijna een mail willen sturen hoe treffend hij het neerzet. Ook de stukjes van Vincent Bijlo gaan er altijd goed in. De wat cynische stukjes door Nederlanders voor Nederlanders benadrukken vaak de kleinburgerlijkheid van ons volk. Zo, vanuit de verte, wordt dit steeds leuker om te lezen.
Daarna roep ik de kabouters, de bosbouw-kabouters, om me te helpen kloven. Ik wil dat wel eens proberen en lomp als ik ben, weet ik dat ik ontspannen en voorzichtig te werk moet gaan. Die kabouters zijn kabouters van niks. Ik sla na het 4e blok met de botte bijl in mijn voet. Gelukkig tegen de neus waar een kunststof veiligheids-neus in zit en dus is enkel de buitenkant stuk. Later schiet ik nog een keer uit en houd het voor gezien. De rest is voor Marc die door loopt naar mijn werkplek.
De auto is half vol, maar dood eikenhout is zwaar en brand lang, dus voor nu is het goed.
Die eik van vorige week ligt er nog. Marc heeft de lierkabel van de lier afgetrokken tijdens de zoveelste poging om de stam van de helling af te trekken. (Ik kan het hem blijven zeggen dat dat niet kan, maar ok) De grote zaag is geslepen en hij kan het niet laten om te proberen de dunste 2 meters van de stam te zagen. "Een kilo of 300" hoor ik hem opperen. Ik denk het dubbele, minimaal....
Hij zaagt aan de bovenkant een inkeping en zaagt verder vanaf onderen naar boven. Tot we beiden 'krak' horen en weer achteruit stiefelen. Hij blijft krakjes geven, maar breekt niet. We maken nog grapjes, of we onze handen 5 seconden in de inkeping durven steken, maar nee. Met groot ontzag voor deze kolos gaan we naar huis, hout uitladen.
's Avonds laat spreken we uit dat we benieuwd zijn of die eik nu gebroken is of niet. We gaan wandelend even kijken en ligten Castel van haar bed. En jawel hoor, die eik doet alleen wat als we er NIET bij zijn, alsof hij het ons niet gunt als hij breekt en zijn weerstand loslaat, zich overgeeft. Lekker fris, zo'n avondwandeling, het slaapt ook lekker in. Morgen waarschijnlijk wéér... hout.

donderdag 18 februari 2010

zon en leven


((Ik knip Castel haar bek weer eens bij. Ze is snoeziger zo en niet zo verlept en viezig. Ze vindt de aandacht geweldig, maar dat stilzitten met een zwevende schaar voor haar ogen wat minder.))
Gisteren was het betaaldag, voor de grote tuinbeurt bij de Britten. Uitgenodigd tijdens lunchtijd vertrekken we in een schraal zonnetje dat boven op de heuvel gelijk regen wordt. Nat en somber, maar bij die mensen warm en gezellig. Het was heel leuk om hen samen te ontmoeten, in hun element. Tijdens het eten praten we over het emigreren, het leren, het aanpassen en natuurlijk het waarom. Weer zijn de beweegredenen gelijk. Rust, stilte, ruimte en vrijheid. Wie wil dat niet. Enige uitzondering is dat wij vrij jong zijn om deze stap te nemen.
Marc barstte van de hoofdpijn op de heenweg. Na een maaltijd en een tabletje gaat het beter en na de koffie vertrekken we om via een nieuwe omweg naar huis te tuffen. Het giet en de boeren weggetjes zijn modderstromen geworden.
Niets in de omgeving doet vermoeden dat we in 2010 leven, de erfjes zijn of verlaten of als een eeuw terug, modderig, vuil met verroeste landbouw machines en een blaffende bandenbijter.
We rijden zijwegen in die keer op keer dood-lopen, sans issue, maar dan zonder bordje. Op een boerenerf, waar de boer ons al verbaast op ziet rijden, moeten we keren. Hij vraagt ons op de terugweg of we verdwaald zijn. Een stralende man die mij aan mijn vader doet denken. Op de achtergrond van deze persoonlijkheid een vies raampje met gescheurde BB-gordijntjes. Een haast kale kip schiet weg als we weer gas geven. Terug in de tijd en het land veranderd af en toe in de mistige hooglanden van Schotland. Een dag eens wat anders.

De goot achter de secadou cq. Castel's huis, is nu eindelijk dichtgesmeerd. Nu moet de muur nog flink verhoogd worden... Alles op z'n tijd.
De hoofdpijn is waarschijnlijk een gaatje in zijn kies, maar de uitlaatgassen van de kettingzaag of de rook van het blok dat niet goed op het vuur lag zou ook wel bij kunnen dragen aan dat zware hoofd. Een dag niet zagen of in de rook zitten zal duidelijk maken wat het precies is.
Vandaag begint de dag weer met zon. Wel zo'n heerlijke warmte dat Marc in blote bast aan het achterterras begint en ik wat meehelp door de begroeiing daar weg te hakken van de rotsige ondergrond.


Pipo doet wat ie doet als de zon schijnt; er middenin gaan liggen slapen, hoog en droog op een terrastafel. Shadow zou hem later volgen. Aai drentelt altijd om ons heen, nu op een grote afstand gevolgd door Joppie, die nog steeds op 3 poten wil lopen. Als we niet kijken gebruikt hij al zijn poten, voorzichtig weliswaar.
Ik draaf door, dat komt door die zon en weet van gekkigheid niet wat ik allemaal wil doen. Ik leeg de emmer as in de moestuin en zet een ladder klaar tegen het hokje naast de schuur om het mos eraf te bikken. Ik krijg het niet af, maar het is een mooi begin. Heerlijk weer om op een dak te werken. In de verte drijven de regenwolken de gorges weer in. Het koelt snel af en we vluchten naar binnen.
Er wacht nog meer werk, altijd meer. Nu in de virtuele werelden, waar we ons land uitbreiden, meer mooie dingen maken en ik schrijf een brief aan een vriend daar. Ik moet mijn zorgen kenbaar maken, mijn hart luchten, anders gaat het aan me vreten. Marc maakt smiddags nog een afspraak bij de tandarts en zal nog even niet op die kies moeten bijten. Ze heeft pas volgende week tijd.
De lente is toch echt begonnen hier. Voorzichtig en eigenlijk alleen als de zon schijnt.

