woensdag 6 oktober 2010

Prikkels


De dagen jagen voort, net als de mannen uit het dorp die hier met honden en geweren het bospad onveilig maken, zo dat we niet gaan wandelen met Castel. Marc ontmoet een 85 jarige man op een stoel met op schoot het jachtgeweer. Hij wacht, maar een dorpsgenoot schiet het 65 kilo wegende zwijn. De ene dag is het aangenaam warm met een zwoele nacht. Dan steekt er een stormwind op, die de noten uit de boom waait en als mini-bommetjes de groenten torpederen. Minder herfstkleuren als voorgaande jaren, de droogte heeft veel blad al verdord dat nu door de wind van de bomen waait. De nachten zijn vochtig en na de stormdag volgt een regendag om daarna weer plaats te maken voor een heerlijke nazomerdag.
We schonen de entree op. Hier bedoelen we mee dat we de steile helling tussen onze oprit en het bospad gaan dunnen van jonge kleine en kromme bomen. Ze zijn ingegroeit met bramen die tot meters hoog rond de stam omhoog zijn gegroeit. Ik voel me een berggeit-met-bepakking en sjouw de heggeschaar omhoog. Langs het oude schapengazen hekje snoei ik alle bramen weg om misschien deze winter dit hekwerk een beetje te renoveren. Niet voor de ezels, daar zijn we nog niet aan toe, maar voor het aanzicht, dat we ons niet schuil houden achter een verwaarloosde boel. De acacia's die elkaar verdringen om het zonlicht te bereiken, scheuren snel uit als het van de lange dunnen boompjes worden en deze klus is eens goed voor heel veel jaren.
Het oranje vintage-wekkertje is binnen. Marc is er heel erg blij mee! En we lachen om het lieve kleine ding, wat een gekregen wekkertje al niet kan doen!
Voor het boodschappen doen drinken we een kopje koffie in de Bistro van 'le Patron'.

Ik blik tijdens deze pais & vree terug, zie om naar twee lastige maar prachtige jaren en er vallen me veel dingen op. Veel veranderingen in mij, m'n lief, onze relatie, hoe we in de wereld staan en ons erin bewegen. Onze levensvisie die heel zoetjes en geleidelijk veranderd, de natuur die in seizoenentaal spreekt en het ene jaar een overschot aan insecten laat zien om juist dit jaar weinig vliegen los te laten en de wespen die de hornaars moeten missen, zodat deze enorme insecten wat meer fruit moeten eten. We lachen meer, we zijn rustiger. We leggen ons iets sneller neer bij juist die zaken waar we te nietig voor zijn om ze te veranderen en zien de creativiteit groeien waarmee we daar mee om kunnen gaan.
"Jullie hebben de tijd om na te denken" hoor ik m'n mams nog zeggen. Dat is waar en mij een weldaad. Zo vluchtig moest ik door het leven in Nederland, geen tijd om het leven waar te nemen, geen tijd om me bewust te zijn van de dingen. Geen tijd om te leren zien waar mijn grenzen liggen, wat bij me past kwa werk, studie, hobbies en vrienden, uitgaan of die soap dagelijks volgen. Het doet me goed.
Daarom ga ik net na het eten met een boek het bos in en blijf daar twee en een half uur op het wat verwaarloosde Krasse Knarrenpad zitten. Op een open plekje waar de zon me warm straalt als een kacheltje, niet gefilterd door de bomen. Nog net onder de tamme kastanjes zie en hoor ik ze vallen, die stekelige gemene zacht uitziende ronde bollen, meesten nog groen die op de bosbodem openknappen en soms hun inhoud prijsgeven als roodbruine glanzend gladde nootvruchtjes; tamme kastanjes. Ik schil er een paar door mijn duimnagel in het mooie velletje te zetten en peuter ze schoon om daarna die pure smaak te proeven, het smaakt naar bos en zoetig. Slokje uit de beek moet ook kunnen na zoveel regen en de laatste vliegen, vlinders en een enkele bloem genieten met me mee. Tussen de letters in mijn boek door, bekijk ik zo'n lege stekelbol eens beter. Het lijken twee wijd opengesperde bekken van een egel zonder lijf met alle stekels op z'n kop. Een 2 koppig minimonster dat me terug laat denken aan vorige herfst, toen ik met de helft van mijn voet naast mijn slipper ga staan en dwars door de sok heen ontelbare huidkleurige stekels in mijn voet krijg. Dagen daarna probeert m'n lief nog met een koplampje en een pincet de stekeltjes uit mijn voet te krijgen, maar met het blote oog zijn ze in de huid niet te zien.
De muilen van deze minimonsters zijn niet bedekt met enge vieze tanden of een rode bloeddoorlopen tong, maar bekleed met een beige groenachtige vacht die zijdezacht aanvoelt en de kastanjes een tijdje heeft gestreeld, gepolijst, opgepoetst en heeft beschermt tegen regen en wind. De tegenstelling tussen binnen en buiten kan niet groter en het is een prachtgezicht.
Het wonderbaarlijke is dat ik onder tamme kastanjes zit en de stekelbollen met een flinke vaart, nog gevuld, op de bosbodem afkomen en met een flinke plof van alles op zich spietsen, maar mij netjes mishouden. Een onzichtbare paraplu lijkt me te beschermen tegen deze genadeloze projectielen, ik moet er niet aan denken er één met die vaart op mijn hoofd te krijgen.
Ik strek me uit op het paadje en doe een dutje; nazomeren op m'n eigen bospaadje tussen mos en klimop die de bosbodem bedekt met het geruis van het beekje met haar watervallen op de achtergrond en de vogels.... Ik heb niet alleen de tijd om na te denken, ik heb de tijd om te leven. Ook al heb ik geen cent te makken en kopen we kleding bij Emmaus, ook al werken we achter een PC in een virtuele nepwereld en zien we geen euro terug van al die moeite en zijn we liever buiten bezig. Een mens heeft toch niet zoveel nodig en tijdens mijn dutje voel ik de bevestiging hiervan nog eens extra tot me doordringen, via de zon, de heerlijke herfstgeur van een loofbos, de vogels en het water, de aarde onder mijn uitgestrekte lijf, mijn voeten steunend op een met mos overdekte gevallen boompje.