De vogels vertellen het ons. De katten gaan verharen en Castel ligt weer te slapen in de zon. De hyacinten hebben hun bladgroen al boven de grond en de hazelaarknopjes zijn al groen! Een paardebloem geeft al kleur aan de dorre bermen en we ervaren weer wat leven in de brouwerij.

dinsdag 16 februari 2010

Dierenliefhebbers

Wij houden van dieren, noemen ons dus dierenliefhebbers. Wij nemen geen kat als we krap wonen met enkel een balkon en galerij. We nemen geen hond als we full-time banen zouden hebben. We houden konijnen, maar niet in een gewoon ruim konijnenhok, nee we maken een konijnenberg met een hok van een flink aantal cubieke meters. De kippen moeten alleen 's nachts naar binnen en als ze daar geen zin in hebben vinden ze zelf wel een boom, hoog en droog. We voeren de katten zelfs dure brokken, terwijl ze haast om komen in de muizen en het met z'n vijven maar net aankunnen. Ja, met recht, wij houden van dieren, we redden een opgejaagde ree en bewonderen de vogels. We gebruiken geen muizenvallen of gif, ook niet in de moestuin. (op de bio-slakkenkorrels na, wij willen ook graag eten) Ook jagen we niet en vinden het jachtbeleid in Frankrijk een lelijk heilig huis. We kunnen helaas met z'n twee onmogelijk dit heilige huis onderuit schoppen.
Dat ik blog-volgers verlies door een frase waarin ik aangeef een wilde kat af te willen schieten, omdat hij onze grootste sterkste katten weet te molesteren, is me geen enkele zorg.
Het is gepubliceerd omdat het een realistische weergave is van wat 'back-to-basic' óók is. Onze katten vangen de muizen, het voorkomt kapotgeknaagt goed, gaten in het houtwerk en zorgt voor nachtrust. Als onze katten het niet pikken dat er een vreemde kater op de kust verschijnt, bepalen zij dat ze hem dat laten weten. Als deze kater al onze katten gaat molesteren, vieren hier de muizen feest en niet alleen op tafel!
We weten inmiddels zeker dat de kater een huiskat was en gedumpt is bij die kattenminnende hollanders in de gorges. "Muizen zat" moeten de vorige eigenaren gedacht hebben. Over dieren liefhebben gesproken......... ((De kat is zo wijs geweest zich niet meer te laten zien. Alle lezers die dieren vóór hun eigen welzijn stellen, kunnen opgelucht ademhalen))
Een ander voorbeeld waaruit blijkt dat back-to-basic niet helemaal samen kan gaan met het houden van dieren in 2 opzichten; Wilde zwijnen. Wilde zwijnen hebben een voorliefde voor losse woelgrond en groenten, heerlijk vinden ze dat. Wij gaan wonen in een bos met wilde zwijnen. We kunnen de moestuin niet dichttimmeren voor deze dieren. Van schrikdraad worden ze agressief en vernielen zeker het draad, maar ook de moestuin. Door prikkeldraad laten ze zich echt niet tegen houden, ook dat vernielen de zwijnen met gemak voor het krijgen van een lekker hapje groenten.
En nee, we zijn het niet eens met het jachtbeleid, maar het is eten of gegeten worden. Het back-to-basic idee dat wij hebben is niet werken voor geld om zo je vlees en groenten te kunnen gaan kopen met een vieze diesel-auto. Het bos is rijk aan voedsel, het valt in verschillende jaargetijden op de grond en ook dieren die eetbaar zijn lopen hier in overvloed. Echt wild, als vossen en marters, ook die zwijnen en reëen, laten het wel uit hun hoofd in de buurt van mensen rond te scharrelen.
Back-to-basic en alles wat hier leeft aan dieren beschermen en rond laten lopen gaan niet samen. Ook de adders die hier in grote getale aanwezig zijn dulden wij niet rond het huis. Ze doden de katten en de toekomstige kippen en konijnen.
En verschil moet er zijn; natuurlijk schieten wij geen weggelopen kat dood in onze nederlandse achtertuin, ook niet als we buiten zouden wonen of hier boven in de dorpskern! Dan zijn het de auto's die de weglopers en schootkatten te pletter rijden, om na de schrik de kat te laten liggen en op het gaspedaal te drukken.
Hier, op het achterland van Frankrijk, hijs je het aangereden eetbare wild in je auto en rijdt door naar de buurboer, die hem voor je slacht, zodat je een halve winter vlees hebt. En die buur natuurlijk ook! Hier schiet je een gedumpte kat die je huiselijke rust en vrede verstoort af. Ze zouden ons nog uitlachen ook, als we onder de schrammen en beten, met de kat naar de dierenarts zouden gaan om voor 50 euro het dier af te laten maken met een barmhartig spuitje. (En het dier vangen, opsluiten in een bench, in een ronkauto een half uur laten sudderen, om hem daarna in de tang van gehandschoende handen een spuit te geven is nou ook niet echt 'diervriendelijk' te noemen!!)
Een verhaal van een lezer schiet me te binnen. Zij hadden een zwijn aangereden, een beer van een dier met flink veel kilo's aan de stevige botten. Later in het café verhalen ze over de schrik van het voorval. De boeren wijzen vragend naar de auto. Nee, het dier ligt daar niet in. Ow wat zonde van het vlees.... roepen de boeren uit en grinniken om die hollanders die iets nog niet helemaal begrijpen.
Back-to-basic is niet makkelijk, het is niet zacht en lief en niet beschermd. Het is niet hetzelfde als de stadse normen en waarden, of die uit een verzorgingsstaat of compacte maatschappij. Back-to-basic is in het extreemste geval het recht van de sterkste.
Nu in ons geval, zijn dat Joppie en Pipo. Joppie is nog 3-poots, maar hij knapt al weer op en heeft geen ontsteking meer. Pipo is weer schoongewassen en het gezwel in zijn nek heb ik met veel korte massages weggewreven. Pipo is weer als vanouds.
En het zomaar gedumpte katerbeest, dat ergens in een dorp boven, het huis wel ondergesproeit zal hebben, heeft eieren voor zijn geld gekozen, door het zien van de overvloed aan muisjes in het bos. Nu maar hopen dat die kat geen vos tegenkomt. Het recht van de sterkste, dat is back-to-basic.

zondag 14 februari 2010

gulzige boomvreters


Al dat rotte en dode hout heeft natuurlijk vele oorzaken. Maar die grote vies uitziende dikke wittige larven zijn hier zo talrijk aanwezig dat ik toch op internet ben gaan zoeken wat het zijn. Omdat ik echt nog niet weet hoe al dat gespuis in het frans heet, zoek ik nog in het nederlands en dat schept al veel duidelijkheid. Er is me hier al vaak gevraagd of ik weet hoe het komt dat met name de kastanjes vanuit de kroon lijken te bezwijken, terwijl dit vroeger niet zo was. Ik ben een jonkie hier, ik heb geen vergelijkingsmateriaal. Die aziatische boktor doet meer kwaad dan goed. Het is namelijk een schitterende kever, net als de eikenprachtkever die we hier ook zien. De laatste dood ook bomen. Het mag ons dan wel hout opleveren en we vinden al dat kleine kriebelspul prachtig. Feit blijft dat er door de reislust van de mensen ook veel nieuwe ongemakken, plagen en ziektes zich verspreiden. De aziatische hoornaar of die boktor, de eikenprocessierups, ze doen allemaal mee aan de biodiversiteit. We kunnen er met z'n allen zo weinig aan doen! De dieren varen er wel bij, zij hebben eens verandering van spijs. Misschien wel een nieuw evenwicht, waar wij nog niets van begrijpen. Voor velen is het een gevaar, want onder een eik gaan zitten kon wel eens een verschrikkelijk gekriebel tot gevolg hebben en je hond kan bezwijken door in een spinselbol te happen die in een tak van een grove den zit... Ach ja, best eng die natuur.

zaterdag 13 februari 2010

Haag snoeien

Door op de titel van dit bericht te klikken, opent het eerste verhaal van de snoeiklus bij de Britten 6 december vorig jaar.

Eindelijk bleef het even droog en konden we gisteren alle spullen in de auto laden en vast een boodschappentas klaarzetten met eten en drinken. De grote snoeibeurt bij de Britten die we voor kerst al hadden willen afronden heeft 2 maanden moeten wachten in verband met alle nattigheid.
De kou daargelaten, want buiten werken in de kou is heerlijk. Voor mijn doen zijn we redelijk bijtijds naar bed gegaan en de wekker gaat een half uurtje vroeger.
Rond 8 uur wil ik Marc wakker maken en doe mijn best het heerlijk warme donzen dekbed van me af te slaan, terwijl Cros mijn wekker-geluid negeert en zich languit tegen mijn buik op de deken heeft geinstalleerd. Tot Marc met schoenen gehaast de trap op klost en vraagt waar het elektrische kacheltje is.
Ik ben tijdens het bij elkaar zoeken van alle tuinspullen vergeten de benedendeur van de secadou dicht te doen, waardoor alle leidingen weer eens bevroren schijnen te zijn. Thyleen-leidingen dit keer, maar toch geen water voor een thermoskan koffie.
De dag begint dus al goed. Door dit vroege tumult vergeet Marc zijn ontbijtje en ik sta schuldbewust op, houd m'n mond maar even dicht en doe extra dingen in de eettas.
Stilletjes verlaten we het terrein om zonder een woord door het steeds veranderende landschap te rijden. Zaterdagochtend, we komen nauwelijks andere auto's tegen. Het landschap wordt zachtjes wakker onder een lichtblauwe hemel met hier en daar een dot wolken die me aan de zomer doen denken. De millimeter sneeuw kleurt de noordkanten van de heuvels en weilanden vaal wit met op hun ruggen een enkele boom en hier en daar een naaldbos. Rood-bruine runderen scholen samen rond de schuren zijlings van de nu modderige boeren erven, hun adem vormt wolkjes die snel oplossen in de wat ijle lucht. De donkere naaldbossen, gemaakt voor de bosbouw, doorkruisen we via onmogelijke slingerweggetjes en af en toe worden we in een hoge bocht getrakteerd op een wijds uitzicht met de zon die onze ogen prikkelt. Donkere hulsthagen, grillige stokoude kastanjes, machtige eiken en spierwitte kromgebogen berken, het roodbruin van het dode varenblad en hier en daar oude stenen huisjes waar de houtkachels worden aangestoken, het blijft een lust voor het oog. Het vriest gemiddeld zo'n 12 graden, maar wij kijken niet op Meteo, ook niet als we buitenwerk plannen. Het blijft sneeuwen, het zijn die hele kleine tere haast onzichtbare pluisjes die tintelen op een warme wang, haast niet voelbaar en verdwijnen in het niets omdat ze zo klein zijn.

Alles is stil als we het terrein van de britten bereiken. De sloten van het elektrische hek zijn dichtgevroren, de afstandbediening doet het ook niet, dus Marc rijdt om via het strookje weiland van de lieve oude buur-boertjes.
We zien er tegenop, de haag rond de carport is enorm hoog en breed en staat op een heel schuin vlak. Al het snoeiafval moet ook verplaatst worden, de 4 knotwilgjes tellen 5 tot 7 jaarringen en moeten geknot en een tak van een tamme kastanje hangt al doorgebogen boven een lantaarn op een paal. Ik heb aangeraden die tak er af te zagen. Kastanjes scheuren nog wel eens uit en het is zwaar hout, van de lantaarn zou weinig overblijven. Dan ligt er nog een reus van een kastanje boven een hekwerk op een lastige helling. De boom is gevaarlijk afgebroken als een luciferhoutje, maar de stam is wel dikker dan dat, anderhalve meter misschien.
Ik kruip met planken over de wankele carport om met de kleine kettingzaag de laurierhaag te toppen. Tussen 1 en ruim 2 meter moet eraf en de broodoven erachter moet vrijgezaagd worden.
Met frisse tegenzin heet dat en na een uurtje vlot het al aardig. Maar het blijft link en ik zal toch de haag in moeten klimmen en me met de draaiende kettingzaag een weg moeten banen tot alle meters op de grond liggen.