Prikkels, zintuiglijke prikkels, die van alles met je doen, waar we meestal geen tijd voor hebben, geen aandacht aan schenken om ze als een stemmetje vanuit je hart te horen. Ze worden gemaakt, gestuurd en aangewakkerd door de wereld om ons heen. Ik werd er knettergek van; verkeersgeluiden, verlichte gebouwen, industrie en stank, het compacte en het asfalt, de TV met haar schreeuwerigheid, de dreiging, de domme lol, het moeten van zoveel dingen die we allemaal maar als vanzelfsprekend zien, werken en meer dan veel meer.
Ik heb het wel gezien en iets in mij heeft altijd gezegd daaruit weg te zullen gaan, zo lang als dat ik het nodig heb.
Hier lig ik dan op m'n gemaakte paadje, twee voet breed met hindernissen omdat dat niet anders kon op dit terrein. We hebben zo ontzettend veel gedaan dat het onherkenbaar lijkt op de oude foto's van toen we het hier te koop aantroffen. Het is leefbaar, bewoond en toch zo natuurlijk gebleven.

Er is veel veranderd, tussen het typische van de M&M eenheid tot de grootste verschillen, het mag bestaan en dat doet ons meer als dat we hadden kunnen bedenken.
Ik besef me dat mijn geluk te sturen is door niets te verwachten van het leven. Ik ervaar zoveel als een kado, juist datgene wat ik op al die momenten nodig had. Nu is dat hier en nu, huisje, bomen en beestjes in een bos in Frankrijk, waar ik toch al mijn vakanties als kind genoten heb.

We eten ons brood, met smaak, en gaan maar weer even aan de slag achter de PC's na een half uurtje vuur-staren samen in de schouw. Het is nog steeds af en toe een onwerkelijk leven dat ik niet in woorden om kan zetten. Net een stekelige bol met de prikkelzoet zachte inhoud die bescherm is gegroeit gebed in een vachtje.
Slaap zacht, je landt op vruchtbare aarde, door de zon beschenen, besprenkeld door het beekwater, lekker.

1 opmerking:

  1. Ik vind dit een prachtige ode aan de kastanje en aan je leven in Frankrijk!

    BeantwoordenVerwijderen