De erwtensoep uit blik gaat er goed in terwijl Castel een gevriesdrrogde biefstuk krijgt. We zijn verbaast dat ze niet kauwt, hap slik en weg.... Ze is eigenlijk heel de dag in de weer met de jonge border collie van de boeren. Alletwee snel jaloers, speels en onderdanig. castel is het wel steeds even helemaal zat, dat gedraal van d'r speelmakker. Tijdens de lunch komt het oudste boertje eens polshoogte nemen. Terwijl Castel de situatie gebruikt om een stuk brood van ons te stelen, nog geen 5 minuten na de biefstuk, proberen wij de boer te verstaan. Het Patois-dialect, gebrek aan tanden en gelispel van het vieze kromme mannetje maken het ons er niet makkelijker op. Maar we begrijpen wat grapjes en ik bied hem een tasje aan met een eigen gebakken brood en een fles druivensap. Hij vraagt ons waar dat voor is. "Voor jullie hulp de vorige keer" Zeggen we beide. Hij wil het wel aannemen, maar we moeten het na het werk maar even komen brengen en dan wat blijven voor koffie.
Wij verheugen ons op een klein kwartier weer even de middeleeuwen in te mogen stappen, want dat is het toch echt als je het erf alleen maar van buiten ziet. Laat staan aan de keukentafel in dié ambiance koffie krijgen.

Het baasje gaat een hark halen en nog iets maar dat begrijpen we pas als we het zien. Een kruiwagen en niet zomaar 1 natuurlijk. De wilgjes zijn allemaal klaar en de berg met takken en bosjes laurierhaag liggen als een berg om de haag heen.
Gedrieëen gaan we aan het opruimen. Marc stopt halverwege, die gaat even naar die dikke kastanje boven het hek kijken, beneden aan de helling van het weiland dat aan de tuin rond het huis gedrapeerd ligt. Ik help de boer door de kruiwagen het zijpad op te rijden en hem leeg weer terug te brengen. Marc vertelt me 's avonds tijdens de boterham dat het boertje met verbazing naar zijn vrouw heeft staan kijken die in de takken van een laurierhaag bengelt en met een zaagje als een opgevoerd minibrommertje een blok maakt van een uit de kluiten gewassen bolvormige groene afscheiding.
Ik en het boertje kijken meewarig naar Marc. Hij zaagt die zijtak van de kastanje die boven de lantaarn hangt. Het valkerfje is vervaarlijk richting de lantaarn geplaatst. Marc zaagt de tak heel voorzichtig door om de valsnelheid te beperken. Toch zakt de zwaarvertakte boomtak over de lantaarn, wat de lamp scheef op zijn paal zet. Nu kijken de boer en ik elkaar even aan, we lachen. Marc niet.
De boel is eigenlijk zo aan kant en ingeladen. We zijn vroeger klaar als gedacht en later begonnen. Beiden hebben we het gevoel dat we iets vergeten zijn, iets dat we met deze mensen wel afgesproken hebben om te doen deze keer. De mail met de afspraken hebben we niet bijdehand.
Toch gaan we op de koffie aan. Zodra de auto in de oprit van de boertjes staat, de motor uit is en we uitgestapt zijn, voelen we ons getransporteerd naar de middeleeuwen.
Het erf is nu kaal en wat modderig, hokjes en huisjes, katten die met grote ogen naar ons kijken in alle hoekjes van het kleine middenerfje. Lege konijnenhokken, paaltjes die geen nut lijken te hebben, maar als je er één stok uithaalt kan het hele bouwwerk instorten. Het is allemaal helemaal niks meer, maar zo een geheel dat niets onmisbaar lijkt. De lucht is inmiddels egaal lichtgrijs en de woonkeuken weer somber. De kachel brandt en ik sta even te drentelen terwijl Marc met zijn rug naar de achtermuur op de bank gaat zitten. Een houten lange spartaanse bank die de gehele lengte van de tafel heeft. Ik loop toch naar de leuning van de stoel naast de kachel. Warm en ik kijk zo naar het licht achter het vieze raam met oude flarden gordijnen. De kwiekste van de twee gaat koffie zetten. Het 2-pits gasstelletje gaat open. Dat zijn van die kleine spierwitte geëmailleerde stellen met een deksel erop. Deze heeft niets meer weg van wit. Bruin gevlekt, hier en daar bijna zwart van het vettige vuil. Het pannetje ziet er niet veel beter uit, ook niet aan de binnenkant. De boertjes nemen warme chocolade, wij krijgen nescafé.
Naast me, in de hele traditionele nog nooit opgeknapte schouw, staat aan de ene kant van de kachel een houten zitbankje. De andere kant wordt gesierd met een 'Rosiere' Cuisiniere, een oorspronkelijk! gietijzeren fornuis met roze lak. Ook dit fornuis heeft niets roze meer, het ziet eruit als versleten en onbruikbaar. Ik kijk verrukt dwars door al dat vuil heen en denk bij mezelf 'dit fornuis zou ik eigenlijk wel willen hebben, ook omdat het juist hier zou hebben gestaan'. Maar het fornuis hoort daar en ik vraag of ze hem nog gebruiken? Nee, de potkachel met ijzeren ringen in elkaar op de bovenkant, die een kookplaat vormen, is hun keuken. De gietijzeren ronde kookpot hangt erboven aan een ketting. In veel boeken over de geschiedenis van de boeren uit vroeger tijden zie je dit ook. Het enige dat we bespeuren aan moderniteiten zijn wat kalenders uit de vorige eeuw naast het raam, een plastic emmer en een vies geel snoertje dat naar een TL-bak leidt, de enige verlichting in deze ruimte.
De koffie is sterk en heet, maar fransen drinken zulke koffie met suiker en of melk. We stappen op en in het halletje snuiven we nog even de huislucht op, niet muf, vies of kattenpies, maar ouderdom, rust en wijsheid, een aparte geur.
De terugweg is even mooi, maar we zijn moe en willen ons huisje opstoken, een warme douche nemen en afscheid nemen van deze dag 'erop uit'.
Frisse tegenzin leidt bij ons vaak tot een voldaan gevoel.

vrijdag 12 februari 2010

Het geweer



Eerst vonden we een oud bestoft foudraal waar muizen in woonden. Later her en der patronen, formaatje 9 mm, misschien 8. Het is jammer dat de vorige eigenaar het geweer dan weer wel heeft meegenomen en alle toebehoren heeft laten rotten. Zoveel hield hij niet van knaagdieren, want de hoeveelheden ratten- en muizengif waren enorm.
Veel tijd later neus ik met mijn hoofd net boven de krakkemikkige vloer van de vliering. Over doorbuigende half rotte planken kun je er nog wel wat stappen zetten tussen het half aangevreten glaswol, spinnenwebben, slapende vleermuizen en muizen-keutels. Mijn oog spot een scheef liggende plank waar wat onder moet liggen en met een vies gebaar til ik die plank wat op. Een wel heel stoffig vies klein enkelloops jachtgeweer vis ik uit het stof en spinnenwebben.
Het geweer staat nu al een tijdje naast onze luxe zware buks stof te vangen.
Naar aanleiding van het molesteren van twee van onze sterkste katten, wil Marc van de wilde rode kat af. Desnoods door hem dood te schieten, echt schuw is de kat niet.
maar dat oude verroeste geweer is niet te vertrouwen en we zijn geen kenners. Misschien ontploft hij als we hem willen gebruiken.
In Frankrijk mag je jachtgeweren hebben en niet voor allemaal heb je een vergunning nodig. Vaak is het even 'aangeven' bij de politie (een soort registratie) voldoende.
Daarom gaan we met het oude roestige vuurwapen naar de Gendarmerie. De entree is al lastig vindbaar, moeten we die zwarte gesloten deur nu hebben of een soort dubbele deur met een portiek waar een gescheurd gelig pamflet op de vieze ramen is geplakt?
We bellen aan bij een overdekte intercom buiten het hek. Misschien is mijn gezicht al herkend door het cameraatje, na een bonjour zoemt de poort al. Het is inderdaad de agent die ons bezocht heeft toen Marc die middag weg was voor de verwarmingsketel, ergens op een snikhete dag afgelopen zomer.
Marc zegt dat we het geweer gevonden hebben en de agent herhaalt de vraag op een bevestigende manier, maar het lijkt alsof hij het niet gelooft. Maar met opgetrokken wenkbrauwen neemt hij het aan en gaat het van alle kanten bekijken. Zijn collega die later binnenkomt haalt hij erbij. Hij durft niet met zekerheid te zeggen of het een 'vrij wapen' is. Maar al snel blijkt dat het inderdaad een wel heel licht kaliber jachtgeweer betreft, geschikt voor konijnen en eenden, of voor een wilde kat die je beestenspul komt terroriseren.
Ik vraag me af, als we daar zo staan met z'n vieren, hoe dat in Nederland zou gaan als je een oud verroest vuurwapen vind... Hier gaat dat even tussen neus en lippen door bij en naast de kleine balie van nog geen halve vierkante meter.
Het enige reglement dat we meekrijgen is als we het vervoeren met de auto, het laadmechanisme eruit moet en apart vervoert moet worden. Het geweer zelf moet in een foedraal en verder wensen ze ons veel succes met het vinden van de wilde kat.
lachend gaan we weer op huis aan door het weer sombere landschap waar hier en daar 1 teer vlokje sneeuw naar beneden dwarrelt.
Opknappen doen we niet zelf. Dus een ritje grote stad zal ter zijner tijd noodzakelijk zijn. Heeft die rode kat even mazzel? Of toch niet? vraag ik mezelf af terwijl thuis mijn blik over m'n pijl en boog glijd.

donderdag 11 februari 2010

Joppie en Pipo

Na het gevecht met de 'verdwaalde rode kater' en Joppie is hij op de bank in slaap gevallen. s'Nachts denk ik weer kattengejank en ruzie te horen, een eindje weg van het huis. De ochtend erop zien we Pipo naast zijn makker liggen, maar Pipo is niet wit meer. Pipo is verhaal gaan halen bij de rode wilde kat en is er vermoedelijk zonder kleerscheuren vanaf gekomen. Maar alle witte vacht is vies en grijs-bruin door opgedroogde modder, alsof hij in een modderplas heeft liggen draaien. Al deze dagen hebben de twee op de bank tegen elkaar aan liggen slapen. Pipo is heel zorgzaam en wast Joppie grondig, ook achter de gehavende oren. Joppie heeft een gekke en vieze wond, in het voetkussentje en de buitenste teen. Het pootje is al heel warm en zwelt op. We stimuleren Joppie het open te houden, maar eigenlijk wil Joppie maar 1 ding en dat is slapen. Hij kan nog steeds niet op de poot staan en houdt hem wat slap van de grond. Joppie loopt met 3 poten de trap op, met 3 poten springt hij op de bank of naar het kattenluik. Hij laat zich verder graag bedienen met snoepjes, biefstuk, brokjes en een bakje water... graag en alsjeblieft. Cros is twee keer drukker als normaal, krijgt niet op z'n kop van de andere katten en Aai zie je wat schugter naar haar aartsvijand kijken.
Marc zaagt 's ochtends een auto hout, terwijl de milimeter sneeuw nog hier en daar te zien is en er een ijskoude wind door de gorges glijdt. Ik zaag 's middags een auto vol hout en de rest van de tijd werken we wat achter de pc.

En 's avonds, als ik een heel leuk bericht voor de blog heb geschreven en er speciaal een afbeelding voor gemaakt had, is na het klikken op 'publiceren v/h bericht' mijn bericht voor 95% gewist!!!! Potverdrie!

Het roer om



Sinds een heel klein jaar ben ik ervaringsdeskundige. Jawel, als het gaat om emigreren en het leren kennen van een ander land en cultuur.
Iedere maand krijg ik van de houder van de site een vraag toegestuurd, die je kunt beantwoorden. Die antwoorden worden dan uitgekozen en bij de 'vraag van de maand' op de site geplaatst.
Het-Roer-Om is niet alleen een site voor mensen die naar Frankrijk willen verhuizen of er al wonen. Veel meer landen hebben een eigen Het-Roer-Om en de informatie is dus bijna altijd relevant. Eigenlijk alle in's en out's komen aan de orde en de site is gebouwd door emigranten voor emigranten (-in spe).
Een menselijke formule waar iedereen ook alles kan vragen aan deskundigen, ook op het gebied van gezondheidszorg, rechtsgang en overheid.

De rest van dit bericht heb ik tot 3x toe moeten herschrijven en tijdens publicatie bleef ik foutmeldingen krijgen. Dus Nee, ik kan het niet voor een 4e keer herschrijven... Fout van Blogger en gewoon heel erg jammer!

dinsdag 9 februari 2010

De eik is om

De eik is om.
En dat terwijl het al heel nat was toen we uit bed kwamen en ik dacht vanmiddag weer voor een maand boodschappen te gaan doen. Maar Marc komt me halen, hij wil de eik NU om gaan zagen. Een flinke die we op 80 tot 100 jaar oud durven schatten. Een eik zo recht en majestues, alleen nog maar volwassen naast even oude zomerlindes op een stijle helling verderop langs het bospad.
Daar hebben we die grote kettingzaag voor gekocht en kijken we al heel lang naar uit. Het zal een spektakel zijn voor ons en valt gerust onder de categorie 'Zware velling'.
Beide hebben we geen ervaring met zulke hoge dikke bomen en al helemaal niet op dit soort terrein. Ook het erover praten is al een maand of 2 aan de gang. Hoe diep gaan we hem inzagen, kun je snel achteruit stappen, valt de dode kroon helemaal in het ravijn aan de andere kant van het pad?
We laten de boel een beetje de boel in huis. We zien Joppie op de stijle helling achter het zwembad. Er loopt een andere rode kater rond, en DAT kan natuurlijk niet. Wilde katten schijnen hier te leven, maar zo schuw. Dit is een rode kater en wij houden ons hart al vast nu iedereen weet dat we van katten houden. Zeker weten dat er wel eens één 'gedumpt' gaat worden.
Snel pakken we de zagen en brandstof. Ik wil persé de val van de boom filmen. Als je dit zelf kan (en mag) doen, het is spectakulair. Het wachten op een goed (droog misschien) moment duurt m'n maatje veels te lang.

Marc zet zelfs een oranje kannetje in de bocht op de weg voor als er een jager de bocht om komt rijden in de kleine pukkel-auto'tjes. Het is geen leuke boom voor op een auto. We klimmen de helling op, trappen de bramen rond de stam vast weg en een dode kastanje-staak zaagt Marc eerste weg. Onderling overleg blijft er, ik zie Marc glunderen, het bakkeleien van tevoren over hoe de zaag- en spinsnedes zouden moeten, nog vers in het geheugen. Hij blijft een afwijking naar beneden hanteren met het zagen van de horizontale snedes. Horizontaal is bij hem altijd ietsjes diagonaal. In dit geval niet erg te noemen. De valkerf is heel diep, toch hebben we er vertrouwen in. Ik wilde eerste het vallen van deze reus vanaf het pad vastleggen. Maar bij elkaar en aan de goede kant van de boom blijven had toch de voorkeur op het moment supreme!
En het was heel bijzonder. De boom ging al vlot 'praten' en ik roep naar Marc dat hij kan stoppen. Hij heeft het eerste gekreun van de boom ook gehoord. Vlak daarna kreunt de eik weer en kan Marc op zijn gemak wat stappen achteruit nemen en de zaag uitdoen. Samen kijken we verrukt hoe de boom heel langzaam in beweging komt. Eerst nog maar nauwelijks met het blote oog te volgen en met weinig verder gekraak accelereert de kolos om met een doffe dreun op de zompige bosgrond neer te komen. Zijn toch al dode kroon spat in stukken uit elkaar en de dikke nog levende zijtakken boren zich in het pad en scheuren aan vlezige flarden, de stam komt een ruime anderhalve meter, misschien wel meer, van de stamvoet neer. Verbluft roep ik pas ' Van onderennnn!!' als de boom al ligt.

We genieten even na bij wat er rest van zoveel jaren trouwe dienst. Het geheel vinden we er keurig uitzien, zo'n eerste grote velling en blij roken we een echte Gauloise filter-sigaret, wauw!
De blauwe kleur in het kernhout, dat als vlezige rechte platte draden, vertikaal in het hout zit, lijkt ons een soort schimmel. De enige grote die we zien is een elfenbankje. Als we eenmaal beneden op het pad de ravage aanschouwen, valt ons het dode hout van de kroon op. Het is door en door rot, zacht, zwaar en het lijken sponzen vol met water. De rest van de boom is op 4 a 5 zijtakken die naar het zuiden flink zijn door blijven groeien, blijven steunen. In diepe gaten ondersteunen de zware takken de stam, misschien al wel 100 jaar hout. Grote lappen mos en flinke flarden schors, kleine zijuitlopertjes, stukjes rondhout versperren de weg. Maar die stam, die stam, och heden. Dat moet nog van zijn eigen spanning af, in stukken, dan kloven en Marc zijn voorkeur voor afmeting is toch 1.10 m stammetjes... Ik laat hem tussen de ravage achter, ga de grote zaag slijpen en lekkers en sap halen. En ons kent ons, ik neem sleepspullen mee. In de wel zeer ijdele hoop dat onze rode laro dat weg kan trekken het pad op. (Als de boom door rolt, trekt dit schatje ons met auto en al het ravijn in. Maar ik weet dat een auto dit niet kan, dus ik laat Marc begaan en neem al zijn tools mee) We starten maar met het verstand op 0 met het klein zagen van de al zo rotte kroon en al het hout dat niet onder spanning staat.
Dan is het tijd voor een franse warme lunch, dus laden we de auto bijna vol en gaan eten. Biefstuk, aardappeltjes en groenten, eenvoudig maar lekker. Daarna gaan we terug naar de plek des onheils.










De boom is toch verder gevallen, geknakt en is gedraait. We zijn heel blij en dankbaar dat dat niet gebeurde waar we bij waren. Onder de boom dikke dingen wegzagen en in richtingen waar hij heen zou kunnen draaien.
Nu ben ik al wel gewend de zaag te voelen, maar naar de boom of tak te kijken. Dat scheelt en toch blijft het link. We leggen zoveel mogelijk aan de kant en zodra hij kan, bevestigd hij alle kettingen aan boom en auto. De boom beweegt wel wat, maar steekt met een zijtak in het pad. Dat is met zoveel kracht gebeurd dat de sterke vezels van de eik wel een meter of wat scherp zijn gescheurd en als een vlijmscherpe spies zich in het pad hebben geboord. De laro blijft slippen. Aan de andere kant trekken dan maar. Ik stel voor de uiterste knoest van de boom te zagen, dan kunnen we er langs. Maar Marc wil het eerst anders proberen; omrijden, langs de brievenbus, naar het dorp boven, 1e afslag rechts op weg naar het stadje om dan via een 4x4 spoor naar beneden te rijden. Waar dat pad begint zetten we Castel enthousiast uit de auto. Die holt dan blij met de auto mee en als ze wat ruikt of ziet gaat ze er lekker vandoor. Een flink half uur later zijn we omgereden om de auto 15 meter te kunnen verplaatsen. Marc bedankt me later voor het geduld dat ik heb, want toch moest de knoest eraf gezaagd worden zoals ik zei. Het pad moet vrij!
Erg moe gaan we naar huis. Het is gaan regenen, dat later op de avond sneeuw wordt, natte sneeuw. De kroon blijkt weinig meer waard, maar de rest van de eik is een maand warmte, misschien wel meer.
Thuis steekt Marc de kachel aan en ik de schouw. Ik zie gelijk een spoor van een bebloed poezenpootje in de kamer. Joppie heeft zitten waken en dat is dit keer verkeerd afgelopen. Onze terrorist ligt verwrongen op de bank. Als ik hem wil aaien voel ik hem al gloeien. Hij bromt naar me, hij heeft pijn. Toch pak ik hem voorzichtig op en zie een gat in zijn koppie, een bebloed oortje en zijn voorpoot is stuk, het voetkussentje. Later kijken we er samen naar. Hij kan kracht zetten met het pootje, niks gebroken en hij wil er ook wel op staan. Verder is hij weer uitgeput en valt in een diepe slaap. Brommen doet hij al snel niet meer. Arme moedige Joppie!

zondag 7 februari 2010

Heel even zon

Er is hier niets te plannen. Ook de winter-snoei-beurt afmaken bij de Britten loopt de mist in vandaag door de overvloedige regenval van de afgelopen dagen. In de wolken worden we wakker, alles drupt nog na. De oprit is één grote modderpoel en stevige schoenen verplicht. De zon breekt al vroeg door de wolken. Maar het is te nat om nu te gaan snoeien. Wel lekker even een dagje zon en thuis zijn. Ik stuur de Britten een mailtje. Ze komen deze maand naar hun huis en wij zouden de klus al lang geklaart hebben mits het een weekje goed weer zou zijn geweest.

Marc weet niet goed wat hij met de dag aan moet, of wil. Hij bouwt een kasteel in de virtuele wereld en heeft nog een kilometer muur te bouwen in de realiteit. Ik breng zoals gewoonlijk mijn ochtend binnen werkend door. De tutorial-reeks is een groot succes en het stimuleert me er meer mee te doen. Marc heeft in de slaapkamer de kopse kant van de achtermuur afgesmeert met cement en alle kieren gevuld met houten planken. Tegen de tocht had hij dat klusje al gefikst, maar die muizen, oh die muizen. Die houden ons geregeld uit de slaap en de vrijende slangen maken ook herrie. Trouwens, slangen boven je hoofd op de slaapkamer is niet niks, ook al doen ze hun best de daad stilletjes te verrichten. Dat wij herrie maken a la, maar zij hebben de hele gorges. De slaapkamer moet daarna echt flink schoongemaakt worden. Daar zijn de regendagen goed voor!
((OpennaarFrankrijk: parende slangen))

Vanmiddag gaan we lekker naar buiten. Ik probeer de lunch buiten te serveren. Dat lukt wel, maar zodra de bordjes leeg zijn vluchten we naar binnen. Door de paar wolken is het toch te koud. De Tien-Survival-Lunch viel een beetje in het water.
De overloop van de bron spuit haar water over de randen van de bakken, de beek en de watervallen zijn nietsontziend in hun kracht en spuiten haast pompend het ravijn schoon. Het geluid is zelfs binnen te horen. Dat zegt wel wat als die muren 80 cm dik zijn.
We gaan de grootste stenen halen die de helling afgerold zijn het bospad op. Verder komen we tijdens het zagen vaak prachtige rechte dode bomen tegen die goed te gebruiken zijn als palen voor constructies als kippenhok of staander van het brood-oven balkon.




Het stalpad herbergt ook een 'gedumpte' ruïne. Marc legt ze bloot met veel spierkracht en een stootijzer. De auto kan er niet meer door en eens moet dit alles naar het huis voor de muren.
Op ons gemak rollen, wandelen, kantelen en sjouwen we de joekels de geleende aanhanger op om ze bij huis er net zo weer af te halen. Het ruimt het bospad op, maar ons erf wordt zo alleen een nog fransere bende. Tonnen versjouwen we, tonnen verstoken we en waar houdt het op?
Op de foto hieronder is zelfs een heuse traditionele oude gootsteen boven de grond uit gekomen. Die worden naar ons weten echt niet meer gemaakt. Het afvoergootje is nog goed te zien. Een rechtopstaande muur-steen erop met zo'n zelfde groefje maakt zo een afvoer naar buiten. Met een emmer of kan werd het water vroeger in het gootsteentje gegoten. Grote hoekstenen , hoe toepasselijk, met beslag of luik- en deurpennen treffen we nog aan. We gaan nog veel meer vinden, net als de wijnpers en andere ' schatten'.
Vroeger schijnt men ook kostbaarheden te begraven onder bepaalde stenen van de huizen. Of onder de drempelsteen, hoekstenen of op andere plekken die volgens overlevering bepaalde magische krachten hadden. (Wat we nu waarschijnlijk aardstralen of magnetische velden zouden noemen)
Castel aporteert enthousiast een tennisballetje en geeft zelfs een heuse blaf, zou ze het ooit leren? Cros kruipt buiten vaak zowat in je. Hij wil opgepakt en op schoot, kroelen en spinnen en met dikke staart loopt hij je overal luid piepend en miauwend na. Aai smeekt of ze alsjeblieft in de slaapkamer mag. "Ik heb toch die muis daar laatst gevangen? Misschien zijn er meer, ik doe echt wat voor de kost...." Het oude viervoetig vacht-spul ligt op de bank te pitten. Daar hebben we geen kind aan. Nog steeds doet er één een plas op de grond voor het kattenluik. Ze sproeien niet, maar gaan daar ' netjes' zitten. We begrijpen niet wie van de vijf en waarom? het is als dwijlen met de kraan open....
Onze rust duurt voort. Fijn

donderdag 4 februari 2010

werkhanden

Op de foto de voorheen 'kantoor-handen' van Marc.
Ik had door mijn knie-problemen en een gebroken pols zelfs lakbare nagels.

Daar is niets meer van over na 1 jaartje in the middle of nowhere....

rustdagen


Net toen we dachten dat het nooit meer op zou warmen, dat we ons geen voorstelling konden maken dat het hier ook zo verschrikkelijk heet kan zijn, breken de echte zonnige winterdagen aan. Waarin het heerlijk toeven is aan de buitentafel voor een warme hap. Dat tijdens het zagen van nu heel droog dood hout de stapel truien en vesten op de motorkap steeds groter wordt en we 2 liter sap wegdrinken door de dorst. Geen modderige hondenpootafdrukken op onze kleding, want Castel is weer wit en met een glanzende vacht is ze uitgelaten en holt achter ons aan en speelt met de katten. Althans, ze doet een poging. Prachtig weer dus en heerlijk kwa temperatuur. Boven, op de markt, is het nog erg koud en raast een snijdende wind door de straatjes. De zeildoeken boven de kraampjes zijn verdwenen en iets minder gemutste mensen struinen al kletsend over het plein. De sneeuw is nog in alle hoeken aangevroren, het gebergte kilometers verderop steekt wit af tegen de wat grijzende hemel en de wasjes hangen weer buiten te drogen op de terassen.


Wij komen de gorges niet veel uit, we hebben er geen behoefte aan en houden ons schuil in het gat tussen de al bloeiende kerstrozen, paardenbloemen en opschietende brandnetels. Een zacht aanvoelende bries lokt ons naar buiten en we snuiven al iets dat op lente lijkt.
Op de markt weten ze dat er nog volop winter aan kan komen, maar wij doen net of we het niet begrijpen.


Omdat we na een paar stralende dagen een flinke voorraad hout hebben kunnen verzamelen, kunnen we vanmiddag alle machines gereed maken en de auto volladen met alles dat we nodig hebben voor het afmaken van een grote tuinklus bij een lief stel britten een uurtje rijden verderop. Alle kettingzagen krijgen een grote beurt en maken we schoon. De heggeschaar spuiten we in met vet en leggen we vast klaar. Dan kunnen we morgenvroeg gelijk vertrekken.
4 wilgen knotten, een zware boomtak wegzagen en een verschrikkelijk grote veels te hoge laurierhaag snoeien. Op de hoogste stukken komt daar wel 2 meter vanaf en nu maar hopen dat we al het afval op het weiland van de buur-boeren mogen leggen om het later te verstoken zoals de eerste keer... Maar met een gering offer denken wij dat dat wel gaat lukken. Ik neem in ieder geval een eigen gebakken brood en druivensap mee voor de heren , ehm heren, boeren, die ons de vorige keer zo geholpen en gastvrij ontvangen hebben. Het wordt een hele onderneming, maar de klus is zo de moeite waard.
En we komen er weer eens uit, uit ons gat. De gorges verlaten vinden we nooit leuk. We hebben er ook nooit veel zin in, voor wat dan ook. Maar we maken altijd weer wat mee en spijt hebben we ook nooit. Het 'thuis zijn' levert alleen geen leuke verhalen op, niets nieuws onder zon, rust. Absolute rust om lekker te zijn. Heerlijk.
Naschrift;
Niks eruit morgen en weer avonturen beleven. Het is wat gaan stormen en er vallen al wat dikke spetters uit de lucht. Op Meteo France voorspellen ze veel regen tot zondag, dan breekt de zon door. Een zondagse steek houdt geen week, maar helaas kunnen we ons daar hier niet aan houden.
Terwijl ik wat stond te wachten op mijn beurt en mijn groente alvast zelf bij elkaar gezocht had, viel mijn oog op de typisch franse 'soep-groente-compositie'. Natuurlijk lag de camera in de auto... Ik was al 2 keer teruggelopen naar de auto, maar besloot om een 3e keer te lopen om het toestel te halen. Met het mes met kurkentrekker en de achtergrond kon ik het echt niet laten. Eenmaal terug met een 2e lege boodschappentas voor de supermarkt op de terugweg, trof ik de pompoen aan zonder dat karakteristieke mes. De groentevrouw kon ik uitleggen of ze dat mes er even in terug wilde steken. Dàt zijn van die leuke momenten als expat! Dàt contact dat je alleen legt doordat je een immigrant bent en alles op een andere manier brengt. Net als met het gesprekje en het elkaar 4 keer tegenkomen van een yoga-genote vanochtend. En dat zal nog jaren zo blijven.